Direct naar artikelinhoud
ReportageOnrust Curaçao

Op Curaçao heerst de uitzichtloosheid

Jongeren gaan 's nachts de straat op om te protesteren tegen het regeringsbeleid. “Velen van ons hebben hun werk verloren. Steun van de overheid krijgen ze niet. Terwijl vriendjes van de regering die wel krijgen.”Beeld Dick Drayer

De helft van de inwoners van Curaçao is sinds de lockdown afhankelijk van voedselhulp. Demonstranten pikken de maatregelen niet langer.  ‘Velen van ons hebben hun werk verloren nadat de grenzen dicht gingen vanwege corona en steun van de overheid krijgen we niet. Terwijl vriendjes van de regering die wel krijgen. Dat moet afgelopen zijn.’

Curaçao werd afgelopen week opgeschrikt door wegblokkades en brandende barricades van autobanden en afval. Zelfs de bekende en hoge Julianabrug in Willemstad moest het ontgelden. Een groep jongeren sloot de brug aan beide kanten af uit protest tegen de coronamaatregelen van de regering-Rhuggenaath. De brandweer moest uitrukken om brandende barricades op straat te blussen, de politie hield drie mannen aan die met een vrachtwagen vol autobanden door de stad reden om nieuwe barricades van brandstof te voorzien. Overigens niet dezelfden als de protesterende jongeren, die vreedzame demonstratie voorstaan.

“We willen met onze protesten een signaal afgeven”, zegt actievoerder Lon Mutueel. Hij is een van de demonstranten die woensdagavond op sociale media aankondigde dat de jongeren het zat zijn. Zijn medestanders droegen protestborden met de tekst ‘basta awor’ (het is genoeg nu) en sommigen droegen een T-shirt met de tekst ‘Kòrsou ta di mi tambe’ (Curaçao is ook van mij). “Velen van ons hebben hun werk verloren nadat de grenzen dicht gingen vanwege corona en steun van de overheid krijgen we niet. Terwijl vriendjes van de regering die wel krijgen. Dat moet afgelopen zijn.”

In de toerisme-sector verloren 16.000 mensen hun baan

Curaçao is zwaar getroffen door de coronacrisis. De autoriteiten gooiden in maart vrijwel meteen de grenzen dicht om besmettingen te voorkomen, maar de prijs was hoog. Het toerisme zakte totaal in, waardoor in die sector alleen al 16.000 mensen hun baan verloren. Winkels gingen dicht en de bevolking mocht de straat niet meer op, behalve om boodschappen te doen. 

De lockdown van het eiland was ook dramatisch voor de tienduizenden Venezolaanse illegalen op het eiland die werkzaam zijn in de informele economie en als dagloner proberen elke dag geld bij elkaar te schrapen. Naar schatting 85.000 mensen op een totaal van 160.000 inwoners is nu afhankelijk van voedselhulp. De grenzen gaan in juli weer langzaam open, maar deskundigen verwachten dat het maanden, misschien zelfs jaren duurt voor dat het toerisme weer op peil is.

Brandstichting op straat, uit protest tegen het regeringsbeleid van Curaçao: de brandweer moest talloze malen uitrukken om brandende barricades op straat te blussen.Beeld Dick Drayer

Nederland helpt, maar wel onder voorwaarden

Om die tijd te kunnen overbruggen, klopte Curaçao aan bij Nederland, net als Aruba en Sint-Maarten. De drie eilanden zijn weliswaar autonome eilanden die hun eigen broek moeten ophouden, maar zijn wel onderdeel van het Koninkrijk. Daarin is ooit afgesproken dat die landen en Nederland elkaar helpen in tijden van nood. Maar Nederland stoort zich al jaren aan de houding en het gebrek aan daadkracht van de eilandbesturen en stelt harde eisen aan de hulp die het geeft. 

Curaçao alleen heeft al bijna een half miljard euro nodig om de economie overeind te houden en om dat geld te krijgen eist Nederland flinke hervormingen. Zo moeten ministers en parlementsleden 25 procent van hun salaris inleveren en ambtenaren  12,5 procent. Nederland eiste ook dat de private sector 20 procent inlevert als bedrijven loonsubsidie wilden krijgen. Maar veel bedrijven komen daarvoor niet in aanmerking omdat ze hun belastingen niet op orde hebben.

De oliecrisis maakt het erger 

Bovenop de coronacrisis heeft Curaçao ook te maken met een instortende olie-industrie. De oude Shell-raffinaderij, nu in handen van de Curaçaose overheid, zag eind vorig jaar zijn Venezolaanse exploitant vertrekken. De beoogde opvolger, de Duitse Klesch Group, moest door de coronacrisis en de moeilijke oliemarkt pas op de plaats maken en komt pas in december, als het bedrijf überhaupt nog komt. De 900 werknemers worden tot eind deze maand doorbetaald, maar op 30 juni worden 400 van hen op straat gezet. Ook staan 4000 banen op de tocht bij aannemers en toeleveranciers die indirect afhankelijk zijn de raffinaderij.

Het protest tegen de regering Rhuggenaath komt niet alleen van jongeren, maar is veel breder. Amado Rojer, een politicus die al jaren probeert met zijn partij gekozen te worden in de Staten, toog donderdag naar de gouverneur met een brief om het aftreden van Rhuggenaath te eisen. “Armoede is er altijd geweest, maar mensen overleven normaal gesproken door steun van die tante of die oom of de vriendin van die oom, of gewoon bij de buurvrouw. Zo is Curaçao. Maar nu kun je ook niet meer bij hun terecht. Iedereen is nu werkloos, niemand heeft nog geld. Wat overblijft is voedselhulp. De situatie is vooral voor jonge mensen uitzichtloos. Ik begrijp heel goed dat zij nu de straat opgaan en laten merken dat het genoeg is.”

Lees ook: 

Het wegblijven van toeristen stort Curaçao in een diepe crisis

Ook aan de andere kant van het koninkrijk slaat de coronacrisis ongenadig hard toe.Het toerisme is geheel stilgevallen, een ramp voor de Caribische eilanden.