Op 23 januari beëdigde de Venezolaanse oppositieleider Juan Guaidó zichzelf als interim-president van het Zuid-Amerikaanse land. Gesteund door de Verenigde Staten, de EU en andere landen die het regime van Nicolás Maduro veroordelen en de legitimiteit van de verkiezingen die hem zijn tweede ambtstermijn bezorgen in twijfel trekken.
Ook Nederland erkent de 36-jarige interim-president. "Maduro is niet gekozen op de manier die wij verwachten in een democratie, Guaidó wel", stelde minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok in een reactie aan NU.nl. "Daarmee geven we ook een signaal aan de bevolking af: we staan achter jullie streven om democratische verkiezingen te houden."
Nederland erkende de president nadat Maduro geen gehoor gaf aan een gesteld ultimatum over het uitschrijven van "vrije, transparante en democratische verkiezingen".
Vanwaar de machtsgreep?
In mei 2018 won president Maduro nog een tweede ambtstermijn bij presidentsverkiezingen. De Verenigde Staten en vele andere landen wezen deze verkiezingen bij voorbaat al van de hand, omdat belangrijke tegenstanders van Maduro werden belet om mee te doen.
De oppositie verklaarde de verkiezingen destijds onrechtmatig, omdat veel kiezers zijn weggebleven wegens oproepen om de verkiezingen te boycotten. Bovendien zouden kiezers onder druk zijn gezet om op de president te stemmen.
Het parlement, onder leiding van Guaidó, erkende de uitslag van de verkiezingen niet. Hierdoor zeggen ze op basis van de grondwet het recht te hebben een interim-president aan te stellen.
Wat voor effect heeft de tweede president en de internationale steun voor hem op het huidige regime?
Vooralsnog weinig. President Maduro houdt vast aan zijn macht en wil die niet opgeven. Wel heeft Guaidó de druk op Maduro verhoogd, maar naar verwachting is er meer nodig om zijn positie echt te doen wankelen.
Een van de manieren waarop dit kan gebeuren, is via economische sancties. Vrijwel al het geld dat in Venezuela binnenkomt, wordt verdiend met olie.
De Verenigde Staten, de grootste olieafnemer van Venezuela, hebben de betalingen aan het staatsoliebedrijf geblokkeerd en een keur aan andere sancties ingevoerd. Desondanks blijft de president stevig in het zadel, zolang het Venezolaanse leger achter hem blijft staan.
Hoe staat het land ervoor?
Het bewind van president Maduro wordt al jarenlang gekenmerkt door een ernstige economische crisis en hyperinflatie. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verwacht voor dit jaar een inflatie van 10.000.000 procent.
Door de torenhoge inflatie zijn dagelijkse benodigdheden voor veel Venezolanen onbetaalbaar geworden. Burgers staan uren in de rij voor winkels met grotendeels lege schappen. Er heerst veel angst voor voedsel- en geneesmiddelenschaarste.
Drie miljoen Venezolanen zijn het land inmiddels ontvlucht, volgens een studie van het Brookings Institution komen daar de komende drie jaar nog eens vijf miljoen vluchtelingen bij.
Guaidó maakte begin februari bekend dat er snel humanitaire hulp het land binnen zou komen via grensstad Cúcuta in Colombia. Hierop besloot Maduro de betreffende grensovergang af te sluiten. De president wil geen humanitaire hulp, maar eist opheffing van sancties. Hij stelt ook dat de hulp slechts een voorbode is van buitenlands militair ingrijpen.
Hoe reageert Maduro op de onrust?
Sinds Maduro voor zijn tweede ambtstermijn werd beëdigd, zijn er vrijwel dagelijks mensen de straat op gegaan om voor Guaidó en tegen Maduro - of andersom - te demonstreren. Voorstanders van de parlementsvoorzitter eisen vrije verkiezingen en een soevereine democratie.
Maduro heeft meermaals gezegd niet van plan te zijn verkiezingen uit te schrijven. "Ze proberen ons onder druk te zetten om ons in een extreme confrontatie te dwingen", zei Maduro in gesprek met de Spaanse nieuwszender Sexta. "We geven niet toe aan die druk."
Op de vraag of de crisis in zijn land kan leiden tot een burgeroorlog, zei Maduro dat niemand die vraag met zekerheid kan beantwoorden. "Alles hangt af van de agressiviteit en dwaasheid van het noordelijke rijk (de VS, red.) en zijn westerse bondgenoten."
De Venezolaanse regering besloot op 28 maart om Guaidó te verbieden de komende vijftien jaar een publiek ambt te dragen. Er zouden "tegenstrijdigheden" in zijn financiële verantwoording te vinden zijn, en de oppositieleider zou meer geld hebben uitgeven dan er bij hem binnenkwam.
Het Venezolaanse leger is vooralsnog in handen van Maduro. In een verklaring liet het leger weten niet achter Guaidó te staan. Maduro had de hulp van het leger ingeroepen om de "eenheid en discipline" in het land te bewaren.