Nieuws Curaçao

Kerstwens van een oud-premier

Kerstwens van een oud-premier

Voor het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) lijkt de geest nu wel definitief uit de fles, maar hoe dan wel? Samen werkend aan een welvarend Curaçao voor iedereen. Een Curaçao dat weerbaar is en schokken in de toekomst zelf kan opvangen. Een Curaçao dat het Koninkrijk verrijkt. Door niet alleen te hervormen, maar ook te investeren in ontwikkeling.

door Eugene Rhuggenaath

Bol AlgemeenBol Algemeen

Door Curacao te ondersteunen bij het zelf eigenaar zijn van de oplossingen om uit de diepe crisis te komen. Met fondsen voor investeringen in de grootste uitdagingen waar Curaçao voor staat als klimaataanpassing, energietransitie, werk en vakmanschap, innovatie en ondernemerschap, sociale vernieuwing en behoud van cultureel erfgoed.

Investeringen die zich meer dan terugverdienen en het nodige perspectief bieden. Dit is een appèl op de formerende partijen in Nederland en de Regering van Curaçao, een cri de coeur om samen uitwerking te geven aan een meerjarig ‘Recovery and Resilience’-programma.

Niet in een ivoren Haagse toren, maar hier op Curaçao; on the ground. Open en transparant met één agenda en één richting. Voor een sterk, weerbaar en welvarend Curaçao. Een Curaçao dat haar eigen verantwoordelijkheid draagt en tevens een sterkere partner is voor Nederland en de andere landen binnen het Koninkrijk.

Pandemie

De economische gevolgen van de corona pandemie hebben het Caribisch deel van het Koninkrijk ongekend hard geraakt; economisch, financieel, sociaal en niet in de laatste plaats de gezondheid van onze samenleving. Niet alleen de lichamelijke gezondheid, ook geestelijke gezondheidsklachten door baanverlies, isolatie en uitzichtloosheid.

Het toerisme veert gelukkig weer op maar dagelijks worden kwetsbare ouderen, alleenstaande moeders met kleine kinderen en veelbelovende jongeren geconfronteerd met de nog steeds aanwezige negatieve gevolgen. Hoezeer ook wijken en buurten veerkracht tonen en er nieuwe initiatieven ontstaan, is het niet genoeg. De fundering van ons land is te zwak. Curaçao wil het zelf doen, maar kan het niet alleen.

Uiteraard staat Curaçao niet als enige land voor deze uitdagingen. De Wereldbank, IMF, de Caribische Development Bank dichter bij huis en Europa, iedereen zet zich in voor dezelfde uitdagingen. Iedereen werkt gezamenlijk aan duurzame en vooral inclusieve ontwikkeling. Curaçao heeft als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden helaas geen of beperkte directe toegang tot Wereldbank faciliteiten, IMF en internationale en regionale ontwikkelingsbanken. De hoop van onze bevolking is dan ook gevestigd op Nederland.

Middenin de pandemie heeft Nederland ook veel bijgedragen en heel veel gedaan. De zwakkeren in de samenleving zijn ondersteund met voedselhulp, er zijn gelden beschikbaar gesteld waarmee het bedrijfsleven is ondersteund middels compensatieregelingen en ook werknemers die hun baan verloren, zijn ondersteund met maandelijkse toelagen en voedselkaarten. Met de nodige begrotingssteun om de overheid te laten doordraaien is een verdere afgrond vermeden.

Dan heb ik het nog niet eens over het extra zorgpersoneel dat is aangetrokken om het nieuwe Centraal Medische Centrum te ondersteunen en niet te vergeten de beschikbaarstelling van vaccins. Hier zijn wij ook zeer dankbaar voor, maar dit alles betekent nog niet ‘’werken aan een duurzame en inclusieve samenleving”.

Brand

Curaçao zal ook zelf eigenaar van de problemen en van de oplossingen moeten zijn, maar. Met de Groeistrategie en later het Groeiakkoord waren we met Nederland hiermee op de goede weg. Samen werken aan de toekomst van Curaçao met de juiste ondersteuning van kapitaal en kennis. Belangrijke stappen werd genomen in het kader van zelf eigen verantwoordelijkheid nemen en dragen. En toen in 2020, de Corona. De hele wereld stond in één klap in brand.

De samenwerking en opgebouwde banden werden abrupt afgebroken. Het groeiakkoord werd aangehouden, ambtelijke contacten stilgelegd en ook politiek begon het moeizamer te verlopen. Er ontstonden spanningen in de relatie. Juist waar we elkaar, in die tijd, meer dan ooit nodig hadden, wisten we elkaar – binnen Koninkrijksverband – met het oog op het samen werken aan een nieuwe toekomst onvoldoende te vinden en te bereiken.

De Caribische Hervormings Entiteit (CHE) kwam op tafel en werd niet geaccepteerd. Veel tijd, energie en politiek kapitaal is verloren gegaan in juridische, bestuurlijke discussies over autonomie. Het eendrachtig samen werken aan de grote problemen waar we voor stonden raakte ondergesneeuwd. Gelukkig wisten we eind oktober vorig jaar een politiek akkoord te sluiten; nog broos en fragiel, maar toekomstgericht en met een politiek commitment over kabinetten heen.

COHO

Het werd het Caribische Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) en nu toch misschien ook geen COHO, zoals ik begrijp. De rol en taak van COHO lijken zich te hebben afgezwakt naar een check & balances programma, waarbij men vooral werkt aan het hoogst noodzakelijke en de toekomst van Curacao blijft steken in doorlichtingen en verkenningen. Het lijkt allemaal stil te liggen, waar juist tempo nodig is.

Veel landen gaan inmiddels voor, door de hand wel aan de ploeg te slaan. In Europa zijn onder coördinatie van de Europese Commissie en ondersteund met Europese fondsen en een Europese Recovery and Resilience faciliteit de eerste Nationale Groeiplannen opgesteld. De noodzaak van zo’n integrale aanpak is voor Curacao zeker als een kleine zich ontwikkelende eilandstaat (SID) niet minder.

Net als de EU-programma’s is het Landenpakket een noodzakelijk hervormingspakket. Het Landenpakket geeft prioriteit en aandacht aan de hervormingen die te lang achterwege zijn gebleven. Hervormingen van het ambtelijk apparaat en bestuur, de arbeidsmarkt, onderwijs en zorg, de kapitaalmarkt en hervormingen ten behoeve van een goed investeringsklimaat. En hervormingen in een beter budgettair beheer.

Maar dit is niet voldoende, de tering zal naar de nering moeten worden gezet. Tegelijk zijn echter investeringen in zorg en onderwijs, infrastructuur, duurzame energie, waterbeheer, circulaire economie, moderne landbouw, wijken en buurten en in Punda en Otrobanda evenzeer nodig. Hervormen, betrouwbare overheidsfinanciën én investeren in ontwikkeling moet samen hand in hand gaan.

Het kritische onthaal van de Adviesorganen op het COHO heeft de aandacht afgeleid van de grote problemen waarmee Curaçao kampt. Waar ik voor vreesde, dreigt uit te komen. Die kritiek is de alibi geworden om ons weer in onze eigen werelden en denkkaders op te sluiten.

Nos mes por

Curaçao zonder bemoeienis van Nederland – Nos mes por – en Nederland op afstand schermend met “landsaangelegenheid – niet onze verantwoordelijkheid”. Als er een ding is dat de Corona pandemie ons geleerd heeft, is het wel dat de wereld steeds meer met elkaar verbonden is en moet zijn. Er bestaat geen kunnen zonder WIJ.

Met het COHO ging het niet alleen om hervormen, om voorwaarden stellen aan steun, toezicht en monitoring. Nee, in de kern ging om Ondersteuning én Ontwikkeling. Om het financieren van economisch rendabele projecten en bedrijven. Om het opzetten van programmateams hier op de eilanden, om het aantrekken en betrekken van talentvolle, goed opgeleide eigen mensen en om het investeren in de kennis en vaardigheden op Curaçao, Aruba en Sint-Maarten.

Met slechts een kleine afdeling in Den Haag voor de nodige afstemming en coördinatie tussen de departementen. Er zou een oproep worden gedaan aan onze diaspora. Om ons talent aan Curacao te binden.

Helaas is de realiteit dat wij nog steeds zitten met een Tijdelijke WerkOrganisatie (TWO) die voornamelijk “Haags” is, voorwaarden stelt en monitort. Het gezamenlijke commitment om de noodzakelijke hervormingen uit te voeren, gesteund door expertise en ruimte voor financiering via Nederland lijkt weer te verschuiven naar de traditionele eigen verantwoordelijkheid van Curaçao en toezichtrol van Nederland.

Wensen en verlangens

Voor het COHO lijkt de geest uit de fles. In het kader van december, een maand gevuld met verwachtingen, vieringen en blije gezichten heb ook ik mijn wensen en verlangens.

Ik hoop op investerings- en ontwikkelingsfondsen voor het Caribische deel van het Koninkrijk, goed beheerd en georganiseerd. Fondsen voor werk en vakmanschap; voor ondernemerschap; voor innovatie; voor energietransitie; voor duurzame ontwikkelingen; voor voedselveiligheid en voor het mitigeren van de gevolgen van de klimaatverandering.

Zoals Nederland het doet. Gekoppeld aan een veel beter, meerjarig financieel beheer op Curaçao. De weg die ook het IMF opnieuw wijst, in het recente verslag van de jongste missie aan Curaçao.

Hier op Curaçao zal het moeten gebeuren, niet achter een Haags beleidsbureau. De ervaring leert dat dit laatste niet werkt. Dit was nu juist ook één van de fundamentele kritiekpunten van de Raad van State van het Koninkrijk. Wij moeten uitvoerend te werk gaan ondersteund met vooral praktische kennis door Nederlandse gemeenten en door regionale ontwikkelingsmaatschappijen.

Het moeilijkste na Corona moet nog komen. De tijd is NU om verdere invulling te geven aan wat ons Koninkrijk inhoud aan visie, beleid, instituties en instellingen en samenwerking. Een Koninkrijk dat werkelijk iets betekent voor alle Nederlanders en burgers in (alle) delen van het Koninkrijk. Een vergelijkbare bestaan met welzijn en voorspoed voor iedereen. That’s the essence.

Inclusief

In een eerdere brief gedateerd 25 Mei 2021 heb ik geschreven: Laat de waarborgfunctie van het Koninkrijksverband een activerend beginsel zijn. Een beginsel om samen te bouwen aan een duurzame, inclusieve toekomst. Een toekomst waaraan iedereen naar vermogen bijdraagt en waarin iedereen in welvaart deelt. Een nieuwe wereld met kansen voor iedereen.

We kunnen het zelf, maar niet alleen en niet alleen voor onszelf. Door samen te werken en voor elkaar iets te willen betekenen stijgen we boven onszelf uit.

Laat in het nieuwe Nederlandse Regeerakkoord en in de Regeringsverklaring straks van het nieuwe Nederlandse kabinet deze inzet terug te vinden zijn. En laat Curaçao het vermogen hebben hier ontvankelijk voor te zijn. Voor het welzijn van de gemeenschap van Curaçao. Ik hoop dat we met het volste vertrouwen in een duurzame, inclusieve toekomst straks het nieuw jaar mogen binnen stappen.

Hieraan medewerken was en is nog steeds mijn ambitie.


Deel dit artikel