Een week geleden werd de Curaçaose premier Eugene Rhuggenaath onder zware politiebegeleiding weggevoerd uit Fort Amsterdam in Willemstad, de plek waar de regering zetelt. Buiten stonden ruim honderd woedende demonstranten, onder wie jongeren en arbeiders, klaar om naar binnen te stormen. „Ik maakte me grote zorgen over wat er buiten gebeurde. Ik probeerde de dialoog aan te gaan en nodigde een delegatie van de demonstranten uit om te komen praten, maar ze weigerden”, zegt Rhuggenaath.
De premier blikt vanuit Willemstad telefonisch terug op de gebeurtenissen. De Mobiele Eenheid zette traangas in en tientallen mensen werden gearresteerd. Daarop volgden onrustige dagen met plunderingen, vernielingen en brandstichtingen door ongeorganiseerde groepen.
Rhuggenaath veroordeelt het als crimineel gedrag, maar de diepere onvrede van de demonstranten begrijpt hij goed. Die komt voort uit de strenge bezuinigingsmaatregelen die zijn regering moet nemen om in aanmerking te komen voor een steunpakket van 190 miljoen euro van Nederland, in de vorm van een lening.
Staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, CDA) beloofde half mei dat Nederland de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten wil helpen nu door de coronacrisis de inwoners het water aan de lippen staat en de economie instort. Maar wel onder strikte voorwaarden: zo moeten ministers en parlementsleden 25 procent van hun salaris inleveren en ambtenaren 12,5 procent.
„Ik vind het prima dat wij, ministers en parlementsleden moeten bezuinigen”, zegt Rhuggenaath. „Maar om tijdens een noodsituatie van alle ambtenaren en werkenden in de publieke sector – ook verplegend personeel – te vragen om op arbeidsvoorwaarden in te leveren, dat kan niet. Een groot deel van hen heeft het al niet ruim. Bovendien is er helemaal niet met ons overlegd, en moeten we deze maatregelen er even snel doorheen voeren. Het is onrealistisch.”
Raffinaderij en Venezolanen
Toch heeft Rhuggenaath de overeenkomst in mei binnen enkele dagen getekend, omdat er anders geen financiële steun kwam. Hoewel het inmiddels iets rustiger lijkt op het eiland en Nederlandse militairen en politie uit Aruba en Bonaire zijn ingezet, is de angel niet uit de onvrede.
Curaçao gaat al tijden gebukt onder een optelsom van problemen. Naast corona speelt de crisis bij olieraffinaderij Isla. Die ligt al maanden stil en banen van honderden werknemers staan op de tocht. Nadat vorig jaar de overeenkomst met het Venezolaanse staatsoliebedrijf PDVSA verliep, sloot Curaçao een deal met een nieuwe partner, de Duitse Klesch Group. Maar door Covid-19 is het onduidelijk of en vooral wanneer dat bedrijf de raffinaderij overneemt.
De jarenlange problemen met tienduizenden naar Curaçao gevluchte Venezolanen, die zijn gekomen sinds het buurland in een humanitaire en politieke crisis verkeert, drukken ook zwaar. Door de ongeregeldheden van afgelopen week dreigt Curaçao in een vicieuze cirkel te raken. Sinds 1 juli is het luchtruim weer opengesteld voor vluchten vanuit Nederland.
„Rust op het eiland is cruciaal, want anders blijven de toeristen weg”, zegt Rhuggenaath. „We hebben ze hard nodig om onze economie er bovenop te krijgen en weer banen te creëren. Sinds half maart hebben 16.000 mensen in de toerismesector hun baan verloren. De kans bestaat dat de helft van onze bevolking werkloos raakt.”
Mes op de keel
Deze vrijdag komt de Rijksministerraad bijeen voor besluiten rondom de coronasteun. De eilanden vinden dat Nederland hen elke keer het mes op de keel zet. Staatssecretaris Knops dringt aan op structurele hervormingen, bijvoorbeeld door de aanpak van het omvangrijke en dure ambtenarenapparaat. Rhuggenaath: „Wat Knops wil, willen wij ook. Maar in crisistijd moet je ook eerst de nood aanpakken. Heel veel mensen overleven van voedselhulp. Als we de buikriem nog strakker aantrekken, zoals Nederland eist, worden problemen niet opgelost maar juist groter.”
Vorige week riep een groep prominenten die zich verbonden voelt met Curaçao, onder wie John Leerdam, Tania Cross, en Ed Nijpels, premier Rutte op om compassie te tonen en milder te zijn. Ook waarschuwde VNO-NCW-topman Hans de Boer dat door de crisis de kans groter is dat er een populist aan de macht komt.
Volgend jaar zijn er verkiezingen en het is nog maar de vraag of het Rhuggenaath lukt om herkozen te worden, of dat de Curaçaoënaars hem afrekenen op de huidige crisis. „Voor de coronacrisis waren we al bezig met structurele oplossingen om uit de economische crisis te komen”, zegt hij. „Ik hoop dat we op basis van gelijkwaardigheid met Nederland tot een werkend plan kunnen komen, in plaats alles van bovenaf opgelegd te krijgen.”