Foto: KDHimaging

PHILIPSBURG – Na drie dagen vergaderen verlaten de parlementariërs van Nederland, Curaçao, Aruba en Sint-Maarten de vergadertafels. De conclusie: het plan voor een Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) komt er niet zoals het er nu voor ligt.

Een kleine veertig volksvertegenwoordigers van de vier landen van het Koninkrijk kwamen bijeen op Sint-Maarten om te  overleggen voor een Afsprakenlijst. Geen verrassingen, maar wel meer duidelijkheid: de steun voor het huidige Coho blijkt nog verder te zijn afgebrokkeld, óók binnen het Nederlandse parlement.

Er lijkt deze week wat te zijn veranderd. Bij de Nederlandse delegatie is nu openlijk begrip te merken voor de pijnpunten van de eilanden. Delegatieleider Paul Rosemöller (GroenLinks) benadrukt ook aan de Caribische delegaties dat het Nederlandse parlement geen rubberstamp is van het kabinet, “we hebben onze eigen controlerende taak.”

‘Opgedrongen door het Nederlandse kabinet’
Het plan wat het Nederlandse kabinet presenteerde, zou zijn opgedrongen nadat de eilanden tijdens de coronacrisis om hulp vroegen. “De delegaties van de Staten van Aruba en Sint-Maarten geven aan dat in hun ogen geen sprake is van vrijwillige consensus tussen de regeringen”, staat in de afsprakenlijst.

Bewijs? De uitspraken van oud-staatssecretaris Raymond Knops (CDA), die het plan presenteerde en niets meer wilde horen over ‘meer autonomie’. Volgens hem heeft de coronacrisis opnieuw laten zien dat de eilanden hun eigen verantwoordelijkheid niet kunnen dragen. Ze zijn te afhankelijk geworden van Nederland, vindt hij.

Ook de woorden van premier Mark Rutte (VVD), zorgden voor meer spanning. “Wij onderhandelen niet over ons voorstel”, zei Rutte. “Dit is een onverplicht voorstel. Men moet kijken wat men ermee doet.” De geldkraan werd zelfs een paar keer dichtgedraaid vanuit Den Haag midden in de crisis, iets wat de eilanden nog niet zijn vergeten.

Lees ook: Negen vragen over het Coho

‘Komt Nederland belofte straks wel na?’
Doel van het Coho is om de eilanden weerbaar te maken tegen een economische crisis en om ‘positieve verbeteringen’ voor de inwoners te brengen. Maar die verbeteringen worden aangestuurd vanuit Nederland, zo zeggen de critici. Daarmee worden de bestuurders van de eilanden opzijgezet.

In het huidige voorstel krijg de minister van Binnenlandse Zaken volgens hen te veel macht, zeggen de eilanden. Zeker voor Curaçao is het ook nog onduidelijk wat Nederland wil bijdragen voor de beloofde ontwikkeling van de eilanden.

‘Wat voor zin hebben verkiezingen dan?’

Volgens de Curaçaose parlementariër Sheldry Osepa (PNP) is de kern van het probleem van het huidige wetsvoorstel, dat het Coho de autonomie aantast. “Als het College Financieel Toezicht een aanwijzing oplegt, kan een parlement niets anders doen dan akkoord gaan’’, aldus Osepa, anders stopt Nederland met alle Coho-investeringen. Dat betekent volgens hem dat de onafhankelijke positie van de volksvertegenwoordiging wordt beknot.

“Wat heeft het dan nog voor zin om als politici alle moeite te doen en verkiezingen te organiseren?”, vraagt hij aan de Nederlandse delegatie. ‘‘Waarom benoemen we dan niet een groep experts die alle beslissingen nemen in plaats van politici. Waarom stelt Nederland die niet aan voor zichzelf?’’

Osepa’s punt was duidelijk: Nederland legt volgens hem iets op aan de eilanden. Het leidt ertoe dat de Caribische parlementen worden gedwongen zich neer te leggen bij ‘drie mensen die op grote afstand beslissingen nemen over ons’; het bestuur van het Coho. Waarvan de samenstelling weer een ander heikel punt is.

Osepa staat niet alleen in zijn kritiek. Sterker nog, in de parlementen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten is er heel veel kritiek op het Coho als het gaat om de autonomie. De vraag is echter wat daarmee wordt gedaan.

‘Dit is pijnlijk voor Curaçao’
Volgens de voorzitter van het Curaçaose parlement, Charetti America-Francisca, is het Coho op de eerste plaats dan ook ‘heel pijnlijk’ voor haar en haar mede-politici. “We lossen het liefst onze eigen zaakjes op en hangen de vuile was niet buiten. Maar tijdens de corona-pandemie was de situatie op Curaçao zo nijpend, dat we hulp moesten aannemen. En daar zijn we Nederland dankbaar voor.”

Op Curaçao werd vorige maand nog unaniem een motie aangenomen waarin de regering wordt gevraagd enkele punten opnieuw te onderhandelen. Als dat niet gebeurt, zegt het parlement niet akkoord te kunnen gaan.

Aanpassingen Coho verwacht tijdens ‘mini-Ipko’

De eilanden krijgen een week extra om hun verslagen met vragen en zorgen in te leveren samen met die van de Nederlandse parlementsleden, op 20 mei. Daarna zal het Nederlandse kabinet moeten reageren. Staatssecretaris Van Huffelen wil nog voor het zomerreces de consensusrijkswet behandelen, maar dat lijkt niet meer te gaan lukken.

Op voorstel van de Nederlandse delegatie is afgesproken dat er een ‘mini-Ipko’ volgt, nog voordat de consensusrijkswet in Den Haag wordt behandeld. Tijdens het overleg willen de parlementen samen tot moties en amendementen komen.

Staatssecretaris gaat opnieuw naar eilanden
Staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties) is van plan om ‘half mei’ de eilanden bezoeken voor een gesprek, maakte ze eerder bekend. Daar zal ze in persoon het gesprek aangaan met de premiers over hoe verder met het Coho.

Volgende Ipko in september
Het volgende, reguliere Ipko zal plaatsvinden van 27 tot en met 30 september 2022 in Den Haag. Tijdens zo’n top zullen de vier parlementen opnieuw grote thema’s bespreken die alle eilanden en Nederland aangaan. Dit keer stonden op de agenda: het Coho, het verbeteren van de politieke relaties en de mensenrechten in het Koninkrijk.

Blijf op de hoogte van de belangrijkste updates uit de Caribische gemeenschap. Abonneer dan net als anderen ook op de nieuwsbrief van Caribisch Netwerk.