Direct naar artikelinhoud
Column

Venezuela’s luchtafweersystemen reiken ongemakkelijk ver – tot Aruba, Curaçao en Bonaire

Venezuela’s luchtafweersystemen reiken ongemakkelijk ver – tot Aruba, Curaçao en Bonaire

In het jaarverslag van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst dat minister van Defensie Ank Bijleveld dinsdag naar de Tweede Kamer stuurde, staat een landkaart met daarop een uitsnede uit het Caribisch gebied en een stukje van de noordelijke kustlijn van Zuid-Amerika. In roze en groen is met stippellijntjes heel precies aangegeven tot waar de luchtafweersystemen van Venezuela reiken: tot ongemakkelijk ver in het luchtruim boven Aruba, Curaçao en Bonaire, de Caribische delen van het koninkrijk, om precies te zijn. 

Het betreft ‘geavanceerde luchtafweersystemen van Russische makelij’, schrijft de dienst erbij, voor wie mogelijk dacht dat een land waarin het leger onder Hugo Chávez is uitgegroeid tot een bron van nationale trots en een steunpilaar van het zittende regime met roestend oud spul werkt. De redactie van Koninkrijkrelaties.nu, die weinig ontgaat, berichtte er dinsdag over.

De Venezolaanse strijdkrachten hebben, aldus het jaarverslag, ‘een defensieve doctrine en dus geen offensief oogmerk’, maar omdat ze er bij de dienst niet helemaal gerust op zijn, blijven ze ‘de ontwikkelingen nauwlettend volgen’.

Een geruststellende gedachte nu de beelden met rook, vuur, bloed, gebalde vuisten van Juan Guaidó, al dan niet overgelopen militairen en verwarring uit Venezuela over elkaar heen blijven rollen. Venezuela verkeert al veel te lang in een impasse. Met de onberekenbare en in het nauw gedreven Nicolás Maduro. De uitdager Juan Guaidó die zich maar stuk blíjft lopen op de machtsbasis van Maduro en die inmiddels zo veel uiteenlopende verwachtingen van de rest van de wereld op de smalle schouders torst dat hij straks, mocht hij het redden, alleen maar kan teleurstellen. 

De dolle Donald Trump die tot dusver regime change per tweet heeft trachten af te dwingen, maar niet moe wordt te benadrukken dat ‘alle opties op tafel liggen’ om Maduro uit Miraflores, het presidentiële paleis, te verjagen – inclusief een mogelijke invasie in een land dat twee keer zo groot is als Irak, 33 miljoen mensen herbergt, een leger heeft van 130 duizend man sterk, en daarnaast beschikt over paramilitaire collectieven alsmede uitstekend georganiseerde en dito bewapende criminele bendes.

De nieuwe poging tot opstand die dinsdagochtend begon is niets minder dan ‘een coup met rechtstreekse steun uit Washington’, jankten de Maduro-getrouwen. Hun tentakels reiken tot in Moskou, Ankara en Havana.

Daarop liet Washington bij monde van Nationaal Veiligheidsadviseur John Bolton weten dat het helemaal geen staatsgreep betreft, ‘maar een poging van de legitieme president Guaidó om de controle over te nemen’. Waar Braziliës sterke man Bolsonaro zich van harte bij aansloot: Venezuela is een land ‘in slavernij gehouden door een dictator’. Met zulke vrienden kun je een heel eind komen, dus dit kan nog heel lang duren.

Op Curaçao, onder dat luchtruim waar Maduro’s geavanceerde luchtafweersystemen van Russische makelij eenvoudig bij kunnen, liep gisteren Stef Blok. Op bezoek in de rest van het koninkrijk. Een burgeroorlog betekent nog meer vluchtelingen, bovenop de exodus die al ‘de grootste vluchtelingencrisis uit de Latijns-Amerikaanse geschiedenis’ is genoemd. Ze komen ook naar Curaçao en naar Aruba, waar ze honds worden behandeld, en Stef Blok kijkt daar, mede namens het voltallige kabinet, van weg. Want Nederland erkent wel Guaidó, maar weigert de medeverantwoordelijkheid te dragen voor de consequenties daarvan, door te helpen de vluchtelingen van een kennelijk afkeurenswaardig regime fatsoenlijk op te vangen.

Maar geen zorgen: Nederland blijft ‘de ontwikkelingen nauwlettend volgen’.