Curaçao

Den Haag grijpt opnieuw in op Curaçao

De Rijksministerraad grijpt opnieuw in op Curaçao. Het bestuur van het eiland krijgt vrijdag een aanwijzing om het financieel beheer op orde en de overheidsbegroting weer in evenwicht te brengen.

bol

De overheid kampt met enorme tekorten op de begroting. Eerdere adviezen van het College financieel toezicht aan het bestuur zijn niet of in onvoldoende mate opgevolgd. Hoewel de regering enkele betekenisvolle stappen heeft genomen, heeft het daarmee niet kunnen voorkomen dat ook 2019 weer met een tekort zal eindigen.

Wettelijke norm

Voor het derde achtereenvolgende jaar voldoet Curaçao niet aan de wettelijke norm die is afgesproken bij de schuldsanering in 2010. Eerder kreeg de regering van Gerrit Schotte in 2012 om dezelfde redenen ook een aanwijzing.

In totaal komt de Curaçaose overheid 140 miljoen euro tekort over de laatste drie jaar. Daar komt bij dat de schuldquote van Curaçao in 2018 naar 46% van het Bruto Nationaal Product is gestegen, ruim boven het houdbaar geachte niveau van 40%. Ook de liquiditeitspositie is tot een zorgelijk niveau gedaald.

bol

Startpositie

Het College financieel toezicht voorziet diverse risico’s en acht aanvullende maatregelen noodzakelijk om meerjarig te voldoen aan de normen van de Rijkswet financieel toezicht.

Die heeft als doel om de gezonde startpositie van de landen Curaçao en Sint Maarten in 2010 te handhaven en financiële problemen, zoals het voormalige land Nederlandse Antillen kende, te voorkomen.

Belastingen

Al in 2016 gaf het College bij zijn advies aan om rekening te houden met de tegenvallende belastinginkomsten en merkte daarbij op dat de niet-belastinginkomsten achterliepen op de prognose.

Met name de belastingopbrengsten en de opbrengsten op de begrotingspost verkoop van goederen en diensten vielen en vallen nog steeds tegen, ten opzichte van de vastgestelde begroting, terwijl de lasten juist hoger uitkwamen dan begroot.

bol

Aanwijzing

Curaçao moet nu 61 miljoen euro op de gewone dienst van 2019 compenseren. Voorts ook een tekort van 85 miljoen euro op de gewone dienst van 2017 en 2018 met overschotten in 2020, 2021 en 2022. En tenslotte moeten de kortlopende schulden aan het Pensioenfonds APC en ziektekostenverzekeraar SVB per 31 december 2022 worden afgelost.

De wijze waarop Curaçao uitvoering geeft aan de ingreep behoort tot de autonomie van Curaçao. Maar de raad van ministers van het Koninkrijk doet de suggestie om een achttal punten in overweging te nemen en hier uitvoering aan te geven.

Daaronder is in ieder geval de verplichtingenstop opgenomen. Uiterlijk per 1 januari 2020 moet Curaçao een belastinghervorming budgetneutraal doorvoeren. Daaronder in ieder geval een versterking van de invorderingsinstanties en de invoering van een algemene bestedingsbelasting.

Er moeten maatregelen worden genomen om het overheidsapparaat en de daaraan gelieerde overheids-NV’s verder te versterken en de productiviteit en efficiency te verhogen. Dit houdt in ieder geval in dat de personeelskosten binnen de collectieve sector de komende jaren moeten worden verlaagd. Ook moeten de salarissen van ambtenaren en trendvolgers bevroren worden. Ten aanzien van de overheids-NV’s dient het subsidiebeleid te worden herzien.

Mocht er na het compenseren van de tekorten geld overblijven, dan dient dat te worden besteed aan het creëren van randvoorwaarden voor economische groei, uitgaven in het onderwijs en het afbouwen van lastenverhogende maatregelen.

Eerdere maatregelen

De voorgenomen maatregelen op de beleidsgebieden medisch specialisme, uitzendingen en geneesmiddelen moeten onverkort worden uitgevoerd om het exploitatietekort van het nieuwe ziekenhuis te dekken.

Ook moet de AOV-pensioenleeftijd opgetrokken worden naar 66 jaar en moet de basiskorting en de ouderentoeslag daarop worden beperkt. Aanvullende maatregelen zijn overigens nodig waarbij onder meer vormen van eigen betalingen in de zorg moeten worden overwogen.

Het convenant

De Rijksministerraad heeft kennisgenomen van de onderhandelingen tussen de regering van Curaçao en de regering van Nederland om te komen tot een onderlinge regeling binnen het zogenaamde convenant. Deze ziet toe op het bieden van substantiële, concrete en directe hulp aan Curaçao op de domeinen waar hervormingen noodzakelijk zijn. De ministerraad van het Koninkrijk moedigt de regeringen van bovengenoemde landen aan om goed gevolg te geven aan die onderhandelingen.

Deel dit artikel