Direct naar artikelinhoud
AnalyseDe balans na 10 jaar

Een feest is ‘10-10-10’ nooit geworden voor Curaçao en Sint Maarten

Brionplein, waar op 8 oktober normaliter een event zijn.Beeld Sabine van Wechem

Tien jaar zijn Curaçao en Sint Maarten nu autonome landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. De hoop die met die verandering gepaard ging, is weg. Crises en bestuurlijke chaos hebben de eilanden in hun greep. Komt het nu goed?

Tien jaar somberheid, met aan het eind een straaltje hoop. Dat is de balans, nu zaterdag wordt herdacht dat tien jaar geleden het Koninkrijk der Nederlanden zijn statuut aanpaste en ruimte maakte voor Curaçao en Sint Maarten als twee nieuwe autonome landen (naast ­Nederland en Aruba), en voor Saba, Bonaire en Sint Eustatius als ‘bijzondere Nederlandse gemeenten’.

Dat ‘10-10-10’ geen aanleiding zou zijn voor grote feesten en partijen, is niet enkel de schuld van covid-19. Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan was duidelijk dat vrijwel niemand blij is met de nieuwe vorm van het koninkrijk, al gaat het op Bonaire en Saba als enige eilanden beter dan tien jaar geleden.

‘Zonder elkaar meugen ze niet, met elkaar deugen ze niet.’ Die oude uitdrukking kenmerkt de relatie tussen het Europese Nederland en, zo’n achtduizend kilometer verderop, de Caribische rijksdelen. Indonesië nam zijn onafhankelijkheid, Suriname koos deze in 1975. Maar de zes kleine eilanden willen, ondanks alle ruzies, nog altijd binnen het koninkrijk blijven.

‘De landen moeten hun overheid goed gaan inrichten, belasting innen, korten op de soms idiote salarissen in de publieke sector en zorgen dat de sterkte schouders de zwaarste lasten dragen.’ Deze woorden lijken de opdracht van tien jaar geleden weer te geven. In werkelijkheid blijken zij deze week gesproken door CDA-staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties, in een interview op de website van de Volkskrant. Het moet nog steeds allemaal gebeuren.

Want de drie autonome Caribische landen verkeren in een diepe sociaaleconomische crisis. Wie meer wil weten over hoe dat gekomen is, in de aanloop naar en de verwikkelingen sinds 10-10-10, kan de verhalen lezen van vijftig betrokkenen in het boek Koninkrijk op eieren, dat vanaf zaterdag voor iedereen gratis te downloaden is. Het boek, samengesteld door emeritus-hoogleraar Joop van den Berg en journalist René Zwart, geeft historische kijkjes in de Nederlands-Caribische keuken.

Nederlandse desinteresse

Een fraai gezicht is het niet. Aan ­Nederlandse kant blijkt desinteresse vaak het negatieve uitgangspunt te zijn. Aan Caribische zijde is in de piepjonge landen (Aruba dus uitgezonderd, omdat dat al in 1986 zijn ‘status aparte’ kreeg) sprake van veel politieke en bestuurlijke incompetentie, verergerd door de invloed van een deels corrupte elite. De landen, concludeerde Knops maanden geleden, ‘kunnen hun autonomie niet dragen’.

Om die reden, en omdat door corona de toch al labiele (toerisme-)economieën stil zijn komen te liggen, koos Nederland ervoor de drie landen te dwingen een zogeheten Caribische hervormingsentiteit te accepteren, de komende zes jaar geleid door en grotendeels vanuit Den Haag. Zij is bedoeld om, met honderden miljoenen aan zachte Nederlands leningen, de Caribische overheden te moderniseren, maar ook onderwijs en gezondheidszorg aan te pakken én duurzame economische investeringen mogelijk te maken.

‘De situatie is echt dramatisch’, aldus Knops tegen deze krant. Maandenlang weigerden de drie Caribische landen met het Nederlandse voorstel akkoord te gaan. Maar inmiddels is Curaçao al eerste over de brug en moeten Sint Maarten en Aruba wel volgen. De Curaçaose regering zegt met aanpassingen aan het Nederlandse voorstel de eigen autonomie gewaarborgd te hebben. Waaraan Knops toevoegt: ‘Al zal daar altijd hulp van Nederland bij nodig zijn.’

Hoe zit het ook alweer met ‘10-10-10’?

Het Koninkrijk der Nederlanden omvat ‘Europees Nederland’ en zes eilanden in de Caraïben. Op 10 oktober 2010 (10-10-10) is de bestuursstructuur tussen die landen na veel politieke discussie herzien. Curaçao (160 duizend inwoners) en Sint Maarten (60 duizend inwoners) kozen ervoor autonome landen binnen het koninkrijk te worden. Aruba (ruim 100 duizend inwoners) had al eerder zo’n ‘status aparte’. Bonaire (20 duizend inwoners), Saba (2.000 inwoners) en Sint Eustatius (3.000 inwoners) gingen verder als ‘bijzondere Nederlandse gemeenten’.

De drie autonome Caribische eilanden zijn bijna volledig zelf verantwoordelijk voor het opstellen en handhaven van hun wetten. Alleen op het gebied van Buitenlandse Zaken en Defensie trekken zij samen op met de vier andere landen. Daarnaast heeft Nederland er via de Rijksministerraad de plicht toe te zien op ‘goed bestuur’, de democratische rechtsorde, en een verantwoord financieel beheer.

In de drie ‘bijzondere gemeenten’ geldt in principe de gehele wetgeving die ook in Europees Nederland van kracht is, dus ook op het gebied van abortus, euthanasie en het homohuwelijk. Wel bestaan er enkele opvallende uitzonderingen, die op de eilanden tot veel ongenoegen leiden. Zo geldt dat Caribische Nederlanders op minder bijstand kunnen rekenen.

Verder lezen

De atypische politicus Miles Mercera geeft Curaçao zijn dromen terug  
De jonge politicus Miles Mercera (32) vertegenwoordigt de hoop op een ander Curaçao. Als in Nederland geboren, openlijk homoseksuele man is hij een atypische politicus. Hij wil premier worden en ‘10-10-10’ toch nog laten slagen.