'Sea Rah' spoelt na 44 dagen aan op Cuba


Het schip dat sinds 28 april ergens in de Caribische zee, ten zuiden van Jamaica, dobberde is aangespoeld op het strand van La Barca in Cuba. 44 dagen dreef de Sea Rah stuurloos rond, nadat het noodlot op 28 april toesloeg. Het schip was op weg naar Sint-Vincent en bevond zich toen ongeveer 300 mijl ten noorden van Aruba.

Het hele verhaal uit het logboek van kapitein Günther Fliszar, kun je hier lezen.

Caribische Zee

De Oostenrijkse familie Fliszar vaart die dag niet vermoedend zijn koers als even na zessen 's avonds een hels kabaal ontstaat op het achterschip en de stuurautomaat fouten meldt. Kapitein Günther ziet zijn roer achter de achtersteven in het water drijven.

Via een noodoproep via satelliet wordt de Kustwacht op Curaçao gealarmeerd, die onder andere met een vliegtuig polshoogte komt nemen. te sturen. Die meldt de familie Fliszar dat ze opgepikt gaan worden door een containerschip dat in de buurt vaart en hen naar Curaçao zal brengen.

Ze zeggen ook dat er geen manier is om de Sea Rah te slepen. Er is een flinke deining van twee meter. Het schip moet worden opgeven.

23 uur nadat ze opgepikt zijn, komt de familie aan op Curaçao. De Kustwacht brengt ze naar Willemstad waar ze veilig in een hotel worden gestopt. Een quarantainehotel. De volgende dag stappen ze op een vlucht naar Amsterdam om daarna thuis, in Wenen Oostenrijk aan te komen.

Aanspoelen

En de Sea Rah? Die is een prooi van de zee en zal ooit ergens aanspoelen. En dat ooit is na 44 dagen. Op 11 juni krijgt het ministerie van Defensie in Nederland een mailtje van een bergingsbedrijf in Havana, Cuba met de boodschap dat de Sea Rah als gevolg van stoming en wind op Cubaanse bodem is aangespoeld bij playa La Barca in de buurt van Pinar del Río Cuba.

Het bergingsbedrijf weet dat de bemanning van de boot destijds door de Kustwacht in veiligheid is gebracht en zoeken via Den Haag contact met Günther Fliszar. Ze willen weten wat hij met de boot wil doen.

Bergingsrecht

Veel mensen geloven dat als je een verlaten boot vindt, deze automatisch van jou is, maar in feite is de Salvage Law niet zo eenvoudig. Volgens de huidige Amerikaanse admiraliteitswet, die in overeenstemming is met de internationale bergingswet zoals vastgelegd in het Salvage-verdrag van 1989, wordt de verleende hulp aan een ander schip als berging beschouwd wanneer het schip een gevaar is op zee, de hulp vrijwillig is en de bijstand geheel of gedeeltelijk succesvol is gebleken.

De misvatting dat een gevonden schip voor de vinder is, komt waarschijnlijk omdat sommige eigenaren en de meeste verzekeraars administratieve en transactiekosten besparen door het schip als betaalmiddel te gebruiken. Als zij niet betalen, moet de vinder het schip min of meer gedwongen in beslag te nemen.

Is dit eerlijk? De meeste verzekeringsmaatschappijen hebben er geen probleem mee, hoewel ze het grootste deel van de schadeclaims betalen. Ze erkennen dat competente sleepdiensten veel geld uitgeven aan schepen en uitrusting. Ze stellen het op prijs dat deze mensen 24/7 bereikbaar zijn. En natuurlijk betalen ze liever een claim voor een deel van de waarde van een schip (wat normaal gebeurt) dan geconfronteerd te worden met een totaal verlies.

Hoe het met de Sea Rah afloopt is nu nog niet duidelijk. Volgens de kapitein is het lot van zijn schip in handen van de verzekeraar. Die gaat bepalen wat er gaat gebeuren.