Foto: Pixabay

WILLEMSTAD – De oorlog in Oekraïne domineert niet het dagelijkse nieuws noch de politiek op Curaçao. Op straat uiten mensen wel hun zorgen en medeleven. Vooral in gebeden is er aandacht voor de situatie en slachtoffers.

Tekst gaat verder onder de video


Reportage door Joelle Jochems

Grote inzamelingsacties, zoals de actie 555 in Nederland, zijn er niet op het eiland. De oproepen die worden gedaan, zijn dus vooral voor spirituele steun. Afgelopen weekend was er een groot gospelconcert op het Brionplein om God te danken en kwamen diverse pastors op de bühne. Er werd gebeden voor het eiland, voor de verworvenheden, voor de bevolking, maar bovenal voor het feit dat er hier geen oorlog is.

Zoals één van de bezoekers zegt: “We kunnen niets doen aan onrecht op de wereld of aan het feit dat mensen slachtoffer worden van oorlogsgeweld. Het enige wat we kunnen doen, is aan hen denken.”

‘Sancties raken ook Curaçao en Sint-Maarten’
De Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten heeft laten weten dat sancties tegen Rusland ook Curaçao en Sint Maarten raken. Hoewel er nauwelijks financiële en economische banden zijn met Rusland. De Caribische eilanden krijgen wel te maken met een hogere inflatie en minder vakantiegangers.

De Centrale Bank roept verder alle instellingen die onder haar verantwoordelijkheid vallen op regelmatig nieuwe ontwikkelingen over de sancties te blijven volgen, zoals op de website van de Europese Unie . Sommige transacties of rechtshandelingen die onder de sanctielijsten van andere landen vallen, kunnen bovendien gevolgen hebben voor de internationale bedrijfsvoering van banken op Curaçao en Sint Maarten, aldus de Centrale Bank.

‘Geen reden tot paniek’

Vanuit de politiek is er weinig aandacht voor de oorlog. Oppositiepartijen willen dat minister-president Gilmar Pisas zich uitspreekt over de situatie – zoals zijn Arubaanse collega Evelyn Wever-Croes heeft gedaan.

Pisas zelf heeft het tot nu toe gelaten bij de opmerking dat de situatie ‘nauwgezet wordt gevolgd’. Maar dat er volgens hem ‘geen reden is voor paniek’. De regering houdt de ontwikkelingen ‘goed in de gaten’ en heeft regelmatig overleg over de oorlog, zo stelt de premier de bevolking gerust.