Foto: John Samson

 DEN HAAG – Eén op de drie Caribische Nederlanders ervaart discriminatie in Nederland, blijkt uit onderzoek van het CBS. “Weet waar je aan begint als je naar Nederland wil verhuizen”, waarschuwt de Caribische belangenbehartiger Ocan. 

Van de Nederlanders met een Caribische achtergrond, geeft 33 procent aan dat ze vorig jaar zijn gediscrimineerd. Onder mensen met alleen een Nederlandse achtergrond is dat 8 procent.

“Dus meer dan 60.000 Caribische Nederlanders hebben discriminatie ervaren”, reageert Ocan-voorzitter Lionel Martijn. “Ook als je kijkt naar de andere groepen, kun je concluderen dat mensen door hun afkomst en huidskleur het moeilijk hebben in Nederland.”

‘Ga terug naar je land’
De cijfers spreken voor zich. “Er is sprake van ongelijke behandeling, discriminatie, stigmatisering en racisme”, merkt hij ook in de praktijk. Want Ocan hoort nog steeds verschillende verhalen van Caribische mensen in Nederland. “Ze horen bijvoorbeeld: je kan het niet. Of: ga terug naar je land!”

De politiek heeft ook een grote rol in het tegengaan van polarisatie, vindt Ocan. “De overheid zou meer moeite moeten doen om uit te leggen waarom bepaalde groepen mensen, zoals wij, hier in Nederland zijn.”

Martijn stoort zich bovendien aan de manier waarop ‘Nederlandse media onze mensen framen en uitsluiten’, zegt hij.

‘Weet waar je aan begint als je naar Nederland wil verhuizen’
Ocan vindt dat mensen op de eilanden goed moeten nadenken over het idee om naar Nederland te verhuizen. “Bezint eer ge begint”, aldus Lionel Martijn. “Weet waar je aan begint als je kiest om in een samenleving te gaan leven die de jouwe niet is. Weet dat je gediscrimineerd kan worden, wat niet goed is.”

De Caribische belangenbehartiger is met trainingen begonnen ‘om onze mensen weerbaarder te maken’. “Wat inhoudt: je hoeft niet alles te pikken, maar laat die discriminatie niet onder jouw huid gaan zitten. Want dan heb jij daar veel last van, maar degene die zulke uitspraken doet leeft wel normaal verder.”

‘Triest dat er weinig meldingen komen’

“Het meest trieste is dat er weinig meldingen plaatsvinden”, aldus Lionel Martijn. Maar negen procent van alle mensen doet dat, blijkt uit de Veiligheidsmonitor. “We hebben dit ook aangekaart bij de ministeries. Er moet een portaal komen, waar het laagdrempeliger is voor mensen om meldingen te doen. Vervolgens leiden we ze wel toe naar de verschillende instanties om verder iets specifiek te doen met hun klacht.”

“Wat ik zorgelijk vind, is dat veel van onze Caribische mensen in Nederland geen vertrouwen hebben in de instanties waar ze ook belasting voor betalen. Er wordt bovendien een beeld neergezet alsof alle Caribische mensen uitkeringstrekkers zijn. Het is heel simpel: zij verdienen net zo goed de dienstverlening die anderen in Nederland krijgen.”

Ocan roept Caribische Nederlanders op om vaker een melding te doen bij discriminatie, omdat ze vrezen dat er weinig verandert zolang de cijfers en statistieken een vertekend beeld geven. De situatie is in de praktijk juist erger, denkt de voorzitter.

“Als ik aan tafel zit bij de ministeries of welke instantie dan ook, dan zeggen ze dat het wel meevalt. Dat je het uit je duim zuigt, terwijl dat niet zo is. Doe alstublieft melding.”

“Je kunt naar de politie gaan en in verschillende steden heb je meldpunten, zoals Artikel 1-bureau of bel Ocan. Drop het bij ons zodat wij jou gericht kunnen helpen naar de juiste loketten.”

Martijn heeft vorige week de Tweede Kamer toegesproken tijdens de gesprekken over het slavernijverleden. “Ik heb toen gezegd, dat het in ons dna zit om te discrimineren en onderscheid te maken. Dat blijkt weer in de praktijk, als we zien wat het CBS meldt.”

‘Door discriminatie wordt het probleem groter’
Naast de discriminatie die bovengemiddeld voorkomt, ziet Ocan dat Caribische mensen ook op verschillende manier achtergesteld zijn in Nederland. “Onze mensen zitten in slechtere woningen, ze gaan naar slechtere scholen en ze hebben vaker slechte banen.”

“Veel Caribische mensen werken onder hun niveau, ondanks dat ze een hbo- of wo-opleiding hebben. Ze komen vervolgens terecht in slechte buurten. Daar zijn er slechtere voorzieningen, waardoor mensen niet de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Daarom raken ze verder in de problemen.”