Nieuws Curaçao

Armoede op Curaçao steeds zichtbaarder

Julie Hanley voor het bejaarden tehuis

Het zorgcentrum van Julie Henley heeft dringend steun nodig. Wil jij wat voor ze betekenen? App dan naar Sissy Dulfer op +5999 511 9704.

Julie Hanley runt met beperkte middelen haar zorgcentrum | Foto: Dick Drayer

Curaçao is zwaar getroffen door de coronacrisis. De autoriteiten gooiden in maart vrijwel meteen de grenzen dicht om besmettingen te voorkomen, maar de prijs was hoog. Tienduizenden mensen verloren hun baan en overleven nu met behulp van voedselpakketten. Via de Voedselbank of via het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

 “Veel mensen zijn aangewezen op hun eigen sociale netwerk, familie en vrienden, die vaak zelf ook in de problemen zitten”, zegt Coraline Kooistra. Zij runt al twintig jaar een stichting tegen kindermishandeling en richt zich daarbij vooral op armoedebestrijding. “Armoede is een van de ergste vormen van kindermishandeling.”

Armoede heeft bovendien veel gezichten. Dit verhaal gaat over twee mensen die in coronatijd het hoofd boven water proberen te houden. Het verhaal van Julie Hanley en het verhaal van Marryelma Hato.

Nagelsalon

Zo op het eerste gezicht is Marryelma Hato niet arm. Ze is medisch pedicure en schoonheidsspecialiste. Ze heeft een nagelsalon. Wie haar praktijk bezoekt, mag via een elektrisch bediend hek met de auto het terrein oprijden. “Ik struggle eigenlijk al jaren, maar heb nu nauwelijks nog klanten. Vandaag een, gisteren twee, maar de afgelopen week niemand. Veel van mijn klanten hebben geen werk meer en zien nagels als luxe: daar wordt als eerste op bezuinigd. Afgelopen maand  verdiende ik 500 gulden, zo’n 240 euro. Voor Covid zat ik op 1800 gulden.” Ze krijgt nu hulp van de stichting van Caroline Kooistra.

Marryelma Hato in haar nagelsalon | Foto: Berber van Beek

Het Centraal Bureau voor de Statistiek op Curaçao heeft in 2018 berekent dat een eenoudergezin met twee kinderen 2100 gulden moet verdienen om boven de armoedegrens te blijven. Een kwart van de 60.000 huishoudens op Curaçao zat er in 2011 onder. Nieuwe cijfers zijn er niet. Hoeveel mensen hun baan zijn verloren, weten ze op het ministerie van Sociale Zaken niet, maar het is veel. “Een immense informele economie”, zegt minister Hensley Koeiman, die tot eind augustus ruim 6000 extra aanvragen voor steun kreeg. “Bij zestig procent van de aanvragen gaat het mis en is de informatie niet volledig.”

Marryelma moet het zelf zien te rooien, ze heeft nog steeds geen steun gekregen. Voor de huur van haar huis en praktijk betaalt zij elke maand 1000 gulden. “Ik heb een regeling getroffen met mijn huisbaas en betaal nu 600 gulden totdat de crisis voorbij is. Daarna moet ik het verschil wel terugbetalen.” Ze heeft een achterstand op haar water en stroomrekening. In normale tijden word je op Curaçao meteen afgesloten, maar dat mag niet meer van overheidswege, vanwege de crisis.

“Ik ben niet arm in de zin dat ik niet kan eten, maar zonder de hulp van mijn moeder lukt het niet. Zij heeft een AOV-pensioen van de overheid, van mijn overleden vader en van haar vroegere werk. Vaak belt ze op om te vragen of ik wel eten heb en dan zegt ze dat ik met de kinderen moet komen. Als ik daar ben, komen er ook mensen uit haar straat langs voor een maaltijd.”

Zorgcentrum

De situatie van de 75-jarige moeder van Marryelma staat in schril contrast tot de ouderen die wonen in zorgcentrum Jurmalenne, verderop in de wijk. Een privézorgcentrum, zoals er honderden zijn op het eiland. “Vandaag geen appel of banaan bij de rijst”, zegt Julie Hanley. “Het geld is op.”

Etenstijd| Foto: Berber van Beek

Er wonen acht ouderen in haar centrum. Acht ouderen in vier kamers. Eén kamer heeft een werkende airconditioning, in de andere kamers is het snikheet. De meesten liggen op bed. Er is geen geld voor dagbesteding. “Ik doe hier niets, maar ze zorgen goed voor me”, zegt Eulogio Josephus. Hij is nog maar zestig, maar is blind en dakloos en mag tijdelijk blijven van Julie. “Hij betaalt niet, want hij heeft helemaal geen geld.”

De anderen moeten hun AOV-pensioen van 850 gulden inleveren in ruil voor zorg. Maar met maar zes betalende bejaarden, kan het zorgcentrum niet overleven. “Curaçao was al duur, maar de boodschappen zijn nu, tijdens Covid, onbetaalbaar geworden”, zegt Julie. “We leven op de pof. Ik heb overal schulden. Ik beslis elke maand welke rekening ik wel en welke ik niet ga betalen. Ik heb nu zelfs geld geleend om boodschappen te kunnen doen. Twee voedselbonnen van samen 300 gulden heb ik gekocht, aan het eind van deze maand moet ik 348 gulden terugbetalen. Ik weet nog niet hoe. We runnen het centrum nog maar met z’n tweeën hier. Ieder twaalf uur per dag. Ik kan geen kok betalen, dus ik kook zelf voor de mensen.”

Nederland

Marryelma Hato in haar nagelsalon | Foto: Berber van Beek

Marryelma heeft gesloten terug te gaan naar Nederland. “Ik hou van mijn lans, maar ik kom op Curaçao niet meer vooruit. Voel me soms net een hond die achter zijn eigen staart rent. In Nederland kan ik wellicht weer werk krijgen, zoals vroeger en het is beter voor mijn kinderen. Hier is er geen toekomst voor ze.”

Dit verhaal stond eerder – in bewerkte vorm – in dagblad Trouw


Deel dit artikel