Direct naar artikelinhoud
Boringen

Aruba en Curaçao dromen van olierijkdom, maar die blijft uit

Een olieplatform bunkert bij Curaçao. Grootschalige exploratie van olie en gas komt er niet van de grond.Beeld Dick Drayer

Zit er gas in de zeebodem rond Aruba en Curaçao? De Arubaanse minister van energie, Glenbert Croes, wil dit onderzoeken. Metingen die zekerheid moeten geven komen echter niet van de grond.

‘We moeten nog even wachten tot we allemaal sjeiks zijn’. Het is 2008. Pedro Atacho, voorzitter van het Antilliaanse parlement, heeft net een persconferentie gegeven over mogelijke olie- en gasvoorraden in de wateren van de Nederlandse Antillen. Uit een vertrouwelijk rapport is gebleken dat er mogelijk olie- of gasvoorraden zijn in de zeeën rond Curaçao.

Deze droom werd afgelopen week door de Arubaanse minister Glenbert Croes nieuw leven ingeblazen toen hij aankondigde in het grensgebied tussen Aruba en Curaçao te willen onderzoeken of er echt gas zit in de zeebodem. Hij deed dat nadat hij een bezoek had gebracht aan de Spaanse olie- en gasmaatschappij Repsol, waar hij sprak over proefboringen.

Hoewel bepaalde gebieden geologisch gezien gaspotentieel hebben, blijven het risicovolle exploratiegebieden, omdat de zee er zo diep is. En de brandstofrijkdom is nog verre van bewezen. Meer gedetailleerd seismisch onderzoek is nodig om die aan te tonen.

Na de door Atacho voorgespiegelde gouden bergen in 2008 blijft het jaren stil rond de boringen. De Nederlandse Antillen worden in 2010 ontmanteld, waarna Curaçao net als Aruba een autonome status krijgt in het koninkrijk. Aruba komt verder dan Curaçao in haar zoektocht naar olie of gas omdat een groter deel van de Arubaanse territoriale wateren matig tot ondiep zijn. Bovendien zijn er in de jaren tachtig van de vorige eeuw al proefboringen gedaan, hoewel geen enkele put toen resultaat gaf.

Nieuwe metingen

Op Curaçao komt er beweging in de olie-interesse als de toenmalige premier Eugene Rhuggenaath het overheidsbedrijf Kompania di Petroli i Gas (KPG) nieuw leven inblaast. Doel is om geïnteresseerde partijen naar Curaçao te krijgen om nieuwe driedimensionale seismische metingen te doen die meer zekerheid kunnen geven.

“We zijn de markt opgegaan om bedrijven zover te krijgen metingen te verrichten, maar dat leverde in eerste instantie niets op”, zegt Clift Christiaan, voormalig directeur van KPG. “Een aantal geïnteresseerde bedrijven luisterde wel naar ons verhaal, maar liet daarna niets meer van zich horen. Daarna kwam covid en stond alles stil. Vorig jaar heeft een bedrijf zich aangemeld dat mogelijk wel geïnteresseerd is om die metingen te verrichten of te laten uitvoeren.”

Hoe Aruba en Curaçao moeten samenwerken in de aardgaswinning, moet blijken. Volgens Christiaan is de belangstelling bij de nieuwe Curaçaose regering inmiddels weggeëbd. “Pogingen van mij om in contact te treden met de premier leverden geen resultaat op.” Hij nam daarom in maart van dit jaar ontslag. Er was toen al geen Raad van Commissarissen meer. KPG is een lege NV, zonder geld, zonder bestuurders en zonder toezichthouders. De registratie bij de Kamer van Koophandel was in 2020 al opgeheven. “Er was zelfs geen geld voor het betalen van die contributie.”

Ruzies voor zijn

Toch denkt Christiaan nog steeds dat Curaçao maar beter kan samenwerken met Aruba bij exploratie in de zeebodem tussen beide eilanden. “Wat je niet wilt is dat wij aan de ene kant van de streep staan te boren en zij aan de andere kant. Dat wordt ruzie, die je maar beter voor kan zijn.”

Aruba en Curaçao hebben wel alvast een petroleumverordening. Op Curaçao is daarin opgenomen dat de behaalde winst uit olie- en gaswinningen in een nader te bepalen (en nog op te richten) fonds moet worden gestort voor de sociaal-economische ontwikkeling. Christiaan: “Maar zover is het nog lang niet.”

Lees ook:

Gaat Suriname met zijn olie Noorwegen of Venezuela achterna?

Suriname bereidt zich voor op grootschalige olieproductie, en president Bolsonaro van Brazilië ziet daarom economische kansen.