Van onze correspondent
Den Haag - Staatssecretaris Mark Harbers van Justitie en Veiligheid erkent dat de Wet toelating en uitzetting BES (WTU BES) tegenstrijdige bepalingen kent voor controles op Europese Nederlanders. Hij werkt aan een wetsaanpassing om dit te herstellen.
Harbers beantwoordt vragen van Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP) over de ‘grondige’ controle van Nederlanders bij aankomst op Bonaire. Daarbij wordt gecontroleerd of Europese Nederlanders de maximale termijn van zes maanden verblijf binnen een jaar niet hebben overschreden, bevestigt Harbers.
Van Raak stelde dat dit wettelijk niet is toegestaan bij het bezit van een Nederlands paspoort. Ook bij de evaluatie van de WTU BES is daarop gewezen. Daarom moet óf de controlepraktijk óf de wet worden gewijzigd.
Met dat laatste is Harbers bezig, maar zo lang dat nog niet is gebeurd gaan de controles gewoon door, zegt de staatssecretaris. In zijn uitleg verwijst hij naar artikel 1a, waarin Europese Nederlanders worden gelijkgesteld met vreemdelingen, met uitzondering van de bepalingen over de noodzaak van visa.
In artikel 2 wordt bepaald dat vreemdelingen grondig worden gecontroleerd, terwijl in hetzelfde artikel bij een ander punt wordt gesteld dat Nederlanders ‘enkel onderworpen zijn aan een minimale controle’. Dat neemt niet weg dat is besloten dat Europese Nederlanders maximaal zes maanden per jaar in Caribisch Nederland mogen verblijven. ,,Om deze regel te kunnen handhaven, moet de verblijfsduur van Europese Nederlanders worden gecontroleerd.”
In de wetswijziging die Harbers voorbereidt, wordt de fout hersteld. Tegelijk wordt voorgesteld of bij een minimale grenscontrole gebruik kan worden gemaakt van meer controlemiddelen, zoals het raadplegen van databanken van het Schengeninformatiesysteem (van een aantal EU-landen, red.) en Interpol voor gestolen en verloren reisdocumenten, om de identiteit van personen te kunnen vaststellen. Tot die tijd gaan de grondige controles van Europese Nederlanders nog door.
