Aruba is niet blij met het geld dat Nederland aan het eiland wil lenen voor acute noodhulp. Aruba mag zo'n 21 miljoen euro lenen, maar had gevraagd om een gift van ongeveer 200 miljoen euro.
Minister-president van Aruba Evelyn Wever-Croes zei in eerste instantie dat ze niet akkoord kon gaan met het lage bedrag, maar later verklaarde ze de lening van Nederland te waarderen.
Achtergesteld
Andere politici uiten openlijk hun frustratie. Ze zeggen dat Nederland niet begrijpt dat 80 procent van het eiland afhankelijk is van toerisme en dat door de coronacrisis bijna alle inkomsten zijn weggevallen. Ze voelen zich achtergesteld in het koninkrijk.
Ook ondernemers op Curaçao willen snel meer hulp van Nederland. Ze zijn bang voor een stijging van de werkloosheid van 20 naar 50 procent.
Zachte leningen
Minister van Binnenlandse Zaken Raymond Knops kondigde donderdag aan dat Aruba, Curaçao en Sint Maarten naast medische hulp, en waar nodig hulp van Defensie voor de bewaking van de openbare orde, zachte leningen krijgen voor noodhulp. Curaçao had omgerekend ruim 393 miljoen euro gevraagd, maar krijgt een lening van 90 miljoen. Sint Maarten vroeg om 126 miljoen en krijgt 25 miljoen.
Op Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt deze dagen op sociale media veel gerefereerd aan de grote inzamelingsacties die op de eilanden werden gehouden toen Nederland in 1953 werd getroffen door de Watersnoodramp. Afbeeldingen van krantenartikelen uit die tijd worden via Facebook en WhatsApp gedeeld. Ook de Curaçaose minister-president Eugene Rhuggenaath noemde die acties in 1953 als voorbeeld van de solidariteit die hij had verwacht.