Direct naar artikelinhoud
CommentaarKoninkrijk

Het Koninkrijk der Nederlanden is geen losse latrelatie

Het is precies tien jaar geleden dat de staatkundige verhoudingen tussen Nederland en Antilliaanse eilanden in de Caribische Zee grondig werden veranderd. Het verband van de ‘Nederlandse Antillen’ hield op te bestaan. De bestuurlijke operatie betekende dat Curaçao, Sint-Maarten en Aruba verder gingen als onafhankelijke landen binnen het Koninkrijk der Nederland. En de drie kleintjes, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, kregen een betere toekomst beloofd als een soort Nederlandse gemeenten overzee.

Nadat de oude vlaggen werden gestreken, beloofde koningin Beatrix namens heel Nederland dat een blijvende hechte relatie met het oude moederland een vanzelfsprekendheid zou blijven. “Ik betuig een diep ­gevoelde verbondenheid met U”, schreef het staatshoofd aan de inwoners van de nieuwe landen.

Tien jaar later blijkt het slecht gesteld met die verbondenheid met bewoners aan de andere kant van de oceaan. De bittere constatering is dat die bevolking indirect last heeft van de grondig verstoorde relatie tussen de Nederlandse regering en de eilandbestuurders. Ook de staatssecretaris voor koninkrijksrelaties, ­Raymond Knops, stelde dat onverbloemd vast.

Oprechte interesse

Is dat aanleiding om ­opnieuw te gaan sleutelen aan de afspraken die tien jaar geleden zijn gemaakt? Als politiek Den Haag de buik zo vol heeft van het stroperige overleg met de vaak door corruptie en wanbestuur overspoelde eilanden, moeten die dan maar ‘op Marktplaats worden gezet’, zoals een PVV-Kamerlid ooit voorstelde? Dat is onzin. Afgezien van de formaliteit dat Nederland en de eilanden in de West aan elkaar geklonken zijn door volkenrechtelijke verdragen, zou het moreel onaanvaardbaar zijn wanneer Den Haag bij de huidige tegenwind de voormalige koloniën aan hun lot zou overlaten.

Wat dat betreft tikte de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een belangrijk adviesorgaan van de regering onder voorzitterschap van oud VVD-minister Voorhoeve, de VVD en de SP op de vingers. Die partijen pleiten voor het opbreken van het Statuut, waarin de relatie is verzegeld. Dat zou een schijnoplossing zijn, meent de AIV. Den Haag en de eilandbestuurders moeten maar eens hun verantwoordelijkheden nemen: niet eeuwig vluchten in verwijten over neo-kolonialisme en beginnen met het tonen van oprechte interesse in elkaar.

Hoe slecht het is gesteld met de oprechte belangstelling vanuit Nederland voor de eilanden blijkt helaas vaak genoeg. In de Tweede Kamer zit momenteel niet een lid meer van Antilliaanse afkomst. ­Nederlandse vakantiegangers richten ter plekke hun blik op de blauwe Caribische Zee en nauwelijks op de ­eilandbevolking in het achterland. Tien jaar na de staatkundige ingreep moet het besef eens doordringen dat het hier niet om een vrijblijvende latrelatie gaat.

Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.