Al het nieuws

Schoolbesturen missen goed onderzoek naar taalbeleid

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De gezamenlijke schoolbesturen staan in hun reactie op de nulmeting van het onderwijs nader stil bij hoe de taalproblematiek is beschreven en hoe hier oplossingen voor zijn aangedragen.

taalDaaruit blijkt dat in de nulmeting, opgesteld door de onderwijsinspecties van Curaçao en Nederland, goede aanbevelingen worden gedaan voor de lange termijn, maar dat er weinig onderzoek is gedaan naar de huidige onderwijspraktijk, de verschillen en de ‘best practices’, waardoor ook voor de kortere termijn oplossingen mogelijk kunnen zijn.
De gezamenlijke schoolbesturen vinden de door de werkgroep aangedragen aanbevelingen ‘uitstekend’ voor de langere termijn, zoals het instellen van vier nieuwe entiteiten; een regievoerende Raad voor Taalbeleid, een uitvoerend instituut voor taalbeleid voor de ontwikkeling van het Papiaments, een commissie voor spelling en standaardiseren van het Papiaments en een samenwerking tussen de ABC-eilanden. Maar, zo wordt eraan toegevoegd: ,,Een aantal van de problemen die ten grondslag ligt aan de basis van de taalproblematiek is hiermee niet opgelost.”
Zo is er een gebrek aan voldoende onderwijstijd in het funderend onderwijs (fo), namelijk 2,5 uur per week. Dit kan worden opgelost door verruiming van de onderwijstijd (met rechtspositionele gevolgen) of door de inzet van onderwijsassistenten zodat in kleine groepjes waar nodig extra aandacht kan worden besteed aan taal. Daarnaast wordt er gebruikgemaakt van verouderde taalmethodes. Een kortetermijnoplossing kan zijn dat er per direct geïnvesteerd wordt in de aanschaf van up-to-date taal- en leesmethodes die minder contextgevoelig zijn en die differentiatie in taal mogelijk maken. ,,Kijk hier naar ‘best practices’”, zo adviseren de schoolbesturen die hier mogelijk al ervaring mee hebben. Een derde probleem ‘dat niet eens in de nulmeting genoemd wordt’, is dat er geen middelen zijn voor de aanschaf van werkboekjes in het fo. Dit kan worden opgelost door, in afwachting van aanpassing van het V&V-financieringsstelsel, een jaarlijkse norm op te stellen voor bekostiging van werkboekjes. En tot slot stellen de besturen voor de korte termijn voor om te zorgen voor mobiele internetverbinding en digiborden in de klassen omdat digitalisering kan bijdragen aan taalontwikkeling. ,,Filmpjes en andere audiovisuele middelen vergemakkelijken taalverwerving”, zo wordt aangevoerd.
In de analyse van de nulmeting ontbreekt het wat betreft taalbeleid aan heel wat aspecten. Zo wordt volgens de schoolbesturen geen antwoord gegeven op de vraag wat de verschillen zijn in taalproblematiek per onderwijssoort (fo, vsbo, havo-vwo, sbo en hoger onderwijs). Ook is niet gemeten hoe de taalbeheersing is uitgesplitst naar de drie talen Nederlands, Papiaments en Engels. En andere onbeantwoorde vragen zijn: ,,Is de problematiek in iedere onderwijssoort of school gelijk? Hoe heeft de problematiek van de ene onderwijssoort invloed op de andere? Zou de problematiek in het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld nog bestaan als deze in het fo wordt opgelost? Hoe zijn nu de scores wat betreft taal en het talige rekenen in het fo? Wat zijn ‘best practices’? Waarin verschilt de aanpak van de scholen? Zijn er analyses van bijvoorbeeld resultaten van gehanteerde modellen? Welke kengetallen kunnen hiervoor ter onderbouwing worden meegenomen in de nulmeting, bijvoorbeeld de Eindtoets Funderend Onderwijs (EFO)-scores van fo-scholen met diverse taalmodellen? Wat is de visie van schoolbesturen op taal? Waarom hebben zij gekozen voor bepaalde modellen? Wat is hun ervaring met die modellen? Wat is volgens hen de belangrijkste oorzaak dat de taalbeheersing te wensen overlaat?” En tot slot wordt opgemerkt: ,,De werkgroep stelt dat de methodes Nederlands niet aansluiten bij de lokale context en het vereiste niveau. Is deze aanname getoetst? Feit is dat de verouderde methodes voor de Nederlandse taal die nu in gebruik zijn, en die vanwege gebrek aan middelen niet kunnen worden vervangen, niet passend zijn voor de lokale context en ook het niveau sluit niet aan. Inmiddels zijn er vele nieuwe (digitale) methodes die minder contextgevoelig zijn en die de mogelijkheid geven te differentiëren op verschillende niveaus. Heeft de werkgroep zich hierin verdiept of deze optie die door sommige scholen reeds wordt geïmplementeerd meegenomen in de analyse? Desnoods als tussenoplossing tot een eigen methode is ontwikkeld, want dit zal jaren duren.”


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.