Direct naar artikelinhoud
OceaanzeilersVast in de Cariben

Waarom zou Curaçao Nederlandse zeilers helpen, als Nederlandse hulp voor Curaçao op zich laat wachten?

Ontsnappen aan de Europese winter, om door de coronapandemie vast komen te zitten in de Caribische zomer. Het overkwam zo’n honderd Nederlandse oceaanzeilers. Ze willen weg. Terug naar Nederland. Of schuilen op een Caribisch eiland voor het komend orkaanseizoen. Maar niemand wil hen hebben.

‘Soms heb ik het idee dat wij in dit spel als wisselgeld worden gebruikt’, zegt Eric Westerveld (57) over de situatie waarin hij en Karin Duinker (59) nu in vastzitten.

Voor Karin Duinker (59) en Eric Westerveld (57) lijkt het eiland Tobago voorlopig hun laatste, ongewenste bestemming te zijn. Ze willen naar Curaçao, een eiland binnen het Nederlands koninkrijk. Maar dat laat niemand toe. Omdat het de eigen, kwetsbare gezondheidszorg niet in gevaar wil brengen. En omdat het nog heel veel andere problemen aan het hoofd heeft.

‘We hebben de grenzen afgesloten en proberen te voorkomen dat er mensen binnenkomen.’ Dat zegt dr. Izzy Gerstenbluth, de overheidsepidemioloog op Curaçao. Vrijwel dagelijks houdt hij, tijdens een korte briefing of uitgebreide persconferentie, de eilandbevolking op de hoogte van de coronaontwikkelingen. Alles in zijn beleid is erop gericht om verspreiding van het virus te voorkomen.

Dat lukt, met vijf actieve besmettingen en één dode, vooralsnog heel redelijk. In elk geval beter dan op Aruba en Sint Maarten, waar het aantal zieken en sterfgevallen een stuk hoger ligt. Juist daarom is het voor Gerstenbluth en voor de regering van groot belang elke mogelijke besmetting van buitenaf te voorkomen. En daarmee zijn niet alleen oceaanzeilers niet welkom, zelfs in Nederland wonende Curaçaoënaars mogen nu niet naar hun eigen land terugkeren.

‘Verpletterend’

Curaçao staat, net als de andere Caribische eilanden binnen het koninkrijk, bovendien voor een gigantisch sociaal-economisch vraagstuk. Door het wegvallen van het toerisme en andere bedrijvigheid kan de werkloosheid er oplopen tot wel 60 procent. En zonder eigen inkomsten, uit bijvoorbeeld belastingen, zullen er honderden miljoenen euro’s steun uit Nederland nodig zijn. Blijft die uit, dan zullen de gevolgen volgens de regering ‘verpletterend’ zijn.

Bij zulke kwesties is er even weinig aandacht voor Nederlandse oceaanzeilers. Waarom zou, zo is de redenering, Curaçao wel een betrekkelijk klein aantal ‘vakantievierende’ Nederlandse zeilers te hulp moeten schieten, terwijl de Nederlandse regering traag lijkt te reageren op de noodkreten om hulp?

‘Soms heb ik het idee dat wij in dit spel als wisselgeld worden gebruikt’, zegt Eric Westerveld over de telefoon. ‘Maar hopelijk is daarvan geen sprake.’ Hun 11 meter lange boot Catherine ligt voor anker in een baai bij de plaats Charlotteville, Tobago. Een bijna idyllische omgeving, daar niet van. Groene heuvels, helder en warm zwemwater. Maar ook: een lockdown.

Juist toen de coronacrisis op het westelijk halfrond aanzienlijke vormen begon aan te nemen, bleek hun 28 jaar oude boot een paar fikse problemen te hebben, zoals een lekkende schroefas en een gebroken voorstag. Op het nabijgelegen Trinidad zou een en ander te fixen zijn. Maar de haven daar laat niemand meer toe.

‘Via Facebookgroepen hebben we gekeken hoeveel Nederlandse oceaanzeilers hier in de Caribische wateren in een vergelijkbare situatie zaten’, vertelt Westerveld. ‘We telden in elk geval 44 Nederlandse boten. Sommige daarvan waren al van plan naar Nederland terug te gaan. Wij willen, net als anderen, naar Curaçao. Maar dat houdt de grenzen gesloten.’

Willen Karin Duinker en Eric Westerveld terugkeren naar Nederland, dan zullen ze moeten ‘bunkeren’, water en andere voorraden inslaan, op de Azoren.

Luxeprobleem

Zeker, het begon ooit als een luxeprobleem. Zo veel mensen zijn er ook weer niet die het zich kunnen veroorloven om ergens in augustus uit Nederland weg te zeilen, Kaapverdië aan te doen en dan (langs het pad dat over een maandje ook de orkanen zullen nemen) naar Suriname te gaan, om vervolgens op Tobago te belanden. Fijn wel. Maar ook oceaanzeilers houden het maar een beperkte tijd vol om op zelf gevangen tonijn te leven. Ze moeten ergens aan land kunnen om te bevoorraden.

‘Elke zeiler heeft een plan B’, zegt Westerveld. ‘En zeker oceaanzeilers. Voordat in mei hier het orkaanseizoen losbreekt, moeten we op een veilige plek kunnen zijn. Voor ons is dat Curaçao. Op zo’n vier tot vijf dagen varen van Tobago af; dat halen we wel met Catherine. En natuurlijk willen we dan meteen in quarantaine gaan. Om daarna misschien terug naar Nederland te kunnen vliegen.’

Van de 44 Nederlandse boten is waarschijnlijk ongeveer tweederde al richting Nederland vertrokken. Een aantal daarvan zal moeten ‘bunkeren’, water en andere voorraden inslaan, op de Azoren. Maar de eilanden daar, die bij Portugal horen, geven gemengde signalen af over de bereikbaarheid. Ook het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken kan de oceaanvaarders daarover geen volledige duidelijkheid geven.

Zeilers als Karin Duinker en Eric Westerveld krijgen zoveel mogelijk steun van de Nederlandse Vertegenwoordiging in Willemstad (VNW). ‘De mensen daar doen echt hun stinkende best voor ons’, zegt Westerveld. Maar voorlopig dus zonder resultaat.

Het ‘bijbootje’.

Bijbootje

‘Op Curaçao geldt momenteel een lockdown’, zegt Hildegard Nefs van de VNW. De beslissing daartoe is er een waarover Den Haag binnen het koninkrijk geen enkele zeggenschap heeft. ‘Maar we zijn met de autoriteiten hier voortdurend in gesprek. Als mensen niet via de Azoren naar Nederland terug kunnen, is het wellicht mogelijk voor hen hier een noodsituatie te bepleiten. Welke voorwaarden daaraan gesteld zouden worden, zoals twee weken quarantaine, dat is een beslissing die alleen Curaçao zelf gerechtigd is te nemen.’

Tot er duidelijkheid komt, zullen Eric Westerveld en Karin Duinker in elk geval zo nu en dan met hun rubberen ‘bijbootje’ op Tobago aan land moeten kunnen om levensbenodigdheden in te slaan. Het bijbootje raakte eerder al lek en sloeg om, op zo’n 50 meter van hun boot Catherine. ‘Sindsdien voelen we ons wel extra kwetsbaar.’

Corona op de Caraïben

Op de eilanden die zo afhankelijk zijn van (cruise) toerisme komt de coronacrisis keihard aan, zeker op Sint Maarten dat de schok van de orkaan Irma nog lang niet te boven was.

Bellen met correspondent Kees Broere, die eerder in Afrika verslag deed van de ebola-uitbraken en de lock down nu op de Curaçao beleeft.