Foto: Kustwacht Caribisch Gebied


ORANJESTAD – Met de Venezolaanse exodus, zijn Venezolanen ook op Aruba kwetsbaarder geworden om uitgebuit te worden. Ze zijn de grootste groep nu die slachtoffer van mensenhandel kunnen worden, nadat ze vaak eerder over de grens zijn gesmokkeld. En door de pandemie is de kans dat ze uitbuiting melden, een stuk kleiner geworden, aldus het nieuwe Coördinatiecentrum Mensenhandel Mensensmokkel Aruba (CMMA), dat inmiddels in zijn aanpak uitgroeit tot het voorbeeld in de regio.

“Ze accepteren hun werk- en leefomstandigheden omdat als ze gaan praten over hun werkgever bijvoorbeeld, het risico te groot is om hun baan te verliezen. En door de pandemie is er al weinig werk en inkomsten. Dus je ziet dat die balans van ‘wat accepteer ik nog’, verschoven is en negatiever is geworden”, zegt landelijk coördinator Jeannette Richardson- Baars.

De campagne Habri Bo Wowo met onder andere deze bewustwordingsfilm

Voorbeeld voor de regio

CMMA is opgericht in 2016 maar door gebrek aan financiële ondersteuning, die nu wel is gegeven door Nederland, is het Coördinatiecentrum sinds vorig jaar februari in oprichting en aan het werk. Projectleider Angela Niemeyer-Persad zegt dat er zoveel interesse is uit de regio voor de informatie die zij verstrekken, zelfs uit Amerika en Zuid-Amerika, dat Aruba uitgroeit tot een voorbeeld. “We zijn de eerste in de regio functionerend als loket en centraal punt waar iedereen informatie kan halen en ook delen. We moeten de krachten bundelen want we weten niet wat ons nog te wachten staat met de situatie in Venezuela. En ook om de trends in kaart te brengen, want door de Covid zie je dat mensenhandel digitaal wordt en moeten we bijvoorbeeld informeren wat er op het dark web gebeurt.” Voor op Aruba is er in ieder geval een hotline om gevallen van mensenhandel te melden, die 24/7 bereikbaar is voor assistentie. Verder loopt nu de bewustwordingscampagne Habri Bo Wowo (vertaald: open je ogen).

‘Slachtoffers zijn meestal meerderjarige mannen, vooral Venezolanen werkzaam in de constructie’

Door de coronacrisis zijn bovendien legaal in de prostitutie werkende Dominicanen en Colombianen (zogeheten animeermeisjes) teruggegaan. In de plaats daarvan werken nu vooral ongedocumenteerde Venezolanen. “Dat geeft problemen want ze worden niet gecontroleerd voordat ze binnenkomen en ook niet gedurende hun verblijf door een dokter. Omdat ze eigenlijk niet bestaan. Dat brengt een heel groot risico met zich mee voor de volksgezondheid. Officieel hebben we geen animeermeisjes op dit moment omdat die vergunningen op basis van de covid-beperkingen niet worden afgegeven. Prostituees die worden opgepakt, praten ze niet. Die hebben zoiets van: pak mij maar op, zet me op de humanitaire vlucht en over twee weken ben ik weer terug, want ik moet geld verdienen.”

Jeanette Baars en Angela Persad van CMMA – foto: Sharina Henriquez

Richardson-Baars vertelt dat ze bezig zijn met een studie naar het profiel van de slachtoffers en daders van mensenhandel in de afgelopen tien jaar. “In september is dat klaar, maar de indruk die we hebben is dat de slachtoffers meestal meerderjarige mannen zijn en dat het om arbeidsuitbuiting gaat. Het beeld is nu in het algemeen dat Venezolaanse mannen vaker het slachtoffer zijn en dan met name in de constructie. Venezolaanse vrouwen lijken op dit moment slachtoffer te worden in de seksindustrie en in het huishouden.”

Maar er is een lichte verschuiving, naar de dienstverlening zoals in winkels. “Het gaat dan van: ja, ik kan je niet meer betalen, want we hebben het allemaal slecht nu. Gesjoemel met Fase, loonsubsidie wel krijgen maar niet uitkeren. Het zijn nog geen echte zaken maar wel kleine signalen die we opvangen en we vinden dat we daar iets mee moeten doen.”

Smokkelaars en uitbuiters
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de criminele georganiseerde bendes die mensen van het Afrikaanse continent naar Europa smokkelen en uitbuiten, lijkt dat voor Aruba niet het geval nog. Richardson-Baars: “Het lijkt een meer familiaire constructie; dus een visser die niet meer kan of mag vissen of zijn vangst niet meer op Aruba kan verkopen, en dan mensen gaat transporteren. Maar ook familienetwerken als: tante x werkt al op Aruba en heeft het goed, oke dan ga ik ook. En dan wordt het via die structuur geregeld.”

Gina Lopez, ketenmanager Venezuela – foto: Sharina Henriquez

Ketenmanager Venezuela Gina Lopez, de liaison tussen de vluchtelingen- en migratieorganisaties en de minister-president, zegt dat de meeste Venezolanen vanuit de staat Falcón en Maracaibo komen. “De mannen komen meestal eerst met de boot en gaan dan geld verdienen. Daarmee kopen ze een vliegticket voor hun vrouw die dan legaal als toerist komt en achterblijft. Door de pandemie werd dit minder omdat er geen vluchten waren. Maar nu is dat weer aan het toenemen.”

Degenen die helpen met transport, geld, onderdak – de facilitators noemt Richardson-Baars ze – zijn wisselend. Het gaat om Venezolanen die al langer op Aruba zijn maar ook Arubanen, Nederlanders, Chinezen. “Er schijnen inmiddels een soort uitzendbureaus te ontstaan die in het buitenland ‘reispakketten’ naar Aruba aanbieden. Daarmee wordt ook geadverteerd. Maar we hebben dit nog niet duidelijk in beeld en gaan ons hiermee dus in de nabije toekomst bezig houden. Want als je weet wie de facilitators zijn, kan je daarop inzoomen.”

Richardson-Baars zegt dat het vaak lokalen zijn die voor de huisvesting, transport of werk zorgen. In de voorlichting richten ze zich daarop. “We zijn 10 mei een nieuwe campagne gestart om de rollen in die netwerken te laten zien. Ook de rol van onze eigen mensen die vaak zoiets hebben van: ik help ze toch, want ze hebben het moeilijk in Venezuela. Maar zich niet realiseren dat ze zich schuldig maken aan een strafbaar feit. Bijvoorbeeld, iemand komt bij je thuis en biedt aan je dak te verven. Niemand gaat controleren of die persoon een vergunning heeft en voor je het weet, maak je je dus schuldig aan mensensmokkel.”

Risicosectoren
De risicosectoren op Aruba zijn al eerder in kaart gebracht en daarin is weinig veranderd, zegt Richardson-Baars. Het gaat om huishoudelijke diensten, detailhandel en constructiebedrijven. Maar ook de toerisme-industrie met hotels die vaak gebruik maken van onderaannemers, staan er bekend om dat zij mogelijk vele, laagbetaalde ongedocumenteerden in dienst te hebben.

Veel strenger straffen
CMMA adviseert ook de regering om voortvarend de problemen aan te pakken. Zo ligt het advies er al om de straffen voor mensenhandel in het Wetboek van Strafrecht fors te verhogen. Richardson-Baars zegt hierover: “We zijn nog in discussie met de officieren van justitie om deze hogere straffen straks dan ook te eisen en met de rechters om deze dan ook op te leggen. Ze vergelijken nog te vaak met Nederland waar de straffen niet zo hoog zijn. Maar de cultuur op Aruba is dat wij dat niks vinden, te weinig. En wij lopen daarin mee; wij willen ook hogere straffen. Want we komen zaken tegen dat iemand 40 uur dienstverlening krijgt voor mensensmokkel. Dat zet geen zoden aan de dijk.”

Geld afpakken en hogere boetes
Het coördinatiecentrum is voorstander om mensen of bedrijven die geprofiteerd hebben van mensenhandel en mensensmokkel, zoveel mogelijk financieel leeg te trekken. “Bijvoorbeeld de boot van de kapitein die de personen heeft gesmokkeld in beslag nemen en verkopen. Of als iemand zijn huis heeft verhuurd aan slachtoffers, dat daarop beslag gelegd wordt en wordt verkocht omdat het betaald is met crimineel verkregen geld. Dus wij hebben voorgesteld om bij onderzoeken naar mensenhandel en mensensmokkel altijd een financieel rechercheur te betrekken. En dat ze met de belastingdienst praten om te weten welke inkomsten zijn opgegeven en wat de echte inkomsten waren. Want de mensen hier zijn niet echt onder de indruk van een gevangenisstraf. Dat vinden ze veel minder erg dan als je het geld bij ze wegtrekt.”

Verder heeft het coördinatiecentrum ook voorgesteld om overheidsinstanties als DIMAS (vergunningen) en DAO (arbeid) hogere boetes te kunnen laten opleggen aan werkgevers bij constatering van illegale arbeid. “Dus een bedrag per overtreding, vermenigvuldigd met het aantal personen en vermenigvuldigd met het aantal dagen van overtreding. Dat je gelijk met tonnen begint. Tsjakka en dan meteen betalen, geen regelingen want dan verdwijnen de mensen weer. Met al deze zaken zijn we bezig.”

Opvang voor slachtoffers

CMMA informeert, doet aan educatie én biedt hulp. Eind van het jaar opent ze een opvang met 20 bedden voor slachtoffers van mensenhandel. Tot nu toe is het geld van Nederland gekomen, ook voor de campagne waarin ze samen zijn opgetrokken met de ketenmanager Venezuela. De Arubaanse overheid coördineert 41 projecten in het kader van de Venezolaanse migrantencrisis met hulp van Nederland die 6,8 miljoen euro financierde. CMMA heeft voor financiering in de komende jaren een aanvraag gedaan om meegenomen te worden in het landenpakket van Aruba, dat zijn de afspraken gemaakt met Nederland als voorwaarde om de coronaleningen te krijgen.