Nieuws Curaçao

Raad voor de Rechtshandhaving tevreden over manier van omgaan met gevangenen bij overplaatsing in het koninkrijk, maar verbetering nodig

 WILLEMSTAD – De manier waarmee de landen in het koninkrijk onderling omgaan met gevangenen is over het algemeen goed. Dat zegt de Raad voor de Rechtshandhaving, die dat onderzocht.

Het Rapport van de Raad evalueert de ‘onderlinge regelingen detentie’, de zogenaamde ORD’s voor Caribisch Nederland en Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Het gaat daarbij om afspraken om een gedetineerde binnen het Koninkrijk over te plaatsen naar een inrichting in een ander land als de eigen justitiële inrichting vol zit.

bol

Op onderdelen – en dan met name in de uitvoering van de regelingen – is er wel ruimte voor verbetering. 

De landen Aruba, Curaçao, Sint Maarten alsmede het Caribische deel van Nederland beschikken elk slechts over één justitiële inrichting. Alleen al daarom is het goed dat er is geregeld dat en onder welke voorwaarden overplaatsing mogelijk is in geval van bijvoorbeeld capaciteitstekort of veiligheidsissues. En soms is in een ander land van het Koninkrijk op medisch gebied meer mogelijk dan in het land waarin iemand in detentie zit. 

De Raad van mening dat er meer aandacht moet zijn voor de belangen van de gedetineerden qua informatievoorziening en qua rechtsbescherming als zij ergens anders hun straf moeten uitzitten.

Knelpunt

bol

Een van de afspraken is erop gericht om het transport van gedetineerden tussen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in goede banen te leiden. Op zich verlopen de overbrengingen naar behoren, maar niet altijd volgens afspraak.

Zoals bijvoorbeeld het vooraf informeren van de ministers van Justitie van Curaçao en van Sint Maarten over een transport van een gedetineerde. Dat gebeurt niet altijd.

Een ander knelpunt is de vergoeding van de kosten, met name die van de terugreis. De Raad stelt vast dat de afspraken daarover duidelijk zijn, maar niet op de juiste wijze wordt uitgevoerd. Gedetineerden zijn overigens niet bevraagd over hun ervaringen met uitvoering van de afpsraken.

De Raad heeft vastgesteld dat een aantal aanbevelingen van de tussentijdse evaluatiecommissie al heeft geleid tot verbeteringen, met name op het terrein van aanpassingen van het Handboek, informatievoorziening, communicatie en samenwerking. 

Maar uit de evaluatie van de Raad is gebleken dat ook op die terreinen nog de nodige winst is te behalen. De Raad doet in dit rapport in totaal 39 aanbevelingen. 

Een deel daarvan betreft de regelingen zelf en een ander deel betreft alleen de uitvoering. Opvolging van die aanbevelingen zal volgens de Raad bijdragen aan enerzijds nog beter uitvoerbare regelingen en anderzijds aan een betere feitelijke uitvoering daarvan. Zowel de betrokken landen als de betrokken gedetineerden zullen daar baat bij hebben.

bol

Deel dit artikel