Direct naar artikelinhoud
ReportageBonaire

Het kunstmatige strand ligt er al, zonder milieuvergunning

Het Chogogo resort in aanbouw.Beeld Rob Buiter

Een dwangsom van 1,2 miljoen dollar weerhield de eigenaren van een nieuw resort op Bonaire er niet van om zonder vergunning een slordige twee miljoen liter rivierzand op de koraalkust te storten. Het Nationaal Park maakt zich nu grote zorgen om de natuur.

Eén klein hoopje wit zand aan de rand van het resort ligt nog te wachten op de graafmachines. De rest van het kunstmatige strand tussen de appartementen en de Caribische zee is al keurig opgevuld, de strandbedjes gespreid. De eerste toeristen hebben zich ook al gemeld, terwijl een deel van de vier grote blokken met appartementen nog wordt afgebouwd. De eigenaren van het nieuwe ‘Chogogo beachresort’ kunnen niet wachten, zoveel is duidelijk.

Het kunstmatige strand ligt er al, zonder milieuvergunning
Beeld Bart Friso

Dat ongeduld is tegen het zere been van de Stichting Nationale Parken, Stinapa op Bonaire. Toen die deze zomer hoorden van de plannen van eigenaar Hans Schellevis, om zijn resort onder de vlag van reisorganisatie Tui te voorzien van een groot kunstmatig strand, drukten zij hem op het hart dat daar strenge bouwkundige eisen bij horen, inclusief een vergunning op grond van de Wet Natuurbeheer. De verbazing was dan ook groot toen rangers van Stinapa in oktober een vrachtschip vol rivierzand uit Frans Guyana aan de kade van Kralendijk zagen aanleggen. De vergunning was nog niet verleend, maar toch reden de vrachtwagens nog diezelfde dag af en aan naar het nieuwe resort.

 Een meter boven het betonnen randje

Inmiddels is nagenoeg al het zand op zijn plek gelegd. Aan de zeezijde wordt het tegengehouden door een stoeprandje dat slechts enkele centimeters boven het zand uitsteekt. Een klein stukje landinwaarts torent het zand minimaal een meter boven het betonnen randje uit.

“We maken ons grote zorgen”, zegt directeur Jan van der Ploeg van Stinapa. “Op zichzelf is het niet verboden om een kunstmatig zandstrand aan te leggen in plaats van het natuurlijke strand. Dat bestaat op de meeste plekken op Bonaire uit harde stukken aangespoeld koraalsteen. Maar zo’n kunstmatig zandstrand moet dan aan strenge eisen voldoen, voor een vergunning wordt verleend. Het moet worden tegengehouden door een keermuur die tenminste twintig centimeter hoger is dan de bovenkant van de zandlaag. En die keermuur moet ook diep genoeg verankerd zijn. Bovendien moet onder het zand een drainerende laag van koraalstenen worden aangelegd. Alleen op die manier kan je voorkomen dat het zand bij de eerste de beste storm of regenbui over het koraalrif in zee wordt verspreid. Zeker wanneer er ‘vreemd’ zand wordt gebruik, zoals dit rivierzand uit Frans-Guyana, kan dat het einde betekenen van het rif.”

Eén blik op het strand van Chogogo – Papiaments voor flamingo – leert dat die bouwkundige eisen hier niet zijn gevolgd. Een oude keermuur die het voormalige strandje van de oude club ‘Coco-beach’ op zijn plek hield, is tot op het maaiveld afgebroken en vervangen door een wandelpad met betonnen klinkers. De nieuwe keermuur aan de landzijde van dat verharde pad houdt in het beste geval de eerste decimeters van het strand tegen. Zodra de iets verder landinwaarts gelegen zandberg onder de vele toeristenvoeten of regenbuien gaat schuiven, zal dat rivierzand de koraalkust kunnen bereiken.

De lucht geklaard

Stinapa, dat die bui ook zag hangen, schakelde de Dienst Toezicht en Handhaving van het Openbaar Lichaam, de overheid op Bonaire in. Die legde de eigenaren van Chogogo een dwangsom op van 1,2 miljoen dollar, maar die is tot op heden niet geïnd. De dwangsom weerhield de eigenaren er ook helemaal niet van om door te gaan met de aanleg van het resort. Wel verscheen in november een persbericht op de website van het Openbaar Lichaam, waarin zowel de overheid als de eigenaren van het resort opgelucht vertellen dat ‘de lucht geklaard lijkt’. Schellevis zegt in het persbericht van het Openbaar Lichaam blij te zijn met de ‘oplossingsgerichte opstelling’ van de overheid. ‘Vanzelfsprekend’, schrijft Schellevis, ‘staat ook bij ons de bescherming van de natuur en in het bijzonder het koraal voorop, want dat is waarvoor onze gasten komen.’

Stinapa maakt zich ondertussen grote zorgen. “De ondernemer heeft ons letterlijk laten weten zo snel mogelijk zijn geïnvesteerde miljoenen terug te willen verdienen. Maar nu ligt daar dus wel een bult zand die heel concreet het koraal bedreigt. Het Openbaar Ministerie is nu een onderzoek gestart. De uitkomsten daarvan wachten wij met belangstelling af.”

De situatie is volgens Stinapa exemplarisch voor wat er de laatste jaren op het eiland gebeurt. Van der Ploeg: “De snelheid waarmee de kust wordt volgebouwd is nu een van de grootste bedreigingen van de natuur in dit deel van het Koninkrijk. Veel van die bebouwing en verharding zorgt ook voor een versnelde afvoer van regen en afvalwater, inclusief vervuiling, naar het rif. We zien de kwaliteit van het koraal achteruit hollen.”

 Zowel onder als boven water 

Stinapa heeft als niet-gouvernementele organisatie een bijzondere positie op het eiland. Zo is de ngo aan de ene kant belast met het innen van de wettelijk verplichte bijdrage die bezoekers van de natuur – zowel onder als boven water – moeten betalen aan het Nationaal Park, “de enige bron van inkomsten voor natuurbeheer”, benadrukt Van der Ploeg. Ook voor het toezicht in het Nationaal Park is Stinapa verantwoordelijk. Daarvoor heeft de stichting enkele Buitengewoon Agenten van de Politie, zoals boa's op Bonaire worden genoemd, in dienst. Aan de andere kant is Stinapa van de ‘echte overheid’ afhankelijk wanneer het op harde handhaving van de wet aankomt, zoals in het geval van de overtredingen door Chogogo.

Deze vorm van toezicht en handhaving door een ngo lijkt een goede manier om te voorkomen dat het natuurbeheer op zo’n klein eiland de politiek ingetrokken wordt. Stinapa-directeur Van der Ploeg benadrukt liever dat zo’n publiek-private samenwerking een effectieve manier is gebleken om de conditie van het koraal relatief goed te houden. “Het rif rond Bonaire is vergeleken met andere Caribische eilanden nog in goede staat. Internationaal is deze vorm van beheer dan ook model geworden voor effectieve bescherming van ecosystemen.”

In het geval van Chogogo lijkt die natuur nu toch even aan het kortste eind te trekken. Nu ligt het verse zand nog op zijn plek. Waar het na een volgend regenseizoen of na duizenden toeristenvoeten ligt, zal moeten blijken. Eigenaar Schellevis zegt desgevraagd niet van plan te zijn de huidige, lage keermuur op te hogen. Hij verdenkt Stinapa bovendien van willekeur. “Overal op het eiland worden dit soort kunstmatige stranden aangelegd en bij ons maakt Stinapa zich ineens druk om drie korreltjes zand?!”

Koraalvriendelijke zonnebrandcrème

Van der Ploeg op zijn beurt wijst vooral ook reisorganisatie Tui, onder wiens vlag Chogogo opereert, op haar verantwoordelijkheden. “Tui roept haar klanten wel op om koraalvriendelijke zonnebrandcrème op te smeren. Maar als je dan écht zo milieuvriendelijk wilt zijn, zal je ook moeten zorgen dat jouw ondernemers op een verantwoorde manier bouwen, met respect voor de natuur.”

Lees ook:

Unieke cactussen en vogels dreigen van Bonaire te verdwijnen

Wie de biodiversiteit van Nederland onderzoekt, kan niet om Caribisch Nederland heen. Daar ligt de grootste biodiversiteit met tientallen unieke (onder)soorten die alleen op deze eilanden voorkomen. Maar bedreigingen liggen op de loer.

Kappen om mangrove te redden

Op Bonaire regeren geiten en ezels. De natuur telt niet mee, zeggen milieubeschermers. Vrijwilligers proberen het mangrovebos te redden.