Direct naar artikelinhoud
NieuwsCuraçao

De Curaçaose economie zit in het slop – en daar moeten ‘nodige miljoenen’ uit Nederland wat aan doen

De Isla rafinaderij in de haven van Willemstad, die tot voor kort door het Venezolaanse staatsbedrijf PDVSA werd gerund.Beeld Daniel Rosenthal

Nederland neemt een sturende rol bij de pogingen om de economie van Curaçao uit het slop te krijgen. De Rijksministerraad zal hier vrijdag mogelijk toe besluiten via een zogeheten aanwijzing. Maar belangrijker nog is dat Nederland geld en deskundigen zal inzetten als hulp aan het autonome Caribische eiland.

De afgelopen drie jaar is de economie van Curaçao met zo’n 5,5 procent gekrompen. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de crisis in Venezuela, het grote buurland op 80 kilometer afstand. De raffinage van olie uit dat land is vrijwel stil komen te liggen en Venezuela heeft bij Curaçao miljoenen euro’s schuld.

Maar ook in andere economische sectoren gaat het slecht op het eiland. Alleen het toerisme bloeit. De regering van premier Eugene Rhuggenaath slaagt er al tijden niet in de begroting op orde te krijgen. Eerdere adviezen daartoe van het College financieel toezicht (Cft) zijn niet toereikend gebleken, of niet uitgevoerd.

Schulden lopen op

In juni kwam het Cft met scherpe kritiek. Op Curaçao ‘blijven effectieve maatregelen om de uitgaven te verlagen nog altijd uit’, aldus het College. De schulden lopen op, de belastinginning is gebrekkig, onderwijs en gezondheidszorg staan onder steeds grotere druk en de voorraad deviezen slinkt snel.

Premier Rhuggenaath geeft toe dat de problemen ‘fors’ zijn. Zijn regering kan op veel sympathie binnen het Nederlands kabinet rekenen, maar in eigen kring vindt Rhuggenaath veel verzet tegen zijn pogingen harde bezuinigingsmaatregelen te nemen. Toch zijn die nodig, geeft een hoge Curaçaose ambtenaar toe: ‘We kunnen zo echt niet doorgaan.’

Dat vindt ook Nederland, dat als machtigste land binnen het koninkrijk beseft dat een toename van Curaçaose problemen uiteindelijk ook op het bord van Den Haag komt. Bijvoorbeeld omdat Curaçaoënaars die op eigen eiland werkloos blijven, besluiten om naar Nederland te komen.

Nederlandse en Curaçaose deskundigen werken daarom aan een nieuw akkoord. In januari dit jaar tekenden Rhuggenaath en premier Mark Rutte in Willemstad al een convenant voor een ‘Groeistrategie’, maar dat heeft nog te weinig handen en voeten gekregen. Het nieuwe akkoord, dat mogelijk vrijdag openbaar wordt, is concreter, blijkt uit gesprekken met betrokkenen. En betekent ook dat Nederland het voortouw neemt.

Eind dit jaar eindigt de huur door Venezuela van de raffinaderij op Curaçao. Als dan geen nieuwe exploitant is gevonden, zal de economie van het eiland met nog eens zo’n 2 procent slinken. Sluiting van een bedrijf dat dankzij Shell tientallen jaren heel belangrijk is geweest voor de welvaart op Curaçao kan ook tot maatschappelijke onrust leiden. Nederland kent de olieindustrie goed en stelt die kennis beschikbaar voor het zoeken naar een nieuwe exploitant, of een economisch alternatief.

Hulp van Nederland

Curaçao wil graag tijdelijke armslag door nieuwe leningen af te sluiten. De regering-Rhuggenaath zegt zich hierin gesteund te weten door een eerder rapport van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Den Haag is bevreesd voor nieuwe schulden. Toch zal het Curaçao de gelegenheid geven om, tegen een zeer lage rente, op de Nederlandse kapitaalmarkt leningen af te sluiten.

Nederland gaat ook mensen ter beschikking stellen om op het eiland te helpen bij het efficiënter maken van de overheid. Het ambtenarenapparaat is te groot en kost veel te veel geld. Bij de belastingdienst bestaat een forse achterstand in het innen van aanslagen, waardoor de overheid vele miljoenen misloopt.

Ook voor het bedrijfsleven op Curaçao komt Nederlandse steun. Dat moet het voor investeerders bijvoorbeeld makkelijker maken om overheidsgrond te kopen en hun financiële risico’s te dekken.

Hoeveel Nederland precies zal uittrekken voor de nieuwe hulp aan Curaçao is nog onbekend. Maar door het beschikbaar stellen van menskracht en leningen zal het volgens ingewijden gaan om ‘de nodige miljoenen’. Het Nederlands toezicht valt onder staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties.