Direct naar artikelinhoud
Slavernijverleden

Gesprekspartner op Curaçao hekelt de eigengereide Nederlandse aanpak bij slavernijexcuus

Gibi Basilio, voorman van het platform Historisch Bewustzijn, bij het slavernijmonument op Curaçao.

Nederland heeft bedacht hoe het land excuses wil aanbieden voor het slavernijverleden en luistert niet naar kritiek, vindt de voorman van het platform Historisch Bewustzijn op Curaçao. Daar komt heibel van, verwacht hij: ‘Om de tafel, please, anders wordt 19 december een rotzooi.’

Verbijsterd en terneergeslagen. Zo voelde Gibi Basilio zich toen hij vorige week met staatssecretaris Alexandra van Huffelen om de tafel zat en hoorde dat Nederland op 19 december excuses zou aanbieden voor het slavernijverleden. Basilio is voorzitter van het platform Historisch Bewustzijn op Curaçao. “Wel beschouwd lijkt het alsof Nederland na vierhonderd jaar niets heeft geleerd: men beslist over jou, dat vind ik heel jammer.”

De bewindsvrouw had tijdens haar bezoek aan het eiland tijd ingeruimd om met alle organisaties van alle eilanden die betrokken zijn bij het slavernijverleden te overleggen.

De agenda werd opzijgezet en twee uur lang volgde er een intens gesprek tussen de staatssecretaris en vertegenwoordigers van alle landen. Haar aankondiging viel in zeer slechte aarde. “We hadden verwacht dat de staatssecretaris met ons zou bespreken wat er allemaal moet gebeuren in de aanloop naar excuses in 2023, wanneer 160 jaar afschaffing van de slavernij officieel wordt herdacht.”

Weinig ruimte voor gesprek

Van Huffelen kreeg te horen dat excuses op 19 december niet de lijn was die de afgelopen tijd is gevolgd, vertelt Basilio. “We wilden een reactie op het rapport Ketenen van het verleden. Er was afgesproken dat er een officiële kabinetsreactie zou komen, met als sluitstuk excuses. We hadden graag een bijdrage geleverd: wie zegt wat, waarom, aan wie, hoe, waar en wanneer?”

Volgens Basilio gaat het er niet om dat je precies moet zeggen wat de nazaten van de tot slaafgemaakten in Suriname en de Caribische eilanden willen horen, maar wel dat je luistert. “Als je zo begint, zoals nu gebeurd is, krijg je roet in het eten.”

Net als Suriname wil ook Curaçao dat de minister-president namens de Staat der Nederlanden en Koning Willem-Alexander excuses komen aanbieden. Bovendien wil Curaçao erkenning hebben voor Tula. De man die op 17 augustus 1795 een opstand begon en door het Nederlands gezag op gruwelijke wijze werd vermoord achter Fort Amsterdam, het huidige regeringscentrum in Willemstad.

Vertegenwoordigers van het Nederlandse parlement hebben in augustus een krans gelegd bij het Tula-monument op Curaçao.Beeld Berber van Beek

Frictie tussen de organisaties

Voor Basilio vergroot de aanpak van Nederland om nog dit jaar excuses aan te bieden, zonder een kabinetsreactie op het rapport, de verdeeldheid die er onderling heerst in Suriname en de Caribische eilanden. “Ik ben ook onderdeel van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis, Ninsee. Dat heeft gezegd dat de vorm waarin Nederland excuses aan wil bieden ‘passend’ is. Dat zet mij tegenover de organisaties hier, die dat allerminst vinden.”

Wijs geworden door jaren van overleg met Nederlandse bewindslieden denkt Basilio dat Nederland op deze ingeslagen weg zal doorgaan en op 19 december gewoon doet wat het heeft uitgestippeld. “Ik heb al gehoord dat Sint-Maarten manifestaties wil houden en ook hier zullen we een statement gaan maken, dat is onvermijdelijk.”

Maar Basilio hoopt dat het niet zover komt. “Ik vraag Nederland nadrukkelijk om de zaken van elkaar te scheiden en 19 december te gebruiken om een reactie te geven op het rapport en hoe gaan we die excuses vormgeven in 2023. Om de tafel, please, anders wordt 19 december een rotzooi.”

Lees ook:

Kritiek op plan excuses slavernijverleden. ‘Veel beroering in de Afro-Caribische Nederlandse samenleving’

Het plan van het kabinet om op 19 december excuses te maken voor het Nederlandse slavernij verleden krijgt kritiek. De koning zou zelf, het liefst volgend jaar zomer, naar Suriname moeten komen.

Groeiende steun voor slavernijexcuus, maar meerderheid wil er niet aan
Een groeiend aantal Nederlanders vindt het Nederlandse verleden in de slavernij ‘ernstig’. Onder Nederlanders zonder migratieachtergrond neemt het begrip voor een slavernijexcuus toe. Maar een meerderheid ziet er nog steeds niets in.