Het financieel noodpakket moet de eilanden, die in crisis verkeren nadat zij zwaar zijn getroffen door het coronavirus, ondersteunen. Het virus heeft de toerismesector, een belangrijke inkomstenbron van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, volledig doen stilvallen.
Als gevolg van de crisis is het de afgelopen twee weken onrustig op Curaçao. De werkloosheid loopt op en eind juni braken er rellen uit waarna op verzoek van de lokale regering Nederlandse militairen zijn ingezet.
De drie eilanden zijn het echter niet eens met de voorwaarden die vanuit Nederland worden gesteld aan het financieel noodpakket. Onder meer de geëiste salariskorting van 12,5 procent voor de ambtenaren en de hervorming van het pensioenstelsel komen de eilanden die het al zwaar hebben ongunstig uit. Ze zeggen al bezig te zijn met de hervormingen, maar stellen dat ze gezien de coronacrisis meer tijd nodig hebben.
De grootste bezwaren richten zich op de eis van Nederland voor de oprichting van een Nederlands instituut dat toeziet op de bestedingen uit het noodpakket. De eilanden vinden dat zij daarmee te veel autonomie inleveren.
Minister-president Eugene Rhuggenaath van Curaçao liet dinsdag al weten niet akkoord te gaan en meer tijd nodig te hebben om de voorwaarden van het noodpakket te overleggen.