Direct naar artikelinhoud
Caribische eilanden

Conflict over hulp aan Caribische eilanden nadert het kookpunt

Een nagenoeg leeg strand op Curaçao, aan het begin van de coronacrisis. Het toerisme komt inmiddels voorzichtig weer op gang.Beeld ANP

De premiers van Curaçao, Sint-Maarten en Aruba zijn van plan om vrijdag premier Rutte persoonlijk te vertellen waarom ze niet akkoord gaan met de hervormingseisen.

Curaçao, Sint-Maarten en Aruba weigeren akkoord te gaan met de hervormingseisen die Nederland stelt in ruil voor financiële steun. Daarmee nadert het conflict binnen het koninkrijk over de coronahulp het kookpunt.

Deze vrijdag vergadert de rijksministerraad over nieuwe leningen aan de drie autonome Caribische landen. Het is gebruikelijk dat het kabinet onderhandelt met vertegenwoordigers (gevolmachtigde ministers) van Curaçao, Sint-Maarten en Aruba. Maar dit keer willen de premiers van de eilanden er zelf bij zijn. Eugene Rhuggenaath (Curaçao), Evelyn Wever-Croes (Aruba) en Silveria Jacobs (Sint-Maarten) hebben al laten weten dat ze de Nederlandse voorwaarden verwerpen.

De coronacrisis heeft diepe wonden geslagen in de West. Toerisme is er de voornaamste inkomstenbron, maar maandenlang lag het commerciële vliegverkeer stil en legde er geen enkel cruiseschip aan. Een recordaantal bewoners is nu afhankelijk van voedselpakketten.

In Willemstad, de hoofdstad van Curaçao, vonden vorige maand demonstraties en plunderingen plaats, uit woede over de groeiende armoede op het eiland. Betogers eisen dat premier Rhuggenaath aftreedt.Beeld ANP

Het kabinet wil dat de eilanden hervormingen doorvoeren 

Nederland heeft de eilanden in eerste instantie geholpen met zachte, rentevrije leningen. Maar premier Mark Rutte en staatssecretaris Raymond Knops (koninkrijksrelaties) stellen nu harde eisen aan nieuwe steun. Het kabinet wil dat de eilanden hervormingen doorvoeren waar de eilanden al jarenlang mee talmen. Zo moet de pensioenleeftijd op Sint-Maarten van 62 naar 65 jaar. Curaçao moet akkoord gaan met het financieel laten doorlichten van alle overheidsinstellingen. En op alle drie eilanden moeten politici en (semi-)ambtenaren salaris inleveren. Nederland wil dat een onafhankelijk instituut het beschikbare geld gaat beheren. Dat betekent dat de noodhulp niet rechtstreeks naar de regeringen op de eilanden zal worden overgemaakt. 

Volgens Rutte zijn deze hervormingen noodzakelijk, omdat het de eilanden ‘competetiever’ maakt. “Dat levert uiteindelijk groei op, zodat ze de volgende keer niet hoeven te bellen.” Vorige week noemde hij Curaçao ‘een kopie van Italië en Spanje’. Premier Rhuggenaath vindt de Nederlandse opstelling ‘compleet onredelijk’, volgens hem tast deze ook de autonomie van het land aan. De Arubaanse premier Wever-Croes heeft een boze brief naar Rutte gestuurd (‘Mark, zo kunnen we niet ademen’) waarin ze uitlegt waarom de eisen volgens haar te ver gaan. 

Alles wijst op een harde confrontatie, vrijdag in de rijksministerraad. Vooralsnog lijkt niemand te willen buigen. De premiers van Curaçao, Sint-Maarten en Aruba staan daarmee voor een duivels dilemma. Het is de keuze tussen alsnog inschikken, met boze eilandbewoners tot gevolg, of volharden, waardoor de broodnodige financiële hulp uitblijft.

Lees ook:

Van de duikschool van Mark Brown op Curaçao is na drie maanden lockdown weinig meer over

Toeristen zijn weer welkom op Curaçao. Maar daarmee zijn de economische problemen op het eiland nog niet opgelost.

De Cariben hoeven niet te rekenen op mededogen van het kabinet

Nederland is bereid meer noodhulp te verlenen aan de Caribische landen binnen het koninkrijk. Maar het kabinet zal harde eisen stellen.