Foto: Roelie van Beek

WILLEMSTAD – Over enkele jaren ontstaat er een tekort aan specialisten in de zorg op Curaçao. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van medici die de pensioenleeftijd bereiken en ‘eilandskinderen’ die niet terugkeren na hun artsenopleiding in Nederland.

Die conclusie trekt Asosiashon Mediko di Antias (AMA) uit de database waar zij momenteel de laatste hand aan leggen. Secretaris Priscilla Maria legt uit dat de vereniging in oktober 2017 is opgericht om de vraag naar universitair opgeleide medici op de eilanden beter af te stemmen op het aanbod van Antilliaanse artsen die een studie hebben gevolgd in Nederland.

Tekst gaat verder onder de video
Door Roelie van Beek

‘Braindrain’ verkleinen
AMA probeert de ‘braindrain’ (het vertrek van hoger opgeleiden van de eilanden) te verkleinen. Eén van de eerste stappen om dat doel te kunnen bereiken, was het maken van een inventarisatie. Van de Antilliaanse studenten die in Nederland een medische opleiding volgen enerzijds en de specialisten die momenteel op Curaçao werkzaam zijn anderzijds.

Dat overzicht wordt binnenkort beschikbaar gesteld aan het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur, zodat er met ‘eigen mensen’ ingespeeld kan worden op de tekorten die al in de nabije toekomst te verwachten zijn. “We hebben met minister Suzy Camelia-Römer en ziekenhuisdirecteur Franke Scheper een intentieverklaring ondertekend. Daarmee beloven zij meer rekening te houden met de Antilliaanse medici en paramedici uit Nederland”, aldus Maria.

Re-integratie
Een voorbeeld van iemand bij wie dat al gebeurde is plastisch chirurg Vito Koeijers. Een half jaar geleden keerde hij op verzoek van het Sint Elisabeth Hospitaal (Sehos) terug naar Curaçao. En al kon Koeijers genoeg redenen bedenken om dat niet te doen – hij heeft naar eigen zeggen niet voor niets ruim twintig jaar in Nederland gewerkt – is hij toch op dat verzoek ingegaan.

De verschillen zijn volgens Koeijers groot. “Je moet hier roeien met de riemen die je hebt. In het Sehos, dat al meer dan 150 jaar oud is, is het behelpen. Je moet als arts improviseren. En dat maakt ook weer dat je respect moet hebben voor de mensen die hier al die jaren hebben gewerkt. Ze hebben met minder toch een hoop mensen kunnen helpen. Dus het heeft ook zijn positieve kanten om hier te werken; je leert je aan te passen en flexibel te zijn”, vertelt hij.

Het nieuwe ziekenhuis in aanbouw. Foto: Roelie van Beek

Nieuw ziekenhuis
Het probleem van de ‘minderwaardige, verouderde en niet goed onderhouden’ materialen waar artsen op Curaçao nu mee werken, moet nog voor het laatste kwartaal van 2019 verleden tijd zijn. Dan wordt het nieuwe ziekenhuis, met de werknaam Hospital Nobo Otrobanda (HNO), in gebruik genomen. Het nieuwe ziekenhuis moest in 2017 al opgeleverd worden, maar wordt geplaagd door vertragingen en hogere kosten. Strategisch communicatieadviseur Clifton Wallé ziet het nieuwe ziekenhuis als een keerpunt voor de zorg op Curaçao. Toch valt er qua personeel nog een slag te slaan.

“Een nieuw ziekenhuis met nieuwe apparatuur, betekent ook nieuwe zorgprocessen. Het personeel van het Sehos zit momenteel in een transitieproces, waarbij ze de nieuwe processen eigen moeten maken. Zij worden om- of bijgeschoold om betere service te verlenen.” En dat zou het volgens hem een stuk interessanter maken voor ‘Yu di Kòrsou’ (kinderen van Curaçao) om terug te komen naar het eiland.