SG Volksgezondheid wijst regering Curaçao op verantwoordelijkheid
Van een onze verslaggevers
Willemstad - ,,Wat u ook van het rapport vindt, dat ontslaat u en uw collega’s niet van de verantwoordelijkheid om te zorgen voor oplossingen om de gezondheidszorg op Curaçao en het ziekenhuis in het bijzonder naar een hoger plan te tillen.”
Dat schrijft de hoogste ambtenaar van het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
De Curaçaose minister Javier Silvania (MFK) van Financiën en de plaatsvervangend secretaris-generaal Abigail Norville van VWS in Nederland zijn in een opmerkelijke publieke discussie op sociale media beland.
Dit is naar aanleiding van het rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), dat in november vorig jaar is gestart met een onderzoek naar de financiële positie en vooruitzichten van Curaçao Medical Center (CMC) op Curaçao. Op 31 mei 2022 kreeg Norville de rapportage aangeboden. Daarin meldt NZa over het ‘weglakken van informatie’, waardoor er wat NZa betreft ‘geen volledig op zichzelf staand rapport meer overblijft’.
Een en ander lokt bij minister Silvania - die zichzelf regelmatig aanduidt als ‘minfin’ (minister van Financiën) - de opmerking op Facebook uit: ,,Minfin dacht dat de Nederlandse Zorgautoriteit NZa onafhankelijk en onpartijdig is. Zo te zien niet. Minfin is benieuwd naar de reactie van mevrouw Abigail Norville, plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die zich sterk heeft gemaakt dat NZa het onderzoek bij CMC verricht.”
Wie kaatst kan de bal terugverwachten, luidt het gezegde. En dat gebeurde dan ook. Norville schrijft dan richting Silvania: ,,Is dit hoe Curaçao het wil doen? Een uitnodiging van mijn kant aan uw collega-minister om uit te leggen wat er in het rapport staat en hoe zaken zijn gegaan, waarop NIET wordt ingegaan? En dan de krant opzoeken zonder enige hoor of wederhoor?”
Waarop de sg van VWS laat weten dat wat de regering-Pisas ook van het NZa-rapport vindt, ‘dat ontslaat u en uw collega’s niet van de verantwoordelijkheid om te zorgen voor oplossingen om de gezondheidszorg op Curaçao en het ziekenhuis in het bijzonder naar een hoger plan te tillen’.
En zo voegt Noville er aan toe: ,,Daar zijn u en uw collega’s voor gekozen, not I. Stop u energie daarin in plaats van het gooien met modder. Ik wens u daarmee oprecht veel wijsheid en succes. Dit is mijn enige en laatste reactie op dit alles. Punt.”
Mogelijk ietwat geschrokken van of aangesproken door deze recht voor z’n raap-reactie, reageert Silvania als door een wesp gestoken: ,,Het is onbehoorlijk van uw kant om een rapport op te sturen waarbij essentiële delen zijn weggelakt. Een uitnodiging om een en ander uit te leggen maakt het niet goed. Zo’n onprofessionele werkwijze had ik nooit en nimmer verwacht van de Nederlandse Zorgautoriteit. Ik betreur dat ik op uw instigatie mijn collega Janga (zijn partijgenoot minister Dorothy Pietersz-Janga van Gezondheid, red.) zover heb gekregen om NZa de opdracht te geven om onderzoek te verrichten bij CMC. Nu hebben wij een rapport gekregen waar wij niks mee kunnen doen. Uw onderzoekers hebben hun snoepreis gekregen en hebben partij gekozen, namelijk voor CMC. De bevolking van Curaçao bleef in de kou staan. Shame on you.”
Het is zelden getoond dat een politicus en in dit geval een minister van de ene kant van de oceaan en een topambtenaar van de andere kant van de oceaan zo tegen elkaar tekeergaan. Zelfs binnenskamers is dit ongekend, laat staan en plein public.
