De 54-jarige Bicentini was van 2016 tot 2020 al succesvol bondscoach van Curaçao. Met het land plaatste hij zich drie keer voor de Gold Cup, wat de eerste deelnames van Curaçao aan het kampioenschap voor landen uit Midden- en Noord-Amerika waren.
In augustus 2020 moest Bicentini via de pers vernemen dat hij was ontslagen en moest plaatsmaken voor Guus Hiddink. Hij reageerde furieus en ging niet akkoord met een aangeboden ontslagvergoeding voor de ontbinding van zijn contract tot medio 2022. Hiddink zei het land niet te willen coachen zolang de bond geen akkoord had bereikt met Bicentini.
Drie maanden na het ontslag spande de Curaçaose voetbalbond een kort geding aan tegen Bicentini om de impasse te doorbreken. Beide partijen vonden elkaar toen in een schikking. Vervolgens ging de coach als assistent aan de slag bij Canada, waarmee hij zich plaatste voor het WK in Qatar. Afgelopen seizoen liep hij stage bij Eredivisie-club NEC.
Na het vertrek van Bicentini stonden achtereenvolgens Hiddink, Patrick Kluivert en Langeler aan het roer bij Curaçao. Laatstgenoemde werd vorige week na drie wedstrijden ontslagen door de Curaçaose voetbalbond. Hiddink, die op het eiland als technisch directeur werkzaam was, legde vervolgens zijn taken neer.
"Ik ben vereerd dat mijn eiland mij benaderde om het weer te gaan doen als bondscoach", zegt Bicentini tegen VI. "Ik heb hier een langere periode met veel plezier en succes mogen werken. Het voetbal op Curaçao maakt nog altijd een mooie ontwikkeling door en ik ben ervan overtuigd dat we met het nationale elftal weer succesvol kunnen zijn."