Foto: Edsel Sambo

WILLEMSTAD – De overheidsvakbonden op Curaçao hebben alle hoop gevestigd op de gesprekken die de Curaçaose regering deze week met Den Haag voert over de bezuinigingsproblemen op het eiland. Nederland stelt bezuinigingen als voorwaarde aan het eiland voor het verstrekken van noodleningen.

De vraag is alleen of de manier waarop de Curaçaose regering deze bezuinigingen uitvoert, wel de juiste is. Volgens de aangekondigde bezuinigingen gaan vooral mensen in dienst van de overheid flink inleveren terwijl topambtenaren nog een jaar worden ontzien.

In de Tweede Kamer werd daar woensdag met verbazing op gereageerd. D66, GroenLinks en PvdA willen de garantie dat de ‘strenge voorwaarden’ de kleinste portemonnee niet treffen. Maar daar kiest de Curaçaose regering zelf voor, stelt staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties).

Tegenvoorstel vakbonden 
Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van Nederland heeft de Curaçaose regering besloten 12.5 procent te korten op de arbeidsvoorwaarden van alle personeelsleden in dienst van de regering.

Het tegenvoorstel van de vakbonden houdt onder andere in: invoering van een nieuwe salarisstructuur; de nog niet uitbetaalde loontrede; naleving van regels voor het toekennen van toelagen en een onderwijs covenant. Het betreft trouwens een reeks voorstellen die eerder aan vorige regeringen zijn gedaan.

‘Tegenvoorstel ontoereikend’
De Curaçaose regering gaat niet akkoord met het tegenvoorstel van de vakbonden: “De aangedragen voorstellen van de vakbonden leiden niet tot een verlaging van 12.5 procent op het totale pakket arbeidsvoorwaarden van al het personeel van de regering.”

Minister Armin Konket, zegt dat de regering open blijft staan voor een constructief overleg met de bonden maar wil een nieuw tegenvoorstel. “Het moet een voorstel zijn dat bijdraagt aan het behalen van het beoogde doel en voldoet aan de volgende criteria: Betrekking hebben op arbeidsvoorwaarden en op alle personeelsleden. Ook moet de totale korting op het arbeidsvoorwaarden pakket 12.5% bedragen.”

Vakbonden weigeren 12.5 procent in te leveren
Vakbondsvoorzitter (ABVO), Adrie Willems, zegt dat de leden op 11 en 24 juni nadrukkelijk de 12.5 procent korting hebben afgewezen. “Als de overheid toch eenzijdig het besluit neemt dan wordt zij verantwoordelijk gesteld voor het ontstane conflict”, zegt Willems.

“Op de eerste plaats zijn wij in dienst van de Curaçaose en niet van de Nederlandse overheid. Nederland en CFT kunnen niet besluiten om vanwege de coronacrisis, druk uit te oefenen op de overheid van Curaçao”, stelt Willems.

“We vinden dat Nederland moét helpen in een crisis en calamiteiten situatie”, voegt de vakbondsleider toe. Als de Curaçaose regering de korting van 12.5  procent toch doorzet dan dreigen de bonden dit ‘aan te zullen vechten’.

Bezuinigen of geen salaris
Volgens minister Armin Konket (Bestuur en Planning) is niemand gebaat bij het aanvechten van bezuinigingen. “Het risico dat wij lopen als wij nee zeggen tegen Nederland, is dat wij eind  augustus geen geld zullen hebben om aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen”, zegt Konket.

“Als Nederland aan haar positie blijft vasthouden, is er geen steun voor onze liquiditeit. Het is onverstandig om een gok te doen.”

Nieuwe demonstratie gepland
Inmiddels staat er weer een demonstratie gepland voor vrijdag met de titel: ‘Manifesteren voor het onderwijs een boodschap voor Nederland’. Het is een directe boodschap aan Nederland, volgens Marbella Felipa, de voorzitter van de nieuwe onderwijsvakbond DOEN. “Er mag definitief niet in het onderwijs gekort worden”, stelt ze.

Dulce Koopman in gesprek met Marbella Felipa

Download audio

De manifestatie  wordt gesteund door onderwijsvakbonden in Aruba en Sint-Maarten. Ook verwacht Felipa solidariteit van Caribische onderwijspersoneel in Nederland. De Curaçaose premier Eugene Rhuggenaath heeft begrip voor de standpunt van de nieuwe vakbond.

Rhuggenaath zegt dat er nog geen beslissing is genomen omtrent bezuinigingen in het onderwijs. “Er is zelfs aan Nederland gevraag om te helpen om de onderwijskwaliteit op Curaçao te verbeteren”, aldus Rhuggenaath.