Nieuws Curaçao

Caribisch Denkboek – Buki pa pensa

WILLEMSTAD – In opmaat naar de herdenking op 4 mei ontvangen scholieren op Curaçao in de leeftijd van 10-12 jaar deze week het Caribisch Denkboek in de taal van hun keuze Nederlands, Papiamentu, Papiamento of Engels.

Het Caribisch Denkboek is ontwikkeld door het Nationaal Comité 4 en 5 mei samen met mensen van de eilanden zoals de inmiddels 96-jarige sportman Frank Hoyer die vertelt over zijn herinneringen aan de oorlog. Dé Hensley Meulens praat over zijn beleving van vrijheid en schrijfster en vertaalster Diana Lebacs zette alles om naar het Papiaments.

Met het Caribisch Denkboek maken leerlingen kennis met de lokale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Wat gebeurde er op de eilanden in die tijd? Wie waren daarbij betrokken en wat had het voor gevolgen? Met behulp van verhalen uit de oorlog worden leerlingen uitgedaagd om na te denken over de betekenis van vrijheid nu. Het Caribisch Denkboek is een educatief lesboek vol illustraties, mooie foto’s en verhalen. 

Achter het Caribisch Denkboek zitten een aantal gemotiveerde mensen die het belangrijk vinden dat deze verhalen blijven leven. Hieronder een interview met Diana Lebacs die de vertaling naar Papiamentu op haar naam heeft staan. 

Wat vind je eigenlijk van het Caribisch Denkboek?

‘Ik vind zowel de vorm als de inhoud fantastisch. Het idee dat het een geïllustreerd lesboek is met al die tekeningen. Ik kan mij voorstellen dat de jeugd hier ook heel erg van geniet. Zowel als schrijfster, vertaalster maar ook als pedagoog ben ik blij dat dit wordt aangeboden aan de scholen. Het voegt iets toe en ook nog op een hele leuke manier’.

Waarom vind je het belangrijk dat deze verhalen worden verteld?

‘Omdat wij via onze helden de geschiedenis beter kunnen doorvoelen. Het is leuk om jaartallen te weten maar de beleving van het geheel, inclusief de filmpjes die erbij horen, maakt het tot een onvergetelijke ervaring dat merk ik zelf ook. Dat lijkt mij de manier om kinderen te betrekken bij de geschiedenissen van hun ouders en voorouders. Het is belangrijk om te weten welke verhalen en helden er in de samenleving zijn geweest zodat je je meer thuis voelt in je eigen land. Pas toen ik de filmpjes bij het Caribisch Denkboek had gezien, begreep ik meer wat de impact van de Tweede Wereldoorlog op het eiland is geweest. De komst van Coca-Cola, uitgaansgelegenheden en ook de bloei van de olie-industrie en dus onze economie in die tijd. Dat je begrijpt wat jouw plek is in de samenleving en de wereld. Dat hoe het is ergens vandaan komt en mee te maken heeft’.

Wat vind je van de manier waarop het wordt aangeboden?

‘Dat de werkvormen in een soort workshopsstijl worden behandeld met debatvragen zodat kinderen leren debatteren in tweetallen, groepjes of met de hele klas dat vind ik heel belangrijk. Daarom heet het natuurlijk ook Denkboek. Dat stukje onderwijs en vorming hebben mijn en de generaties voor mij nauwelijks geleerd. Zowel niet de inhoud als ook niet de vaardigheid om te reflecteren, evalueren, doorvragen en te debatteren over een onderwerp. Daar zijn wij niet mee opgegroeid in het ‘oude’ onderwijs maar daar probeert het nieuwe onderwijs meer aan te doen. Daar sluit dit Caribisch Denkboek heel mooi bij aan. Daarom vind ik het opzienbarend en vernieuwend lesmateriaal’. 

Hoe was jouw kennis van de Caribische oorlogsgeschiedenis voordat je dit boekje vertaalde?

‘Ik was daar helemaal niet van op de hoogte, daar kregen wij geen les over. Dat is gelukkig veranderd met de komst van dit Caribisch Denkboek. En dan leren we de leerlingen nu niet alleen een aantal droge feiten maar ook over de achtergronden van de verhalen. Over de rol van de eilanden en de Antillianen wordt heel mooi verteld. Natuurlijk over de olietransporten, de black-outs en de mensen die toen kind waren op de eilanden in die tijd. Maar ook over de rol van Antillianen in Nederland. Wie had ooit kunnen denken dat George Maduro in 1940 door een slimmigheid de nazi’s in villa Dorrepaal kon overmeesteren. Hij liet een mitrailleur rondgaan zodat het leek dat er vele wapens rond het pand stonden. Het was er in feite maar één maar het werkte wel. De nazi’s gaven zich over. Als een kind dat leest denkt hij “ohhh ja zo kan het dus ook, je hersens gebruiken”. Je krijgt er gewoon respect voor. We moeten onze helden kennen, ook deze helden die voor onze vrijheid gevochten hebben. Veel mensen denken hier meteen aan Tula maar het gaat over hetzelfde, vrijheid, iets waar iedereen recht op heeft’. 

Van Nationaal Comité 4 en 5 mei in Amsterdam spreek ik Cristan van Emden, hoofd onderzoek en educatie. Het Nationaal Comité heeft het initiatief genomen om het Caribisch Denkboek te ontwikkelen in samenwerking met educatief bureau Patsboem! en Stichting Cultuur Kameleon als lokale partner. Het vfonds financierde deze tweede editie. 

Hoe kwam het Nationaal Comité op het idee om dit Caribisch Denkboek te ontwikkelen?

In Nederland maken wij al heel lang jaar lesmateriaal voor het onderwijs en wij stuurde dat ook door naar de Caribische eilanden. Een aantal jaar geleden beseften wij dat dit Nederlands materiaal niet voldoende recht doet aan de verhalen van de eilanden. We vonden dat we daarom een speciale editie moesten maken voor de kinderen op de eilanden. Het werd tijd om aandacht te geven aan de Tweede Wereldoorlog vanuit het Caribisch perspectief. We vonden een goede lokale samenwerkingspartner en zo ontstond in 2018 de eerste uitgave van het Caribisch Denkboek die drie jaar achtereen naar de scholen is gegaan. Nu ligt hier de tweede editie die we drie jaar achtereen verspreiden over de scholen.

Hebben jullie daarvoor een bezoek gebracht aan de eilanden?

‘Jazeker we hebben de Benedenwindse eilanden enkele jaren achtereen meerdere keren bezocht en heel veel mensen gesproken. Een van de eerste dingen die we daar te horen kregen is dat we het materiaal ook in de landstalen moeten uitbrengen. We hebben dat opgepakt en een Nederlandse, Papiamentu en Engelse versie gemaakt. Daar is dit jaar er ook een Papiamento versie aan toegevoegd voor Aruba.  We hebben ons met de bezoeken vooral op Curaçao, Aruba en Bonaire gericht omdat daar tijdens de Tweede Weeldoorlog het meeste gebeurd is. We hopen ook nog een keer naar de Bovenwindse te gaan om daar verhalen op te halen. Ook daar zijn mensen op een of andere manier betrokken geweest bij de oorlog bijvoorbeeld als matroos op een van de olietransporten vanaf Curaçao of Aruba’. 

Komt het Caribische oorlogsverhaal ook terug in het Nederlandse Denkboek?

‘Het leuke is dat we nu ook verhalen uit het Caribisch Denkboek overnemen in het Nederlandse Denkboek. Met een oplage van 235.000 komen heel veel Nederlandse schoolkinderen met de Caribische geschiedenis in aanraking. Ze leren over Boy Ecury, de olietransporten maar ook over het feit dat er in die tijd inzamelingsacties in de Cariben werden opgetuigd om Nederland te helpen. Het is opmerkelijk dat de eilanden wel in oorlog maar niet bezet waren en dat men toen de wil had om het de mensen in Nederland te helpen met donaties en bijvoorbeeld met handgebreide truien die naar Nederland werden verscheept’. 

Blijft het Nationaal Comité zich inzetten voor de eilanden?

‘We hebben ons voor langere tijd aan dit project gecommitteerd zodat het ook echt kan landen in het onderwijs en bij de leerkrachten. We zien dit dus ook niet als iets tijdelijks. We hopen ook dat er vitale Comités voor herdenken en vieren op de eilanden zullen ontstaan en voeren daar ook gesprekken over. Dat kan natuurlijk veel breder geïnterpreteerd worden dat alleen de koppeling met de Tweede Wereldoorlog. Dat is aan ieder land zelf om dat in te vullen. Het kan een kapstok zijn waarbinnen veel breder wordt nagedacht over herdenken en het vieren van vrijheid. Voor nu hebben we een mooi nieuw Caribisch Denkboek vol verhalen, bijzondere foto’s en doe-opdrachten. Ondersteund met online filmmateriaal van mensen die de oorlog als kind hebben meegemaakt op een van de eilanden. Het is belangrijk kennis te nemen van de rol van de eilanden tijdens de oorlog. Zowel op de eilanden zelfs als ook in Nederland’. 

Deel dit artikel