Nieuws Curaçao

Stanley Brown, de laatste revolutionair van Curaçao

WILLEMSTAD – “Wit racisme op Curaçao sloeg om in zwart racisme. De Nederlanders hadden het goede voorbeeld gegeven.” Stanley Brown zit in zijn praatstoel en kijkt naar de muurschildering in zijn woonkamer. Met grote, zwarte letters staat geschreven: 30-5-69. Gisteren overleed deze markante persoonlijkheid aan de gevolgen van een hartaanval.

54 jaar geleden stond Willemstad in brand. Wat begon als een arbeidersstaking bij de Shell-raffinaderij ontaardde in een gewelddadige volksopstand in de binnenstad, die voor een groot deel afbrandt. In de loop van de dag worden honderd bewapende mariniers, Nederlanders en Antillianen, vanuit de kazerne naar de stad gedirigeerd. Later komen daar nog meer lokale mariniers, ook vanuit Aruba bij. Als de nacht valt is de orde min of meer hersteld.

Onderwijzer Brown was een van de drie stakingsleiders. Hij wordt opgepakt, net als Amador Nita en Wilson ‘Papa’ Godett, die bewaakt wordt in het ziekenhuis omdat hij zwaar gewond is geraakt.

Kleur en Cultuur

In de jaren na 1969 wordt Stanley Brown langzaam de geschiedenisboekjes uitgeschreven. “Ik geloof dat dat door mijn kleur kwam. 30 mei heeft onmiskenbaar zijn stempel gedrukt op de emancipatie en bewustwording van de zwarte Curaçaoënaar. We kregen waardering voor onze eigen kleur en cultuur.”

Nita wordt jaren later minister. “Als ik zijn beleid bekritiseerde, dan was zijn antwoord: die witte mensen hebben jarenlang geprofiteerd, nu is het tijd voor de zwarte mensen om te oogsten”, zegt Brown.

30 mei was in zijn ogen vooral ook een kleurstrijd. “Klasselijnen lopen op Curaçao meestal langs kleurlijnen. Lastig voor mij, want ik ben een rooie neger. Zoon van een zwarte Curaçaose arbeider en een witte Nederlandse moeder. Maar op school was ik een witte Curaçaoënaar. Ik heb mijn leven lang last gehad van deze dualiteit.”

Verzorgingsstaat

Volgens Brown is 30 mei een keerpunt geweest, niet alleen in de relatie met Nederlanders, maar ook voor de werkende klasse. Er kwamen collectieve Cao’s, volkswoningen om arme mensen betere huisvesting te geven, ieder huis een eigen WC, stromend water uit de kraan en goede gezondheidszorg.”

Maar het ontstaan van de verzorgingsstaat, naar Nederlandse leest geschoeid, bleek onbetaalbaar voor Curaçao, rekende Brown uit. “Na 1969 kregen we de vlag, ons eigen volkslied, een munt. We kregen die dingen zonder ervoor te vechten. Maar ze betekenen geen moer. We moeten werk hebben!” Brown slaat met zijn vuist op tafel.

In 1993 richt de voormalige revolutionair een politieke partij op die aansluiting wil bij het moederland: Curaçao moet een provincie worden van Nederland.

Brown is trots op zijn rol tijdens en na 1969. “Er is veel bereikt, al zien de mensen die na 1969 zijn geboren dat volgens hem niet.”

Podcast: Stanley Brown, de laatste revolutionair

Deel dit artikel