Al het nieuws

Diettrich (D66): Leg álle vragen neer in verslag

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De vier parlementen van de landen van het Koninkrijk zouden in het traject van de consensuswetgeving Coho zo veel mogelijk samen moeten optrekken. Dat kan zo nodig leiden tot een gezamenlijke Ipko-motie.

IpkoDat kwam gisterochtend naar voren tijdens het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko) op Sint Maarten. Eerste Kamerlid Boris Diettrich (D66) wist de kern van discussie over de consensusrijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) bondig samen te vatten. ,,Ik hoor één groot pijnpunt en dat gaat over de rol van de parlementen in het proces van de consensusrijkswet”, zei Diettrich, die de parlementariërs van Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS) oproept om alle vragen over de wet en het proces vast te leggen in het verslagen van de Statenvergaderingen. ,,Wij brengen onder elkaar allerlei ingewikkelde vragen naar voren waar niemand het precieze en juiste antwoord op weet. Laten we gebruik maken van de mogelijkheid om die bij de regeringen neer te leggen.” Door de vragen op te nemen in de verslagen van de nationale parlementen, komen die gelijktijdig bij de vier regeringen terecht. Diettrich: ,,Dan krijgen we ook allemaal eenzelfde antwoord.”

Diettrich en zijn collega uit de Senaat Paul Rosenmöller (GroenLinks) stellen voor aansluitend op de reactie van de regeringen van het Koninkrijk, nog eens een overleg in te plannen, maar meer informeel. Rosenmöller spreekt van een ‘online mini-Ipko’. ,,Nadat de nota van de regeringen van het Koninkrijk is ingediend, zijn de parlementen opnieuw aan zet. Het is belangrijk om elkaar weer te spreken voorafgaande aan de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer.” Want dan is er nog ruimte voor het bijsturen van het wetsvoorstel. Diettrich noemt als voorbeeld het indienen van amendementen en ‘een gezamenlijke Ipko-motie’.

Wanneer zo’n informele ‘mini-Ipko’ plaatsvindt, hangt af van de voortgang van het proces dat daaraan voorafgaat. Zoals bekend zijn de vier regeringen van het Koninkrijk akkoord gegaan met het wetsvoorstel dat nu bij de parlementen ligt voor behandeling. De Staten van Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben tot 13 mei de tijd gekregen om een verslag in te dienen nadat het wetsvoorstel door hun parlementen is besproken. Vervolgens zullen de leden van de Tweede Kamer in Nederland zich erover buigen, bij voorkeur voor het zomerreces. Maar de deadline van 13 mei is voor de parlementen van de CAS-landen niet haalbaar, alleen al vanwege het Ipko-overleg, dat pas vandaag wordt afgerond. Het verzoek aan de Nederlandse Tweede Kamer is om de datum te verschuiven naar 20 mei. Een week eerder is voor de Curaçaose Staten ‘sowieso niet haalbaar’, zegt Sheldry Osepa (PNP). ,,Na de behandeling van het voorstel van de consensuswet in de Staten moet het verslag geschreven worden en vertaald. Volgens onze griffie is het met veel inspanningen mogelijk dat uiterlijk 20 mei voor elkaar te krijgen.”

Osepa en MAN-Statenlid Giselle Mc William hebben in het Ipko-overleg gisteren nog eens naar voren gebracht dat de Curaçaose regering weliswaar akkoord is gegaan met het wetsvoorstel, maar onder grote druk, ‘met het mes op de keel’. ,,Het is belangrijk dat wij als parlement kunnen beoordelen of de regering heeft gefaald of niet”, vindt Osepa. ,,We hebben inmiddels een advies van de Raad van State en er is wat tijd overheen gegaan. Wij staan als Staten er nu anders in.” Osepa wijst erop dat in het Statuut van het Koninkrijk heel specifiek wordt benoemd welke de autonome taken van de landen zijn. ,,Een aantal kunnen naar Koninkrijksniveau worden getild, maar uitsluitend als daarover consensus bestaat. Dat is het grote verschil tussen een rijkswet en een consensusrijkswet.”

Dat de procedure voor een consensusrijkswet niet goed is vastgelegd, zorgt volgens Giselle Mc William voor de nodige irritaties. ,,Het is niet duidelijk. Wanneer kun je spreken van consensus?” Want volgens Mc William, die daarin gesteund wordt door Statenlid Sarah Wescott-Williams (Democratic Party) van Sint Maarten, was het ongepast om de CAS-regeringen in 2020 een consensusrijkswet voor te leggen. Dat was niet het moment om voor een dergelijke wet te kiezen. ,,Zonder enige inspraak. De bevolking had hulp nodig, mensen waren kwetsbaar”, brengt Mc William in herinnering. ,,Laten we eerlijk zijn. Het waren niet de landen gezamenlijk, maar het was Den Haag dat toen eenzijdig heeft besloten voor deze vorm. Dit had nooit een consensusrijkswet mogen worden genoemd.”

Het Nederlandse Tweede Kamerlid Roelien Kamminga (VVD) vindt het standpunt van Mc William nogal gekleurd. ,,Er is wel degelijk overleg geweest. Het beeld dat nu wordt geschetst doet geen recht aan de inspanningen van de regeringen, ministeries en ambtenaren.” Kamminga ziet wel kansen om het proces van de totstandkoming van een consensusrijkswet ‘beter kan worden ingericht’. Eerste Kamerlid Paul Rosenmöller constateert dat de deelnemers aan het Ipko vooral van mening verschillen over de precieze rol van de parlementen en de regeringen. Zo staat nergens beschreven wat er gebeurt als de Staten van de CAS-landen vinden dat de wet niet door kan gaan. Rosenmöller: ,,Als parlementariërs is het onze taak om de parlementaire controle zo goed mogelijk uit te voeren. Daarom moeten we hier heel veel met elkaar over spreken.”


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.

Top Tags afgelopen week

Geen tags gevonden.