Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Reportage

‘Maduro voert al jaren oorlog tegen ons’

De vrachtwagens met hulpgoederen zijn Venezuela niet binnengelaten. Wel liepen er zaterdag meer dan zestig Venezolaanse militairen over.

Venezolanen liften mee met de vrachtwagens met hulpgoederen onderweg naar de grens op zaterdag 23 februari.
Venezolanen liften mee met de vrachtwagens met hulpgoederen onderweg naar de grens op zaterdag 23 februari.

Het leek al een erg ambitieus plan maar oppositieleider en parlementsvoorzitter Juan Guaidó, die zich exact een maand geleden uitriep tot interim-president, was er tot op het laatste moment nog stellig van overtuigd: de tonnen aan Amerikaanse humanitaire hulp, hard nodig in Venezuela, maar door Guaidó vooral ingezet als pressiemiddel om het Venezolaanse leger aan zijn kant te krijgen, zouden deze zaterdag hoe dan ook het land binnenkomen.

Maar na een turbulente dag vol gewelddadige botsingen tussen Venezolaanse ordetroepen, militairen en duizenden vrijwilligers bij verschillende grensovergangen in de Colombiaanse grensstad Cúcuta, is het de oppositie niet gelukt de spullen in Venezuela te krijgen. Rondom de grens, die meer weg had van een oorlogsgebied, schoten Venezolaanse militairen en gardisten op de vrijwilligers met rubberen kogels en zetten zij veelvuldig traangas in.

De gevreesde colectivos, burgermilities die in opdracht van Maduro werken, trokken in de namiddag en avond door het Venezolaanse stadje San Antonio del Táchira. In totaal vielen er zaterdag zeker twee doden en meer dan driehonderd mensen raakten gewond.

Lees ook het liveblog van gisteren terug

Stenen als wapens

„En van ons verwachten ze dat we vreedzaam toekijken?”, zegt Mercedes Lima (53). Ze staat onder het viaduct bij de grensovergang met het Venezolaanse plaatjes Ureña, bukt voorover en grist een paar grote keien onder een boom vandaan. „Deze stenen zijn de wapens van ons, het gewone volk”, zegt ze. „Venezuela moet bevrijd worden. Vandaag nog! Mijn zus heeft kanker en kan niet geholpen in Venezuela. In deze vrachtwagens zitten misschien wel medicijnen voor haar zodat ze kan overleven. Dat Maduro deze spullen niet binnenlaat is misdadig”, zegt ze bitter.

Haar Colombiaanse vriendin helpt ook mee stenen rapen. „Dit is de droom van Simón Bolívar, de grote bevrijder van Zuid-Amerika”, zegt ze trots. „Een vereniging van Venezuela en Colombia. Samenwerken als een grote familie om Maduro weg te krijgen.”

Boven het viaduct, bij de grensovergang, zetten mensen het plotseling op een rennen. Er wordt gegild, een indringende geur van traangas verspreidt zich. Mensen grijpen naarstig naar hun mondkapjes, zetten een gasmasker op of proberen hun ogen en neus met een T-shirt te beschermen. „Ze vermoorden ons, de klootzakken vermoorden ons!”, roept Daniel Villegas (21) terwijl hij wegrent vanuit de voorste linie. ,„Maar ik ben niet bang voor de dood. Ik ben bereid te vechten voor mijn land, en als mijn leven vandaag eindigt, is dat maar zo.”

Deserteren

In de loop van de dag geven zich bij verschillende grensovergangen militairen van Maduro over. Ze lopen met handen omhoog de grens over, soms met hun dienstwapen boven het hoofd. Ze doen hun pet af en melden zich bij de migratiedienst. Volgens de Colombiaanse autoriteiten lopen op zaterdag in totaal meer dan zestig militairen over. Eén van hen is de Venezolaanse militair Martínez. Met zijn pet in de hand, liep hij de grens over naar Colombia.

„Ik stond langs de kant te applaudisseren, hij sprak me aan, we spraken een tijdje en toen gaf mij zijn pet”, zegt Lisa Ortega, trots terwijl ze het hoofddeksel toont. „Je heb heel veel moed nodig om te deserteren. Martínez geeft mij de kracht dat we ons moeten blijven verzetten. Dan ben je uiteindelijk onoverwinnelijk”, zegt ze.

Bij de Simón Bolívar-brug staan in de middag drie grote vrachtwagens met hulpgoederen te wachten tot ze naar binnen kunnen. Mensen zijn massaal op de vrachtwagens geklommen en vormen zo een menselijk schild: want wat doen de militairen straks als de vrachtwagens niet alleen levensmiddelen transporteren, maar ook hele groepen aan mensen?

Als de vrachtwagens beginnen te rijden richting de grens gillen de passagiers: „Si se puede, si se puede” (Ja, we kunnen het). Eerder op de ochtend stonden de vrachtwagens nog bij de Las Tienditas-brug waar Guaidó, in aanwezigheid van onder meer de presidenten van Chili en Paraguay en de Colombiaanse president Duque het startsein gaf voor de hulpoperatie. Buiten stonden een paar duizend vrijwilligers te wachten tot ze ook naar binnen mochten.

„Ik hoop dat Guaidó samen met ons hand in hand naar de brug gaat en dat we met hem als eerste de grens overgaan”, zegt Sylvia Walker-Cruz (46) . Ze is helemaal uit de Texaanse stad Houston gekomen om te helpen. „Ik ben Venezolaanse en ben vijf jaar geleden naar de VS gevlucht. Ik wil niets liever dan terug keren naar Venezuela, maar dan wel een Venezuela zonder Maduro”, zegt ze.

Vrachtwagens in brand

Rond de namiddag escaleert het bij een van de overgangen op het moment dat twee bussen onder luid gejuich de grens oversteken. In eerste instantie is er blijdschap en het gevoel van overwinning: ze zijn de grens over! Eerder op de dag werd ook al bekend gemaakt dat het was gelukt om de humanitaire hulp rondom Venezolaanse-Braziliaanse grens in de grensstad Pacaraima naar binnen te krijgen. Maar in beide gevallen blijkt de vreugde voorbarig.

Aan de grens met Ureña worden de twee vrachtwagens op Venezolaanse bodem in brand gestoken. Er ontstaat een grimmige, onvoorspelbare sfeer waarbij tot laat in de avond nog een turbulente en gespannen situatie is bij de grensovergangen, maar ook meer Venezolaanse militairen besluiten naar Colombia te deserteren.

Guaidó wil de discussie over Venezuela aanstaande maandag op de agenda zetten van de Lima-groep die dan vergadert in Bogotá. Ook de Amerikaanse vicepresident Mike Pence zal die vergadering van Zuid-Amerikaanse landen bijwonen.

Maduro, houdt op zaterdag een lange boze toespraak waarin hij de grensacties ,,een gringo-invasie” noemt. Zijn regime heeft vanwege de situatie alle diplomatieke banden met Colombia per direct verbroken.

Lees ook: Orkestreert de regering-Trump een staatsgreep in Venezuela?

Over het optreden van de zelfbenoemde interim-president Guaidó rondom de humanitaire hulp klinkt dit weekeinde hier en daar ook kritiek. „Ik had gehoopt dat we wél via de Las Tienditas-brug de grens over zouden gaan en dan samen met Guaidó hand in hand zouden doorlopen tot aan de eerste Venezolaanse militair”, zegt Samantha Vargas. Ze heeft haar witte roos nog in de hand. „We hebben Guaidó vandaag nauwelijks gehoord en niet gezien, terwijl wij vrijwilligers met gevaar voor ons eigen leven hier nu wel zijn”, zegt ze.

‘Het is als oorlog’

Wat er nu verder gaat gebeuren is nog volstrekt onduidelijk, maar de kans dat de spanning tussen Maduro en Guaidó na deze chaotische zaterdag af zal nemen lijkt minimaal. Een stap dichter naar een gewapend conflict lijkt dit weekend wel gezet.

„Het is als oorlog”, zegt Mercedes Lima terwijl ze wat stenen uit haar zak gooit, omdat ze het gewicht niet meer kan dragen. De voorste linie, waar de jongens die tegen het Venezolaanse leger vechten, de stenen nodig hebben, is nog ver. „Maduro voert al jaren oorlog tegen ons, met de hyperinflatie, met de schaarste van medicijnen en voedsel onderdrukt hij ons. Nu slaan we eindelijk terug”, zegt ze.