'Ondoorzichtigheid Curaçaose verzekeraars en geheimhoudingsplicht Centrale Bank niet in belang van polishouders'​

De belangen van polishouders op Curaçao worden onvoldoende gediend met ondoorzichtige jaarpublicaties en de geheimhoudingsplicht van de Centrale Bank. Dat stellen econometristen Servaas Houben en Ronald Ketellapper.

Als voorbeeld noemen zij de jaarcijfers over 2020 van schadeverzekeraar ASKA. De kritiek die beiden hebben is overigens niet specifiek op ASKA gericht, maar geldt voor veel verzekeringsbedrijven. De jaarcijfers van ASKA zijn gepubliceerd in diverse kranten in Curaçao op 14 januari 2022. Een dergelijke publicatie is wettelijk verplicht en moet uiterlijk 30 juni van het jaar dat volgt op het verslagjaar plaatsvinden. In dit geval hadden de cijfers dus 30 juni 2021 in de krant moeten hebben staan. De oplevering daarvan was dus een halfjaar te laat. Overigens met toestemming van de toezichthouder.

"De jaarresultaten en de balans van verzekeraars en in dit geval van ASKA roepen nogal wat vragen op", zegt Houben. "Behalve een uitleg over de te late publicatie ervan, lezen we bij voorbeeld dat er non admissable assets zijn. Mag dat zomaar, vragen wij ons af?" Bij non- admissable assets gaat het immers om activa die niet door de Centrale Bank toegestaan zijn ter dekking van de technische voorzieningen van de verzekeraar.

Ook vermogensbestanddelen die niet meegenomen kunnen worden bij de berekening van de solvabiliteit van de verzekeraar, mogen niet. Op grond van bepalingen in de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf, LTV kan de Centrale Bank bezwaar maken tegen de aard en de waardering van activa die dienen ter dekking van de technische voorzieningen, dan wel bepaalde vermogensbestanddelen aan welk bezwaar de verzekeraar dient tegemoet te komen. Kennelijk is dat hier gelukt en is de CBCS akkoord, maar de bank doet daar geen mededeling over en uit het verslag in de krant, kan die informatie niet gedestilleerd worden.

"Uit de cijfers kun je concluderen dat de verzekeraar technische failliet is vanwege een negatief eigen vermogen. Dus waarom trekt de Centrale Bank de vergunning niet in", vraagt Ketellapper zich af. "Kennelijk zijn er dus andere voorzieningen, die er voor zorgen dat de solvabiliteit van ASKA in orde is, maar uit het verslag in de kranten, wordt dat niet zichtbaar."

Zou dat inderdaad het geval zijn, dan hoeft ASKA geen nieuw kapitaal te verwerven om over voldoende buffers te beschikken. Het feit dat de vergunning niet is ingetrokken, doet vermoeden dat de solvabiliteit acceptabel is. Maar opnieuw: volgens beide econometristen ontbreekt er essentiële uitleg.

Geheimhoudingsplicht

Navraag bij de toezichthouder CBCS leert dat de beantwoording van deze vragen niet mogelijk is vanwege de geheimhoudingsplicht die de toezichthouder in acht moet nemen. "Jammer, want in het aangehaalde voorbeeld geven de cijfers geen eenduidig beeld van de werkelijke situatie", zegt Ketellapper.

"De verzekeraar kan bijvoorbeeld best een tijdelijk dipje hebben en aandeelhouders hebben die bereid zijn de tekorten in resultaat en eigen vermogen aan te zuiveren. Maar evengoed bevindt ASKA zich in grote problemen en is de continuïteit in gevaar. We weten het niet. Uit de publicatie in de kranten valt die informatie niet te extraheren. Polishouders en potentiële klanten moeten toch weten welke van de twee mogelijkheden van toepassing zijn", zegt Houben.

Over Ennia stellen de twee dat er eveneens veel vragen te stellen zijn, al kunnen die niet ontleend worden aan recente jaarcijfers. Het laatst gepubliceerde jaarverslag van de verzekeraar dateert uit 2016. "Ook hierbij ontbreekt het aan transparantie waarop polishouders en pensioengerechtigden recht zouden moeten hebben", aldus Ketellapper.

Aanvullende instrumenten

Beide econometristen zijn van mening dat kleinere landen zoals Curaçao feitelijk strenger toezicht nodig hebben dan grotere landen. "Omdat in grotere economieën aanvullende correctie- en waarschuwingsinstrumenten voor klanten van financiële instellingen aanwezig en zichtbaar zijn."

Als voorbeeld noemt Houben een beursplatform waarop aandelen van financiële instellingen worden verhandeld, rating agencies die bedrijven waarderen op onder meer kredietwaardigheid, onafhankelijke financiële pers en consumenten beschermingsorganisaties.

"Deze aanvullende instrumenten fungeren alleen als er voldoende informatie beschikbaar is waarop ook andere partijen dan de formele toezichthouder hun oordeel kunnen baseren.", zegt Houben.

"Maar de huidige geheimhoudingsplicht staat dat in de weg en dat beperkt het zicht op de financiële instellingen in sterke mate. In tegenstelling tot de toezichthouder Centrale Bank van Aruba, heeft CBCS ook geen track record van proactief en tijdig ingrijpen bij financiële instellingen, hetgeen het nog belangrijker maakt dat andere stakeholders inzicht kunnen krijgen in de bedrijfsvoering van financiële instellingen", aldus Ketellapper.

Rapportage

Houben en Ketellapper begrijpen dat vanwege concurrentiële gevoeligheden niet alle bedrijfsgevoelige informatie met klanten gedeeld kan worden. Binnen het wereldwijd toegepaste Solvency II toezicht regime is hiervoor volgens hen een oplossing gemaakt door financiële instellingen te verplichten twee verschillende rapportages te publiceren.

Enerzijds een rapportage voor het algemeen publiek dat toegankelijk is voor iedereen en anderzijds een rapportage voor de toezichthouder waar bedrijfsgevoelige informatie instaat zoals commerciële resultaten en doelstellingen, prijsvaststelling en fusie of overnameplannen.

"CBCS kan voor een gelijk speelveld zorgen door een standaard format voor te schrijven voor de eerste rapportage zodat klanten van verschillende financiële instellingen toegang krijgen tot vergelijkbare informatie."