Marigot: we waren wit en hadden een grote camera...

Manifestatie in Marigot tegen Frankrijk, georganiseerd door het lokale bestuur

Een jonge vrouw schoot mij aan op het plein bij de Waterfront in Marigot. We werden omringd door honderden mensen, gestoken in witte kledij, met de tekst 'respect the locals'. Ik had een draadloze microfoon bij me met een plopkap van de NOS.  "Wat ga je zeggen in je verslag", vroeg de vrouw in onvervalst algemeen beschaafd Nederlands en met een glimlach, maar met een blik van: 'ik-weet-wat-je-gaat-schrijven-en-het-klopt-toch-niet.'

Ze had drie jaar in Nederland gestudeerd en was vanochtend vanuit Philipsburg naar Marigot gegaan om steun te geven aan de protesterende bevolking van Frans Sint-Maarten.

"Ik ga niks zeggen", zei ik met enige verbaasdheid. "Ik hoop dat de mensen hier wat gaan zeggen."

Die hoop was een diepe wens, want tot nog toe waren mijn cameraman, Tim, en ik alleen maar agressie tegengekomen. Bij elke brandende barricade was het maar de vraag of we met rust zouden worden gelaten. Niet dus.

Oprotten
Gisteren moesten we in de French Quarter een snel heenkomen zoeken toen jongeren met stenen ons achterna kwamen en in Marigot, vandaag, stonden alle straten in brand en was er geen politie in velden of wegen te zien. Bij de eerste brandende barricade ging het al mis. Een stevig gespierde jongen, met zijn hoofd gewikkeld in doeken om onherkenbaar te blijven, probeerde de camera van Tim uit zijn handen te slaan en dreigde met nog meer geweld als we niet zouden oprotten.

We waren wit en hadden een grote camera.


De vreedzame demonstratie van bezorgde inwoners vond plaats in het centrum van Marigot, alle toegangswegen daarnaartoe waren gebarricadeerd door relschoppende jongeren met een andere agenda. Ze lieten iedereen door, behalve de witte lokale journaliste van Le Pélican Saint Martin en Tim en mij, van de NOS.

De enige manier om toch verslag te kunnen doen van de vreedzame demonstratie was over zee, met een boot tot aan de kade bij Waterfront.

De jongedame gooide het over een andere boeg. "Wat denk jij dat hier gebeurt?" Ik antwoordde: "Dat is precies wat ik aan de mensen hier vraag. Ik kom niet veel Nederlandssprekende Sint-Maartenaren tegen hier. Kun jij het mij niet vertellen?"

Maar dat wilde ze niet.

"Hoe kom ik het dan te weten?", probeerde ik nog een keer, want veel zin in een les overhoren had ik niet. "De witte media is bevooroordeeld", ging ze verder. "Ik wil alleen maar checken of jij dat ook bent."

Ik vertel dit verhaal omdat de vraag mij vaker wordt gesteld. Kennelijk weet de witte media zwarte mensen niet te overtuigen in hun berichtgeving. Of is er op basis van mijn kleur absoluut geen vertrouwen. Want ik neem aan dat deze dame nog nooit een letter van mij heeft gelezen of überhaupt enige productie van mij heeft gehoord of gezien. Was ik zwart geweest, dan had ik deze vraag niet gekregen. Of de verslaglegging dan wel zou kloppen? Kennelijk is dat niet van belang.

Sablikatriumph
Daarom was ik zo blij verrast met de meest kritische zwart/wit denker op Curaçao, Jermain Ostiana op zijn twitteraccount onder de naam sablikatriumph. Hij noemde voor het eerst sinds lange tijd mijn naam en ook nog eens min of meer positief.

Dat moet haast moeite hebben gekost, want zijn levensfilosofie is dat je gedrag en denken bepaald is door cultuur en niet door psychologie en dat je daar als individu niet los van kan komen. Cultuur is grosso modo te ordenen in kleur en dus kun je aan iemands neus zien hoe hij of zij denkt en welke overwegingen daarbij gehanteerd worden als het aankomt op handelen.

Dat deze filosofie omgekeerd evenredig ook op Jermain van toepassing is, lijkt hij niet te beseffen, maar dat terzijde. Dit schreef hij:


En met dit moment of clarity bedoelt Jermain wat ik ook de vriendelijke jongedame aan de Waterfront vertelde - in verkorte versie: de Franse centrale regering maakt slim gebruik van orkaan Irma door kostbaar land aan de kust en elders - dat al decennia lang in handen is van de lokale bevolking - weg te kapen onder het mom van veiligheid voor komende orkanen en dat Franse projectontwikkelaars hoopvol in de rij klaar staan om landjepik te doen. En nog wat meer dingen.

Dat er in de slipstream jongeren zijn, die de valide strijd van de bevolking gebruiken om te rellen, wordt binnen dit kamp gemakshalve vergeten. Dat ik dit landjepik-verhaal aan de wereld wil vertellen evenzeer. Wat 'de wereld' daarom heeft gekregen is een verhaal over intimidatie en geweld tegen journalisten. En dat is jammer. Maar is wel een gevolg van het feit dat je journalisten lastig valt en hun werk niet laat doen.

De reactie op deze disbalans in de berichtgeving (waar ik overigens binnen de nieuwsorganisatie niet zoveel over te zeggen heb) liet niet lang op zich wachten. De op het Nederlands gedeelte woonachtige Judith Roumou trok vandaag stevig van leer in een herkenbaar racistisch betoog:


De aanname in dit stuk, namelijk dat de relschoppers van te voren wisten dat mijn zogenaamde reporting bevooroordeeld zou zijn, sluit aan bij de jongedame met wie ik dit verhaal in Marigot begon.

Wat Judith niet weet, is dat ik gevraagd heb aan de de jongen die mijn cameraman in elkaar wilde slaan, waarom Tim niet mocht filmen. Weet je wat zijn antwoord was?

"Je kan ons niet filmen anders arresteert de politie ons met jullie beelden", om daarna in adem ons te waarschuwen: Bien foutre, sinon je te met mon pied dans ton cul.

Dat laatste moet je maar even in je woordenboek opzoeken. C'est beau, la vie!