Balans bvz-fonds staat precies op nul
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In 2021 tekent de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ten aanzien van het fonds basisverzekering ziektekosten (bvz), een kostenpost op van circa (naar boven afgerond) 558 miljoen gulden. In 2020 bedroegen de ziektekosten nog 552 miljoen gulden. Als de inkomsten en kosten tegen elkaar afgezet worden, staat het bvz-fonds in 2021 precies op nul.
In 2020 was er nog een negatief resultaat van 19,5 miljoen gulden en in 2021 stond het fonds voor 14,4 miljoen gulden in de plus.
Het totaalaantal verzekerden per eind 2021 was 143.847. In 2020 waren dit er 150.893. Dus ondanks de afname van het aantal verzekerden, vallen de ziektekosten hoger uit. De gemiddelde medische kosten per verzekerde over 2021 bedroegen dan ook circa 3.888 gulden, tegenover 3.700 gulden per verzekerde in 2020. Daar tegenover staat dat er meer inkomsten waren in het bvz-fonds, namelijk circa 281,1 miljoen gulden (2020: 263,3 miljoen gulden), een stijging van 6,8 procent.
De hogere kosten zijn volgens de SVB onder andere het gevolg van het niet volledig kunnen doorvoeren van voorgestelde maatregelen met betrekking tot de medisch specialisten, het CMC en de farmacie. In de eerste lijn en op preventiegebied zijn wel goede stappen gezet.
,,De grootste kostenstijging ten opzichte van 2020 is bij intramurale instellingen, circa 4,3 miljoen gulden, een stijging van 2,1 procent, hetgeen veroorzaakt wordt door de verhoging van het budget ten gunste van het Curaçao Medical Center (CMC)”, zo staat geschreven in het aan de Staten aangeboden jaarverslag 2021. De voorgestelde besparingen door het invoeren van budgetfinanciering in plaats van de van oudsher door volume gestuurde zorgverlening hebben nog geen zoden aan de dijk gezet. ,,Het CMC heeft bij de vastgestelde budgetten over de periode 15 november 2019 tot en met 31 december 2020 en over het jaar 2021 tegen de budgetbeschikkingen van de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) bezwaar en beroep aangetekend. Deze juridische procedures zullen naar verwachting in 2022 worden afgerond.” De exploitatielast van het CMC ten opzichte van het Sint Elisabeth Hospitaal (Sehos) die ten laste komt van het bvz-fonds is in 2021 bijna 50 miljoen gulden meer, volgens de SVB.
Om toch te kunnen besparen is door de Taskforce Marktwerking en Financiering Zorgsector (TMFZ) voorgesteld de besparingen te realiseren via onder andere geneesmiddelen, medisch specialistische zorg en medische uitzendingen. ,,Ten opzichte van 2019 zijn er uitgavendalingen geboekt in de uitgaven voor specialisten (10 miljoen gulden), medische uitzendingen (6 miljoen gulden) en farmacie (2 miljoen gulden). De taakstellende besparingen zijn daarmee in 2021 slechts ten dele (voor 20 à 25 procent) gerealiseerd”, aldus de SVB. De norm was namelijk een besparing van 70 miljoen gulden.
Het instituut wijt de lagere besparingen onder andere aan de farmacie waar ‘nog steeds geen sprake is van het terstond registreren door de overheid van geneesmiddelen, in het bijzonder generieken of ‘brand generics’, die reeds in de Europese Unie, Verenigde Staten of Canada geregistreerd zijn’. Daarnaast is het productieplafond voor declaraties van medisch specialisten nog niet gehandhaafd omdat er juridische bezwaar- en beroepsprocedures lopen en rechterlijke uitspraken zijn. Ook de maximering van de pensioenleeftijd en uittreding (pensionering) van zorgverleners (namelijk 65 jaar) is op last van het gerecht door de overheid verschoven naar 1 januari 2023.
Ten aanzien van de medische uitzendingen staat geschreven dat er in 2020, 332 uitzendingen waarvan 41 acute gevallen waren. In 2021 waren er in totaal 452 uitzendingen waarvan 51 acuut. Deze uitzendingen zijn overigens forse dalingen ten opzichte van 2019, ‘ten dele door incidentele externe factoren als Covid-19’. In 2019 waren er gemiddeld 92 uitzendingen per maand. In 2020 waren er gemiddeld 28 uitzendingen per maand en in 2021 betrof het gemiddeld 38 uitzendingen per maand.
De uitgavendaling in 2021 ten opzichte van 2019 is 22 procent. Wel wordt aangegeven dat er veel duurdere en meer langdurige uitzendingen naar Nederland zijn geweest, vanwege de inreisbeperkingen van met name Colombia.
,,De uitgaven in de zogenaamde ‘eerste lijn’, in het bijzonder de huisartsen en tandartsen, zijn in het jaar 2021 licht gedaald”, aldus de SVB. Dit komt voornamelijk omdat huisartsen een vast abonnementstarief hebben per ingeschreven verzekerde. En omdat het aantal verzekerden is gedaald, zijn de huisartskosten ook afgenomen. Voor tandartsen is in 2020 een productieplafond geïntroduceerd. ,,Zodoende worden de uitgaven per medewerkende tandarts op jaarbasis aan een maximum gebonden en beheerst. Vergelijkbare productieplafonds waren al eerder geïntroduceerd voor de vrijgevestigde psychologen, diëtisten, logopedisten, fysiotherapeuten en oefentherapeuten Cesar/Mensendieck. En dergelijke convenanten zijn nu afgesloten met de beroepsverenigingen voor huisartsen, medisch specialisten, diëtisten, logopedisten en oefentherapeuten”, aldus het jaarverslag. ,,Ten opzichte van 2019 (pre-covid) zijn de uitgaven van de paramedische zorg op een beduidend lager niveau.”