Direct naar artikelinhoud
OpinieDe Antillen

In ons koninkrijk ontbreekt het aan eerlijkheid

Geen Haagse politicus die van ook maar één enkele Antil af wil. Dat is het ware verhaal, betoogt Arjen de Wolff, correspondent Bonaire en columnist voor dagblad Amigoe.

Deelnemers aan het protest in Willemstad, vorige week. Er werden verscheidene mensen gearresteerd voor hun rol bij plunderingen en brandstichtingen in de binnenstad.Beeld ANP

Ineens stond Curaçao in brand. Althans, zo leek het even. De werkelijkheid kwam niet in de buurt van de onrust van 30 mei 1969, maar de vernielingen, de brandstichtingen en plunderingen van de afgelopen week waren ernstig.

Ze waren ook atypisch voor Curaçao. Alhoewel het land al veel langer dan het coronatijdperk in grote economische en sociale problemen verkeert, met bijbehorende verhoging van de demonstratiefrequentie, is echt geweld zeldzaam. Het liep uit de hand om dezelfde redenen waardoor demonstraties altijd uit de hand lopen: geen centraal leiderschap en geen gezamenlijk gedragen, duidelijke eisen. Dus was de groep zeer divers, ongeorganiseerd, en konden relschoppers zich gemakkelijk mengen onder vreedzamere manifestanten.

Maar al waren de agenda’s verschillend, één gevoel werd breed gedragen onder hen die te hoop liepen op het binnenplein van Fort Amsterdam, het Curaçaose Binnenhof: ze zien geen uitweg meer, en leggen de verantwoordelijkheid daarvoor bij de veronderstelde onmacht van zowel Fort Amsterdam als de Haagse Trêveszaal om een einde te maken aan de misère en de mensen weer perspectief en brood op tafel te bieden.

Geen oplossing

Telkens als de Antillen en Aruba in problemen verkeren zwelt weer de roep aan om veranderingen in de staatkundige verhoudingen tussen het Europese en het Caribische deel van het koninkrijk. Maar constitutionele veranderingen zullen ook nu weer geen oplossing bieden voor de onderliggende problemen die aan beide kanten van de oceaan bestaan.

De reden daarvoor is simpel: eerdere staatkundige hervormingen hebben ook geen verbetering opgeleverd. Het probleem is niet gelegen in staatsrecht, maar in een gebrek aan eerlijkheid. Over en weer.

Het gaat er nu om dat politici en ambtenaren aan beide kanten van de oceaan eindelijk, na zoveel crisismomenten en staatkundige hervormingen, werk maken van het elimineren van een paar al tijden bestaande systeemfouten en erkennen dat aalmoezen en staatkundige discussies, de onderliggende kwesties in het verleden nog nooit hebben opgelost.

Er is ook aan onze, Caribische kant van het koninkrijk nog veel te doen. Ook op onze eilanden valt, net als in tientallen Europees Nederlandse gemeenten, provincies en rijksdiensten, nog veel werk te verzetten als het gaat om zaken als goed bestuur, ordentelijke begrotingen en rekeningen, inning van belastingen en het stellen van de juiste prioriteiten.

Geen discussie daarover, maar nogmaals: dit zijn maar een paar van de pijnlijke onderwerpen waarop alle delen van het koninkrijk nu juist, helaas, erg op elkaar lijken. Ook Europees Nederland. Aanpakken dus, aan beide kanten, met iets minder de pot verwijt de ketel.

Caribische rotsblokken

Kijkend naar Den Haag zou een goed en rationeel begin zijn dat openlijk zou worden erkend dat men van geen enkele Antil af wil, omdat deze zes Caribische rotsblokken van onschatbare geopolitieke waarde zijn voor het bescheiden Europese Nederland.

Nederlandse officieren commanderen eens in de zoveel tijd de Navo-strijdkrachten op het westelijk halfrond, waar Nederland niet ligt. Als we een zetel in de Veiligheidsraad willen, wordt Neerlands zegenende werk in de Cariben gretig ingezet. Dankzij de Antillen onderhouden we warmere en productievere banden met de Verenigde Staten. En bouwen we Forward Operating Locations op Aruba en Curaçao, een springklank naar het Latijns-Amerikaanse vasteland dat luttele mijlen van onze kust ligt.

Onbetaalbaar veel internationale invloed voor een Europese middenmoter. Daar horen eerlijkere verhoudingen en eerlijkere bedragen bij. En het zou fijn zijn als de Haagse torens dat eerlijke verhaal eens openlijk zouden gaan voorhouden aan de Nederlandse kiezers en de pers.

Staatkundige discussies zijn een side-show, een fetish van politici aan beide kanten, bedoeld om een wantrouwende achterban gerust te stellen, electorale punten te scoren en echte hervorming en verandering te vermijden. Niets meer, niets minder.

Een warm hart voor elkaar is ook belangrijk, maar daar zorgen we als bevolkingen over en weer zelf wel voor. Van onze bestuurders verwachten we ernst, erkenning, en eerlijkheid. Want om maar eens de voormalige Amsterdamse wethouder en Tweede Kamerlid Jan Schaefer te parafraseren: ‘In thoughts and prayers kun je niet wonen.’