Nieuws Curaçao

Rechter: Centrale Bank mag wel degelijk in grijpen bij ACU

Het intrekken van de ACU-bankvergunning afgelopen dinsdag door de Centrale Bank was gerechtvaardigd. Dat oordeelt het gerecht in kort geding dat was aangespannen door het bestuur van de coöperatieve kredietinstelling voor ambtenaren op Curaçao.

Bij de ACU was sprake van een circulaire bestuurscultuur, waarin leden die terugtraden uit het ene orgaan werden benoemd in het andere orgaan. Toezicht en bestuur door mensen die telkens van stuivertje wisselen, aldus de Centrale Bank.

Governance

De huidige governance structuur van ACU deugt volgens de toezichthouder niet niet, waardoor herstructurering van cruciaal belang wordt geacht voor het voortbestaan van ACU en ook een voorwaarde is om haar vergunning te kunnen behouden.

In de Algemene Ledenvergadering-vergadering van 10 juli is de door de Centrale Bank noodzakelijk geachte herstructureringsdocumentatie echter niet aangenomen, waarmee de normale middelen om de herstructureringsdocumentatie doorgevoerd te krijgen zijn uitgeput. De Centrale Bank zag daarom geen andere optie dan de Bankvergunning in te trekken en het gerecht opnieuw een noodregeling uit te laten spreken.

Disproportioneel

Volgens de ACU is er geen noodzaak tot ingrijpen door een noodregeling. Het bestuur benadrukt dat de financiële situatie van ACU goed is en dat de Algemene Ledenvergadering heel goed in staat is om besluiten te nemen. De maatregel, zo zegt ACU is disproportioneel.

Volgens het gerecht staat vast dat ACU al zeer geruime tijd niet tot een herstructurering, zoals bepaalt is door de Centrale Bank heeft kunnen komen. Dat op zichzelf is een ernstige aanwijzing dat ACU haar interne bestuurlijke organisatie, de governance, niet op orde heeft en dat daardoor de belangen van de circa 26.000 leden/rekeninghouders in het gedrang komen.

Het feit dat de langdurige en intensieve bemoeienissen en aanwijzingen van de Centrale Bank om tot een herstructurering te komen tot dusver niet het gewenste effect hebben gesorteerd, onderstreept dat ondubbelzinnig. De Bank had het volste recht om in te grijpen omdat het belang van de gezamenlijke schuldeisers dat daarom nodig maakt.

Deel dit artikel