Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Reportage

Venezolanen hopen op hulp van de brug

Venezuela Terwijl in Venezuela de tekorten oplopen, hopen hulpgoederen zich op aan de grens.

Een vrijwilliger met een zak hulpgoederen in grensstad Cúcuta.
Een vrijwilliger met een zak hulpgoederen in grensstad Cúcuta. Foto Raul Arboleda/AFP

De ochtendmist hangt nog over het Andesgebergte achter Las Tienditas, de nieuwe, maar nog niet in gebruik genomen brug die Colombia met Venezuela verbindt. Colombiaanse grensbewakers duwen de dranghekken opzij en een busje met vrijwilligers rijdt vlug naar binnen. De vrijwilligers, allemaal gevluchte Venezolanen uit de grensstad Cúcuta, helpen met het sorteren van humanitaire hulp van de Amerikaanse organisatie USAID, bestemd voor hulpbehoevende Venezolanen.

De Las Tienditas-brug verbindt Venezuela met Colombia.

Illustratie NRC

Vorige week arriveerde na aankondiging van de zelfbenoemde Venezolaanse interim-president Juan Guaidó 50 ton aan hulpgoederen in de Colombiaanse grensstad Cúcuta. Dinsdag maakte Guaidó bekend dat de goederen op 23 februari de grens over gebracht zullen worden naar Venezuela.

De Venezolaanse oppositie probeert al jaren een humanitair kanaal te openen, maar dat werd tegengehouden door de Venezolaanse president Nicolás Maduro. Die ontkent de voedsel- en medicijnencrisis in zijn land. Nu probeert zijn rivaal Guaidó met steun van de VS – die hem onmiddellijk erkenden toen hij zich uitriep tot interim-president – de benodigde noodhulp het land binnen te krijgen. Medicijnen, voedsel en andere noodhulp ter waarde van 20 miljoen dollar liggen nu opgeslagen in grote loodsen rondom de brug bij Las Tienditas tot het Venezuela in kan. „We maken samengestelde voedselpakketten voor families van vijf of zeven personen. Met bijvoorbeeld olie, blikjes sardines of worst, en pakken meel, spaghetti en rijst”, zegt vrijwilliger Yester Gomez.

Gomez vluchtte twee jaar geleden met zijn gezin uit Venezuela en woont nu in Cúcuta. „Ik ben gevlucht omdat ik mijn kinderen niet meer te eten kon geven door de inflatie en enorme prijsverhogingen. Medicijnen waren twee jaar geleden al nauwelijks te vinden, nu is het nog schrijnender. Wat je hier ziet liggen aan producten is heel hard nodig in Venezuela”, zegt hij.

Lees ook: Ook Curaçao is in crisis door Venezuela

Vlees, eieren en toiletpapier

Bij de noorderlijker gelegen grensovergang richting het Venezolaanse dorpje Ureña, is het een drukte van belang met Venezolanen die oversteken met tassen en koffers. Sommigen doen dat voor de inkoop van eten en medicijnen, anderen omdat ze werken in Colombia. Weer anderen ontvluchten Venezuela om in Colombia of elders een nieuw bestaan op te bouwen.

Venezolaanse douaniers staan terzijde. Naar documenten vragen ze niet, wel worden tassen grondig doorzocht. „Ze zijn zeker bang dat we nu al hulppakketten uitgedeeld krijgen van de Colombianen”, grinnikt José Aguilero als hij op veilige afstand van de grenswachters staat. In zijn tas zitten pakketten vlees, eieren en rollen toiletpapier. Mercedes Uribe die vlakbij in Ureña een kleine supermarkt runt, kan niet wachten tot de hulpgoederen de loodsen uitgaan en naar Venezuela gaan. „Ik heb last van hoge bloeddruk, maar geen geld voor medicijnen en hier zijn ze niet te krijgen”, zegt Uribe. Ze moet haar winkel sluiten want klandizie heeft ze niet meer. „Vroeger kwamen hier nog Colombianen boodschappen doen, terwijl ze hun tank volgoten bij het pompstation. Nu is het tankstation gesloten, Colombianen komen hier niet meer.”

In het Venezolaanse deel houden militairen de wacht bij de brug. De plek is hermetisch afgesloten door vrachtwagens. Vanwege de grote landelijke protesten tegen Maduro die dinsdag in heel Venezuela plaatsvonden, wordt de grensbewaking opgevoerd. Gewapende militairen paraderen met de Venezolaanse vlag en geven een duidelijk signaal: hier komt geen hulp naar binnen. Volgens President Nicolás Maduro is de humanitaire hulp een manier van Guaidó en de Verenigde Staten om een militaire interventie op poten te zetten. In een interview met de BBC haalde Maduro fel uit. „Het is één grote show. Wij hebben hun etensresten en die bedorven spullen niet nodig, we hebben onze eigenwaarde en genoeg eten voor onze eigen mensen, we bedelen bij niemand om eten. Trump wil ons land binnenvallen en is uit op onze olie”, aldus Maduro.

Mensen steken de brug bij Urena over met tassen.

Foto Luis Robayo/AFP

Toch heeft Venezuela wel degelijk acuut hulp nodig. Er voltrekt zich al jaren een omvangrijke humanitaire crisis in de ooit rijke olie-natie. Door chronische voedsel- en medicijntekorten en een hyperinflatie (die in 2019 kan oplopen tot 10 miljoen procent) leeft volgens de Verenigde Naties ruim 85 procent van de Venezolanen onder de armoedegrens.

Vorig jaar vielen de Venezolanen, die nog maar 1 of 2 keer per dag eten, massaal af. Volgens lokale hulporganisaties kampen 300.000 kinderen met ondervoeding. Negen van de tien ziekenhuizen hebben te weinig medicijnen en onder de 3 miljoen vluchtelingen die Venezuela verlaten zijn zo’n 13.000 artsen.

Ook honger onder militairen

„We hebben het leger nodig om de spullen Venezuela binnen te krijgen”, zegt parlementslid Gaby Arellano stellig. Ze is gekozen in het Venezolaanse parlement, maar leeft in ballingschap in Colombia nadat ze vanwege bedreigingen en vervolging haar land ontvluchtte. „Maduro is oorlogszuchtig. Hij laat zijn macht zien, nu ook weer tijdens de demonstraties trommelt hij militairen op om ons bang te maken om vooral de goederen niet naar de overkant te brengen. Maar ik weet dat er onder de militairen ook veel honger is, niet aan de top, maar wel daaronder. Zij en hun familieleden hebben ook acute hulp nodig”, zegt Arellano.

De zelfbenoemde president Guaidó hoopt dan ook dat via de humanitaire hulp het leger uiteindelijk overstag gaat en zijn kant zal kiezen. „Militairen, laat de spullen er door, er is ook hulp bij voor jullie en jullie familieleden”, zei Guaidó bij herhaling. Maar aanhangers van Maduro zeggen er alles aan te doen om de hulp tegen te houden, de goederen binnenlaten zou immers gelijk staan aan toegeven dat er een crisis is. Een dag voor de demonstratie organiseert de socialistische partij van Maduro (PSUV) een bijeenkomst in San Antonio, de Venezolaanse grensstad bij de Simon Bolivar-brug, de grootste grensovergang bij Cúcuta.

Leden van het Venezolaanse leger op de Tienditas-brug.

Foto Fernando Llano/AP

Partijleden en toppolitici uit hoofdstad Caracas zijn afgereisd naar de grensstad om hun autoriteit te tonen. Maduro’s aanhangers houden een protestmars en er heerst een strijdlustige stemming. „We hebben het leger en daarnaast kunnen we zo twee miljoen activisten en leden van onze volksmilitie optrommelen om, als het moet, ons land te beschermen tegen een buitenlandse invasie”, zegt Estrella Uribe, lid van de socialistische partij. Mocht het nodig zijn wil ze haar land ook verdedigen. „Trump wil onze rijkdommen en onze olie. Maar die spullen van hem komen er hier niet in”, zegt ze vastberaden. Freddy Bernal, voormalig burgemeester en een topman binnen de socialistische partij, zit voor een grote foto van oud-president Hugo Chavez. Zijn ogen zijn groot afgebeeld op een banner en lijken alles nauwlettend in de gaten te houden. „Guaidó is een landverrader. Bij de Tienditasbrug is nog geen migratiepost dus als er iets of iemand die brug oversteekt wordt dat gezien als militaire interventie en staat ons leger klaar de soevereiniteit van ons land te beschermen”, zegt Bernal dreigend.

In een loods op Colombiaans grondgebied is vrijwilliger Gomez bijna klaar met zijn werk. Als hem op 23 februari wordt gevraagd de grens over te steken met tassen vol hulpgoederen, dan zal hij dat zeker doen. „Het is riskant, maar ik wil me opofferen. Ik ben bereid tot het uiterste te gaan voor mijn land”. Hij zet de laatste noodpakketten klaar.