Foto: Extra

Het is voor het eerst dat leden van het Nederlandse en Europese parlement een krans hebben gelegd bij het slavernijmonument op Curaçao. De aandacht voor de Tula-herdenking op het eiland was dit jaar daarom ook opvallend groot.

Tweede Kamerlid Kiki Hagen (D66) legde namens het Nederlandse parlement een krans bij het slavernijmonument. Namens het Europees Parlement heeft Samira Rafaela (D66) een krans gelegd.

De delegatie van Nederlandse politici bezoekt tussen 13 en 21 augustus Suriname, Curaçao en Bonaire om het koloniaal verleden van Nederland te onderzoeken, gericht op het slavernijverleden.

Dit ter voorbereiding op het herdenkingsjaar 2023. Verwacht wordt dat de Nederlandse staat dan excuses aanbiedt.

Slavernij werd niet meteen afgeschaft
Nederland schafte in haar koloniën in 1863 de slavernij af. De slavenhouders kregen daarvoor compensatie van de staat, de tot slaaf gemaakte mensen juist niet. Zij moesten in de praktijk nog tien jaar voor de slavenhouders werken om te kunnen overleven.

Curaçao herdenkt elk jaar op 17 augustus dat in 1795 verzetsheld Tula en zijn medestrijders in opstand kwamen tegen de slavernij door geen werk meer te verrichten. Uiteindelijk werden zij door de Nederlandse heersers berecht en wreed gedood. Tula werd in 2010 officieel tot ‘nationale held’ verklaard.

Grote opkomst bij herdenking
Een paar duizend mensen waren aanwezig bij de herdenking. Gibi Bacilio, voorzitter van Plataforma Sklabitut i Herensha di Sklabitut en Asosiashon Promoshon Konsenshi Istóriko, is blij met de grote opkomst.

Behalve kransleggingen en toespraken, was er in het programma ook veel ruimte voor muziek. Volgens Bacilio heeft de hoge opkomst ook zeker te maken met de toenemende belangstelling voor het slavernijverleden.

‘‘Het is bijzonder dat een delegatie van de Tweede Kamer naar Curaçao komt om te leren over de rol van Nederland in het slavernijverleden, dat heeft te maken met 160 jaar afschaffing van de slavernij in 2023. Maar we moeten zelf onze positie bepalen en werken aan de ontwikkeling van de bevolking.”

Herstelbetalingen kunnen daarbij helpen. “Maar we moeten zelf onze weg bepalen.”

Protest   
Een kleine groep mensen protesteerde tijdens de bijeenkomst tegen de rol die Nederland heeft gespeeld in de slavernij. Ook tegen de houding die Nederland nu nog aanneemt. Zo stond op de protestborden onder meer te lezen dat ‘de VOC-mentaliteit Nederland verhindert om excuses aan te bieden’.

Suriname: hoog tijd voor excuses
In Suriname, dat de Tweede Kamer-delegatie bezocht voor de komst naar Curaçao, drukte de Surinaamse parlementsvoorzitter de Nederlandse politici op het hart dat de tijd van excuses en herstelbetalingen nu is aangebroken.

Het is ook iets waar Bacilio als voorzitter van de Curaçaose stichting al lang op hamert. ‘‘De regering van Curaçao is altijd volgend geweest. Ze liepen achter ons aan. Het zou mooi zijn als de regering een vuist maakt en duidelijk zegt dat we niet nog langer op excuses kunnen wachten.’’

Trauma’s
Plataforma heeft een hele reeks projecten in gedachten die kunnen worden gefinancieerd met de herstelbetalingen. Daarbij gaat het om sociale, educatieve, culturele en economische programma’s, die moeten zorgen voor verdere ontwikkeling van het eiland.

“Die ons moeten helpen de trauma’s te verwerken die nog steeds in de samenleving spelen als gevolg van het slavernijverleden.’’

‘Excuses belangrijk, maar emancipatie is aan onszelf’
Jeanne Henriquez, historica en actief bij Museo Tula, erkent het bestaan van de trauma’s die ontwikkeling van de Curaçaoënaar tegen houdt. ‘’Natuurlijk zijn excuses en herstelbetalingen van Nederland belangrijk. Maar wie denkt dat we ons daarme vanzelf kunnen ontwikkelen, houdt zichzelf voor de gek.’’

Henriquez benadrukt ‘dat de verandering van binnenuit moet komen’. ‘‘Verandering kan alleen ontstaan als we bewust zijn van onze geschiedenis, als we weten waar we vandaan komen. Als we niet investeren in onderwijs, zullen we ons niet ontwikkelen.’’

Tula als voorbeeld voor het leven van nu
Henriquez geeft als voorbeeld dat Tula en zijn medestrijders verschillende mensen in gijzeling hadden. ‘‘De Nederlandse heersers waren heel wreed. Maar Tula en zijn strijders behandelden iedereen – op één uitzondering na – goed. Ze werden niet geslagen, maar humaan behandelt. Dat humanisme zat altijd in ons, maar is nu ver weg.’’

Herstelbetalingen kunnen bijdragen aan meer onderwijs en kennisoverdracht. “Maar het belangrijkste is dat we het humanisme in onszelf weer terug weten te vinden.’’

Bacilio (1950) en Henriquez (1946) zijn op verschillende manieren al decennia actief met de geschiedenis van Curaçao bezig, met de verwerking van trauma’s uit het verleden die nog een rol spelen in de samenleving en de ontwikkeling van de bevolking. Beiden zijn blij met de extra aandacht die wordt besteed aan Tula en het slavernijverleden.