Direct naar artikelinhoud
ReportageCariben

De biodiversiteit op Bonaire wordt bedreigd

Biologe Daniela Simal in de grot die een kraamkamer is voor vleermuizen. Deze dieren zijn weer cruciaal voor de bevruchting van ’s nachts bloeiende zuilcactussen.Beeld Jeannette van Ditzhuijzen

Wie de biodiversiteit van Nederland onderzoekt, kan niet om Caribisch Nederland heen. Daar ligt de grootste biodiversiteit met tientallen unieke (onder)soorten die alleen op deze eilanden voorkomen. Maar bedreigingen liggen op de loer.

Op het terras van de Bonairiaanse biologen Fernando Simal en dochter Daniela laten zich ’s ochtends vroeg een suikerdiefje en een trio West-Indische parkieten zien. Beide vogels zijn net even anders dan hun soortgenoten op Aruba en Curaçao, en dus uniek voor Bonaire. Het eiland (288 km2) heeft 29 van die endemische soorten en ondersoorten. Europees Nederland telt er een schamele twee: ondersoorten van de vuurvlinder en de woelmuis.

Wanneer de parkieten luid krijsend wegvliegen, biedt dat een idyllisch plaatje, maar hun bestaan staat wel onder druk. Parkieten, en andere vogels zoals de lokale papegaai, de lora (Amazona barbadensis), eten namelijk vruchten van onder meer cactussen. Die worden weer bevrucht door vleermuizen. Althans, als die cactussen niet door bulldozers worden platgewalst voor (toeristische) ontwikkeling, wat regelmatig gebeurt. Dan hebben zowel de vogels als de vleermuizen een probleem.

Herstel van vegetatie

Daniela Simal rijdt ons in de jeep van de Caribbean Speleological Society (Caribss) naar het Bonaire Caves and Karst Park. Hier beschermt Caribss een deel van de tweehonderd grotten, de vegetatie en de vleermuizen. Ze opent het hek van het natuurreservaat dat is omheind tegen loslopende en vraatzuchtige geiten. “Daardoor krijgt de speciale vegetatie de kans om te herstellen. Bomen die op de karstondergrond groeien zijn dunner en kleiner dan elders, omdat hier minder aarde te vinden is.”

Simal gaat voorop in het zogeheten droog tropisch bos. Het biedt amper schaduw en de zon brandt ongenadig. De grond is de uitermate oneffen en puntig. Ontspannen wandelen is er niet bij, temeer daar we regelmatig op pijnlijke wijze in aanraking komen met de Spaanse Juffer. Deze lage cactus heeft intens gemene stekels, die meedogenloos door je broekspijpen priemen.

Vaak zijn de cactussen bezaaid met bijenkorfjes, inheemse slakjes Cerion uva bonairiensis die als voedsel dienen voor andere dieren. Simal: “Op eilanden heb je snel endemische soorten. Ze kunnen niet weg en daardoor evolueren de groepen los van elkaar en krijg je soorten die net anders zijn dan op andere eilanden.” Al pratend staat ze stil bij de ingang van een grot waarin water staat. “In sommige grotten kun je zwemmen”, vertelt ze. “In dat water leven onder meer endemische zoetwaterkreeftjes.”

Kraamkamer voor langneusvleermuizen

Maar haar passie zijn de vleermuizen, dus lopen we door naar een volgende grot die een kraamkamer is voor langneusvleermuizen, Leptonycteris curasoae, een regionale endeem en langtongvleermuizen: de Glossophaga longirostris elongata. Deze nectareters zijn cruciaal voor de bevruchting van ’s nachts bloeiende zuilcactussen. Zeker in droge tijden zijn vogels zoals de lora en de parkiet afhankelijk van deze cactusvruchten.

“Daarom is bescherming van de vleermuizen belangrijk”, legt Simal uit. Zelf heeft ze daaraan meegewerkt door in de grotten metalen kabels aan te brengen. Vleermuizen kunnen er nog wel uit, maar de mens kan er niet meer in. Want nieuwsgierige toeristen die voor de soms fraaie stalagmieten en stalactieten komen, verstoren de overdag slapende dieren en vormen daarmee een serieuze bedreiging. “Om die reden heeft Caribss de lokale gidsen een cursus gegeven, zodat ze verantwoord met grottenbezoek omgaan.”

Van deze inheemse palm zijn op Bonaire nog maar 25 volwassen exemplaren over.Beeld Quirijn Coolen

Er zijn meer van die omheinde natuurreservaatjes, waar inheemse bomen van Bonaire, zoals de Sabalpalm, een tweede kans krijgen. Planten- en bomenkenner Quirijn Coolen heeft zich opgeworpen als de beschermer van deze enige inheemse palm, waarvan nog maar 25 volwassen exemplaren over zijn. “Om de verdere teruggang van de populatie door geitenvraat te stoppen, hebben we met geld van het Montgomery Botanical Center in Florida een deel van deze palmen, jong en oud, omheind. Zo kunnen de jonkies uitgroeien en de oudere exemplaren kunnen zich onbelemmerd uitzaaien.” Net als bij het grottenpark gaat het hier om een eerste fase: beide parken moeten op den duur worden uitgebreid.

De droge seizoenen duren langer

Actie in de vorm van omheining en herbebossing is dringend nodig. Ook vanwege de klimaatverandering, die op Bonaire echt merkbaar is. Coolen: “De droge seizoenen zijn droger en duren langer. En we hebben vaker in heel korte tijd zeer zware regenbuien. Voor bomen is dat behoorlijk heftig, die hebben liever regelmatig een beetje water. We zien dan ook dat er door droogte geregeld een volwassen palm uitvalt. Daarom moeten we nu actie ondernemen; als je tien jaar wacht, kost het je nog meer moeite om deze Bonairiaanse palmen te behouden.”

Coolen vertelt dat Bonaire ondanks het grote aantal endemen te weinig diversiteit heeft. Dat komt door toenemende bebouwing en – alweer – geitenvraat. Cactussen en vruchtbomen leggen het loodje waardoor maar een paar boomsoorten overblijven. “Die dragen op hetzelfde moment vruchten en de rest van het jaar is er voor bijvoorbeeld lora’s weinig te halen. Dus gaan ze op zoek naar eten in particuliere tuinen, waar mensen ze verjagen of doodschieten. Daarom moeten we echt meer diversiteit creëren met bomen die op verschillende tijdstippen vruchten geven.”

Kadushi di pushi cactusBeeld Quirijn Coolen

Behalve de deels omheinde grotten en Sabalpalmen zijn op het eiland meer stukken grond omheind en herbeplant. Kwekerij Tera Barra (nummer 68 in Trouws Duurzame 100) bijvoorbeeld, waar Johan van Blerk met zijn vrijwilligers na tien jaar al een groene oase heeft gecreëerd. “We dachten dat we hier duizenden bomen moesten uitplanten, maar doordat de vogels zaden uitpoepen en er geen geiten meer zijn, komt er ook van alles spontaan op. Dat trekt weer vlinders en insecten aan en andere vogels.” Prompt fladdert voor onze ogen een groene kolibrie, die zich tegoed doet aan de bloemen van de verschillende bomen. Biodiversiteit in een notendop.

Bes-eilanden willen Haagse aandacht

De Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) sprak onlangs haar verontrusting en teleurstelling uit over het Haagse gebrek aan aandacht voor de gevaren waaraan de Bes-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) blootstaan. “Caribische Nederlanders krijgen het eerst te maken met de klimaatcrisis”, zei DCNA-directeur Tadzio Bervoets aan de vooravond van de Klimaatconferentie in Glasgow.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) voorspelt voor het Caribisch gebied een stijging van de luchttemperatuur met 1,4 graden Celsius. Dit zal leiden tot 5 à 6 procent minder regen en een toename van extreme weersomstandigheden. Ten gevolge van thermische uitzetting van water en het smelten van gletsjers kan de zeespiegel 0,5 tot 0,6 meter stijgen.

Vooral de koraalriffen met hun enorme biodiversiteit krijgen als gevolg van hogere watertemperaturen met massale koraalverbleking te maken.

Lees ook: 

Nieuwe aanvoer van stookolie brengt het koraal op zonnig Bonaire in gevaar

Het koraal rond Bonaire is in gevaar door aanpassing van de energievoorziening en een nieuwe haven, waarschuwen natuurorganisaties.

Zo wordt kaal en dor Bonaire weer groen

Volgend jaar hoopt Johan van Blerk zijn Tera Barra Natuurpark open te stellen. Dan kunnen schoolklassen, Bonairianen en toeristen met eigen ogen zien hoe de natuur van Bonaire er zou moeten uitzien.