Al het nieuws

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Openbaar Ministerie (OM) bevestigt wat het Antilliaans Dagblad afgelopen dinsdag al berichtte, namelijk de vervolgaangifte van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) in verband met het RdK/CPR-traject ten aanzien van de Isla-raffinaderij.

OMParketPGOverheidsbedrijf Refineria di Kòrsou (RdK), dat eigenaar is van de raffinaderij en de olieterminal bij Bullenbaai, en de buitenlandse particuliere groep Caribbean Petroleum Refinery (CPR) zijn in vergaande onderhandeling over de overname door CPR van de exploitatie van de Isla. In dat traject zijn echter op diverse momenten vervalste documenten ontdekt, waaronder door de CBCS.
Alles wijst erop dat de aanvullende aangifte door de Centrale Bank al op 31 januari is gedaan. Toen deze krant hier afgelopen maandag naar vroeg bij de reguliere OM-woordvoerder, verwees deze functionaris naar de persofficier; die is belast met de persvoorlichting in deze kwestie. Op de vraag aan de persofficier over de vervolg- of tweede aangifte door de CBCS, antwoordde hij dat hem hierover ‘niets bekend’ was. Maar hij zou, na aandringen van de redactie, navraag doen bij procureur-generaal (PG) Ton Maan. Het antwoord luidde opnieuw: géén vervolgaangifte van de CBCS.
Vervolgens moest deze krant dezelfde vraag, verspreid over een aantal dagen, nog diverse keren stellen. ,,Het laatste wat wij willen is ‘vervelend’ zijn, maar wij doen onze job”, zo liet het Antilliaans Dagblad aan de persofficier weten. ,,Bij deze herhalen wij daarom onze vraag: kan het OM (kan de PG) bevestigen dat door de CBCS aanvullend of vervolgaangifte is gedaan in de kwestie Isla/CPR? Het is cruciale informatie. En wij moeten er als media op kunnen rekenen/vertrouwen dat de informatie van het OM correct is. Het kan uiteraard ook zo zijn dat de krant verkeerd is geïnformeerd (door bronnen); in beide gevallen is het antwoord van het OM van belang. Kunnen wij alstublieft vandaag uitsluitsel krijgen? Nogmaals veel dank.”
Pas na nog een ‘friendly reminder’ een paar uur later, kwam het bijna verlossende antwoord: ,,Ik heb net een bevestiging van de PG ontvangen dat er een vervolgaangifte is binnengekomen.” Dat was 8 februari; ruim een week na indiening.
Het was in dezelfde kwestie - althans met betrekking tot de aangifte van de CBCS in het dossier van CPR en de raffinaderij - de tweede keer dat er ‘iets mis’ was gegaan in de communicatie. Al eerder was er aangifte gedaan en werd dit in eerste instantie onbevestigd gemeld door verschillende media, maar ontkende het OM hiervan op de hoogte te zijn geweest.
In dit geval kwam op 30 januari het verlossende persbericht dat het OM ‘thans kan bevestigen’ dat een week daarvoor - op 26 januari - een aangifte van de CBCS was ontvangen, namelijk van strafbare feiten (waaronder valsheid in geschrifte), welke strafbare feiten in verband kunnen worden gebracht met één of meerdere partijen die betrokken zijn bij de onderhandelingen om te komen tot een nieuwe ‘operator’ voor de olieraffinaderij op Curaçao.
Eerst nog had het OM op 27 januari bekendgemaakt ‘dat een dergelijke aangifte noch bij de PG, noch bij de hoofdofficier van justitie bekend was’. Dat moest na het weekend worden rechtgezet, want er was volgens het OM sprake geweest van een soort misverstand: weliswaar was er een aangifte ingediend bij het Parket van de Procureur-Generaal, echter deze was niet gericht aan de PG, maar aan een medewerker van het parket. Pas in het weekeinde is de PG in kennis gesteld van de aangifte.
Wat nu de reden is dat het OM er ruim een week over deed om desgevraagd te kunnen bevestigen dat er een aanvullende aangifte was van de CBCS, wordt niet nader toegelicht.

Lichte irritatie bij OM
Intussen lijkt er sprake van lichte irritatie aan de zijde van het OM:
,,Met deze bevestiging wil ik tevens mededelen dat het OM voorlopig niet verder in zal gaan op de vraag of er al dan niet nieuwe dan wel vervolgaangiften bij het OM zijn binnengekomen”, laat de persofficier weten.
,,Inmiddels wordt wel dagelijks gevraagd of bijvoorbeeld de overheid, lokale commerciële banken, buitenlandse banken en zelfs de Staat Venezuela aangifte heeft/hebben gedaan. We moeten dan blijven reageren”, legt hij uit, eraan voorbijgaand dat beide vragen van deze redactie waren gesteld om verkregen informatie te checken en het bovendien - zo blijkt nu - geen onterechte vragen waren.
De persofficier eindigt zijn bericht aan deze krant aldus: ,,De slotsom is: Het Statenlid de heer Calmes heeft een verzoek gedaan aan het OM om onderzoek te doen naar de vraag of er al dan niet strafbare feiten zijn gepleegd in het kader van de onderhandelingen om te komen tot een nieuwe ‘operator’ voor de raffinaderij. De heer Andrade heeft aangifte gedaan bij de Landsrecherche en daarover is de PG geïnformeerd. De CBCS heeft rechtstreeks bij het OM aangifte gedaan, gevolgd door een nadere aangifte en RdK heeft twee aangiften gedaan bij het OM.”
Hij voegt er nog aan toe dat ‘het OM voorlopig geen nadere mededelingen zal doen over soortgelijke aangiften, de inhoud van die aangiften noch over de personen en/of instanties tegen wie aangifte is gedaan’.
In het algemeen geldt dat het Openbaar Ministerie en de opsporingsinstanties via de media publiekelijk verantwoording afleggen door gericht en actief te communiceren over de aanpak en preventie van criminaliteit en over de ontwikkelingen in (concrete) onderzoeken en strafzaken. Hiermee voorzien zij de samenleving van de informatie die nodig is voor een goed publiek debat over de strafrechtspleging. Voorlichting wordt behalve ten behoeve van het publiek belang van de openbaarheid in de strafrechtspleging ook ingezet in het kader van transparantie en (ter voorkoming van) maatschappelijke onrust.
In het Europese deel van het Koninkrijk, waar PG Maan eerder werkzaam is geweest (in Amsterdam), geldt zelfs ‘de maatschappelijke verplichting tot voorlichting’, die voortvloeit uit de artikelen over de openbaarheid van de rechtspleging en de vrijheid van meningsuiting van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) alsmede informatieverstrekking uit eigen beweging van de Wet openbaarheid van bestuur. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) kent aan openbaarheid van informatie over de strafrechtspleging groot maatschappelijk gewicht toe. ,,Zonder die openbaarheid is geen goed publiek debat over de strafrechtspleging mogelijk, terwijl het publiek debat noodzakelijk is voor het goed functioneren van de strafrechtspleging en een kernwaarde voor het in stand houden van een democratische samenleving.”


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.