Foto: Belkis Osepa

KRALENDIJK – De Bonairiaanse wijk Lagun wordt geteisterd door stank, rook en insecten. De overlast van de vuilstortplaats verderop is zo groot, dat verschillende buurtbewoners de noodklok luiden.

Verschillende mensen zitten intussen aan de medicijnen, de ramen en deuren staan constant dicht, landbouw op familieterrein kan niet meer en thuis bevallen is ook geen optie meer. Een groep Bonairianen uit de wijk Lagun vertellen hun verhaal aan Caribisch Netwerk.

Wat hij liever niet doet: Farid Ayubi kijkt vanuit zijn huis uit op de landfill. (Foto: Marit Severijnse)

Vooral de rook en stank die vrijkomt bij het afvalbranden zorgt voor veel overlast. “We moeten al heel veel jaren leven met overlast van de stank, de rook en de insecten, zelfs zoveel dat we binnen moeten leven”, vertelt buurtbewoner Fidelia Emerenciana. “Deze situatie is heel erg.”

‘Leven in Lagun is nu een kleine hel’
Ook andere inwoners zien het gebied steeds veranderen door de komst van de vuilstortplaats. “De situatie nu is niet alleen schadelijk voor ons, maar ook voor de natuur. Het was een heel mooi gebied, vol met flamingo’s”, vertelt Farid Ayubi. “We leven nu in een kleine hel.”

Buurtbewoner Farid Ayubi

Download audio
.

Het is voor Ayubi vanuit zijn eigen gezondheid gezien ook een persoonlijke drama geworden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat hij stoffen heeft ingeademd die ‘niet goed neurologisch te verklaren zijn’. Ook spreken de dokteren van mogelijke ‘inhalatie-intoxicatie’. Dagelijks slikt hij nu medicijnen.

‘Mijn huis is voor de helft minder waard geworden’
Het is ook een financiële kwestie geworden. Zijn huis – dat inmiddels uitkijkt op de landfill – zou met de helft in waarde zijn gedaald, vertelt hij. Dat staat in schril contrast met de vele andere wijken van Bonaire, waar de huizenprijzen flink zijn toegenomen in de afgelopen jaren.

Sterke, onaangename stank
Buurtbewoner Suzy Angela vindt de situatie ‘frustrerend’. Omdat ze het zo erg vind om dagelijks vanuit haar huis de vuilstortplaats te kunnen zien, heeft ze haar ramen bedekt. “Ik heb nog nooit zó een sterke, onaangename geur meegemaakt”, vertelt ze.

Angela en Ayubi hebben thuis de ramen bedekt om de landfill niet te hoeven zien. (Foto: Marit Severijnse)

Zij woont in Lagun voordat de afvalstortplaats er kwam. “De verbrandingsoven is er nu ongeveer drie jaar, maar deze situatie nu is het ergste waar we mee te maken hebben.”

“De mannen die aan het werk zijn bij de oven, dragen een pak en zijn van top tot teen beschermd. Terwijl wij wel al die stoffen verderop gewoon binnenkrijgen.”

Niet kunnen genieten van zwangerschap
Er zijn nog veel andere buurtbewoners die alarm slaan, zoals Ytala Seket. Zij woont nu sinds een jaar in Lagun en maakt zich zorgen over haar eigen gezondheid en vooral die van haar pasgeboren baby. “We hebben veel last van insecten en de verbranding van biostoffen. Ik heb niet zoveel kunnen genieten van mijn zwangerschap, omdat ik uren weg moest van huis om er geen last van te hebben.”

‘Ik heb zelfs in iemand anders huis moeten bevallen’

Haar zwangerschap én bevalling had ze veel mooier verwacht. “Ik heb zelfs in iemand anders huis moeten bevallen,” vertelt Seket. Ze probeert met hulp van haar familie te kijken of ze zo snel mogelijk kan verhuizen. “Want wat kan je anders doen? Vervelend dat het zover moet komen, want de grond is eigendom van mijn moeder. Ik wil hier eigenlijk heel graag blijven, maar ik het het moeilijk met mijn kinderen.”

‘Dit is niet alleen onhygiënisch, ook onmenselijk’

Hier groeien de papayaplanten niet meer. En buiten spelen, zit er ook niet meer in voor de kinderen. (Foto: Marit Severijnse)

Ook John Janga’s familie heeft een stuk grond in Lagun. Hij was al bezig met verhuizen, maar zette dat plan noodgedwongen stop toen hij ontdekte hoe het is om in die buurt nu te wonen. “Ik werd geconfronteerd met een onhygiënische, maar ook onmenselijk situatie. Al die vliegen, ratten.. Het ging gewoon niet meer.”

Hij wilde in Lagun op het familieterrein vooral groente en fruit gaan telen. Maar landbouw zou onmogelijk zijn geworden door de luchtvervuiling, vertelt Janga.

John Janga: ‘Papayaplanten overleven het hier niet’

Download audio
.

Wat John Janga meemaakt, is voor Samantha Jacobs herkenbaar. “Mijn familie heeft hier ook een stuk land. Toen we begonnen waren met de voorbereidingen om er te gaan wonen, werden we geconfronteerd met de vele vliegen en de vreselijke geur. Je hebt géén idee.”

Samantha Jacobs over haar situatie

Download audio
.

‘Wanneer houdt dit op?’ 

De buurtcommissie stapte vorig jaar naar de Ombudsman. “Kort daarna kregen we een bemiddelaar die zorgde dat wij aan de tafel konden zitten met Selibon’’, vertelt Janga. Een jaar later is er volgens de bewoners dus nog steeds geen oplossing gevonden voor de stank, rook en insecten.

“We zijn op de hoogte van de klachten van de bewoners”, reageert een woordvoerder van Selibon. “Elke klacht en elk probleem heeft een ander aanpak nodig waardoor het wat tijd in beslag kan nemen voordat er concrete stappen zichtbaar zijn.”

“Voor de stank en rookoverlast zijn we bezig met een onderzoek om de oorzaak te kunnen achterhalen en het probleem op te lossen. We zijn bezig om het opgeslagen afval – wat voor de insecten zorgt – zo snel mogelijk op te ruimen om overlast te voorkomen.”

‘Voor alle inwoners van Bonaire een probleem’

Dat mensen zich weinig bij kunnen voorstellen van de situatie, beaamt haar partner Michael Winklaar. “Je kan niet inschatten hoe erg die situatie is, totdat je er echt bent én verblijft.”

Hij maakt zich zorgen over de gezondheid in de andere wijken. “De mensen die wat verderop wonen, hebben er helemaal geen weet van. Maar de giftige stoffen worden ook met de wind meegevoerd naar Kralendijk, dus de rest van de bevolking heeft er ook mee te maken.”