Nieuws Curaçao

ASKA bijt van zich af, maar weten we nu alles?

Na publicatie van het artikel ‘Ondoorzichtigheid Curaçaose verzekeraars en geheimhoudingsplicht Centrale Bank niet in belang van polishouders’ beet verzekeraar ASKA fel van zich af. De econometristen Servaas Houben en Ronald Ketellapper betoogden dat de belangen van polishouders niet gediend worden door ondoorzichtige publicaties van jaarcijfers en de geheimhoudingsplicht van de Centrale Bank. Als voorbeeld noemden zij ASKA.

Deze maatschappij had op 14 januari haar zogeheten financial highlights gepubliceerd in verschillende kranten op Curaçao. Eén van de kritiekpunten van ASKA was dat zij niet gehoord waren voor publicatie van het eerste artikel. In een persoonlijk gesprek dat na publicatie plaatsvond, is door Curacao.nu betoogd dat de strekking van het artikel ging over de informatievoorziening naar het publiek en dat ASKA daar met haar zelf gepubliceerde highlights als voorbeeld voor had gediend. Het was geen artikel over ASKA.

bol

De redactie vindt wel dat dat beter in het artikel naar voren had moeten komen en wellicht hadden andere verzekeringsmaatschappijen meegenomen moeten worden om de focus op ASKA als voorbeeld iets te verleggen.

In haar repliek en mediaoffensief heeft de verzekeraar de redactie overigens ook niet geconsulteerd en wat erger is: ze is nog steeds niet transparant en gaat niet volledig in op de kritiekpunten van Houben en Ketellapper. De opmerking van een commissaris van de RVC die bij dat gesprek met de econometristen en de redactie was, is daarbij veelzeggend: “ASKA doet precies wat de Centrale Bank voorschrijft.”

Polishouders zijn dus afhankelijk van zogenoemde onafhankelijk media om de echte en relevante informatie te krijgen, want ASKA voelt zich niet geroepen om meer te doen dan de Centrale Bank voorschrijft. Laat dat nou net de strekking zijn van het artikel!

Publiekelijke verantwoording

bol

De informatie voorziening naar het publiek vindt of via een jaarverslag plaats, zoals bijvoorbeeld Nagico dat doet en ook ENNIA Aruba. Of via de eerder genoemde financial highlights. De laatste is in de vorm van een korte samenvatting van een of twee pagina’s van de Verlies- en Winstrekening (V&W), respectievelijk de balans van de financiële onderneming. Volgens de commissaris van ASKA is publicatie van deze highlights een wettelijke (minimum) vereiste ten aanzien van publiekelijke verantwoording.

Helaas geven de financial highlights – zo is betoogd – veel te weinig informatie om een volledig en juist beeld te krijgen van de continuïteit van de onderneming. Hoewel deze in een standaard format gepresenteerd worden, worden niet alle relevante balans- en V&W-items gerapporteerd en toegelicht.

In het geval van ASKA-schade, bijvoorbeeld, bleek na een toelichting door de verzekeraar dat de non-admissable assets bestaan uit uitgestelde acquisitiekosten die onder de verslaggevingsregels (IFRS 4) inderdaad als activa mogen worden opgenomen.

Het woord non-admissable zet de geïnteresseerde lezer echter op het verkeerde been. Ook blijkt het negatief eigen vermogen gecompenseerd te worden door een achtergestelde lening van een van de aandeelhouders (subordinated loans) aan het schadebedrijf, waarvan 73 procent afkomstig is van één aandeelhouder, zoals we in het gesprek leerden. Met deze constructie loopt de continuïteit volgens ASKA niet in gevaar.

In de regel leidt een negatief vermogen zonder eigen inleg tot faillissement. De voorwaarden voor de achtergestelde lening van de aandeelhouder zijn weliswaar en achteraf gebleken in overeenstemming met Centrale Bank opgesteld, maar de details hierover zijn niet publiekelijk beschikbaar. Hierdoor is niet te beoordelen in hoeverre de lening onder alle omstandigheden de gewenste zekerheid voor het bedrijf kan blijven bieden. Dit risico kan zich bij voorbeeld voordoen indien de achtergestelde lening opeisbaar is.

Het voorbeeld van ASKA laat zien dat een juiste interpretatie van de cijferopstelling niet kan plaatsvinden zonder dat nadere informatie door de verzekeraar is verstrekt. Dat zou niet nodig hoeven zijn indien deze zouden worden voorzien door adequate toelichtingen in plaats van publicaties door onafhankelijke media.

bol

Hoewel de rood onderstreepte quote met aanhalingstekens suggereert dat de journalist zichzelf onafhankelijk noemt en dat dat van ASKA afkomstig is, blijkt dat niet het geval. Het gaat hier om een eigen toevoeging van het Antilliaans Dagblad

Rapportageverplichting

Sommige financiële ondernemingen lijken weinig belang te hechten aan het volledig informeren van andere stakeholders dan de toezichthouder. We zagen al dat volgens ASKA de financial highlights voorgeschreven zijn door de Centrale Bank en waarmee de verzekeraar meent te voldoen aan de wettelijke vereisten.

De eerste internationale boekhoudstandaard International Accounting Standard (IAS1) schrijft onder presentation of financial statements echter ook voor dat de informatie die verstrekt wordt begrijpelijk (understandable) moet zijn, waarbij toelichtingen (notes) de mogelijkheid bieden ieder gepresenteerd item te kunnen begrijpen. Wellicht dat deze toelichting in het jaarverslag wel is opgenomen, maar in de financial highlights ontbreekt iedere toelichting op elk van de items, waardoor sommige niet begrijpelijk zijn.

De vraag dringt zich op of verzekeraars enkel een rapportage- en informatieverplichting jegens de toezichthouder hebben. Moeten belangen van klanten, prospects en het algemeen publiek niet prevaleren?

Te laat

ASKA en de Centrale Bank bevestigden dat een verzekeraar een verzoek kan indienen voor latere oplevering van de cijfers dan de wettelijk voorgeschreven datum. De laatste antwoordt: ‘Indien het verzoek goed onderbouwd is, zal de Bank doorgaans toestemming geven om de jaarcijfers op een later tijdstip bij de Bank in te dienen’.

Maar zouden niet alle polishouders recht hebben op hetzelfde moment geïnformeerd te worden over de status van hun verzekeraar. Heeft ASKA haar klanten apart ingelicht dat de cijfers later gepubliceerd zouden worden. Hoe transparant is dat dan geweest?

Wildgroei

Hiervoor is al geconstateerd dat er een onderscheid is tussen verzekeraars die enkel de financial highlights publiceren en verzekeraars die een meer uitgebreid jaarverslag met daarin opgenomen hun jaarrekening publiceren aan het publiek. Ook publiceren niet alle verzekeraars de balans en het resultaat op holding niveau waardoor niet altijd een compleet beeld ontstaat.

Houben en Ketellapper constateren dat verzekeraars die hun jaarverslag wel publiceren dat op verschillende niveaus van informatie verstrekking doen. “Nagico, bijvoorbeeld, publiceert de vereiste IFRS informatie met daarbij een samenvatting van de bedrijfsactiviteiten (business recap) en een ownership– sectie met een samenvatting van activiteiten en besluiten, waarin ook de raad van bestuur, RvC en andere executives vermeld worden”, zegt Houben.

“Nagico’s aanpak is vooral kwalitatief van aard. Het jaarverslag van ENNIA Aruba, daarentegen, is meer kwantitatief van aard. Naast de vereiste IFRS informatie worden ook veel andere cijfers genoemd en toegelicht zoals afwaardering van onroerend goed, de solvabiliteit ratio, de impact van renteschokken en diverse aandelen scenario’s op de balans.”

Volgens Ketellaper worden ook aannames voor rendementprojecties en sterftetafel vermeld en toegelicht. Beiden zeggen dat bij gebrek aan voorgeschreven formats voor deze publicaties een objectieve vergelijking tussen verschillende financiële instellingen lastig en soms onmogelijk is. Dat is volgens Houben en Ketellapper niet gewenst.

Informatievoorziening

.”Wij begrijpen dat vanwege verschillen in wet- en regelgeving de eisen van informatie verstrekking per eiland kunnen verschillen, maar wij vinden de verschillen dermate hoog dat het vergelijken van resultaten tussen verzekeraars bijna onmogelijk wordt op basis van de schaarse publiek beschikbare informatie.”

Het voorschrijven van een uniforme uitgebreidere informatie voorziening vergeleken met de huidige financial highlights is volgens hen daarom gewenst. “Een jaarverslag waarbij niet alleen de resultaten maar ook toelichting op resultaten en gevoeligheid van resultaten worden besproken kan een stap in de juiste richting zijn”, aldus Ketellapper.

CBCS zou met toezichthouders van andere eilanden kunnen overeenkomen dat er een eilandbrede minimum standaard ontstaat, zodat polishouders niet afhankelijk zijn van enkel de vereisten die op hun eiland gelden of de interpretatie van hun verzekeraar.

Hierbij heeft de praktijk, volgens de econometristen, elders in de wereld uitgewezen dat dit mogelijk is zonder dat concurrentieel gevoelige informatie ontsloten hoeft te worden.

“Het verzoek voor publicatie van cijfers na de deadline zou doorgaans niet door een centrale bank goedgekeurd moeten worden, en alleen in uitzonderlijke omstandigheden moeten plaatsvinden omdat alle polishouders recht hebben op hetzelfde moment geïnformeerd te worden”, zegt Houben.

Gelijke informatie voorziening, zo betogen beiden, zal het vertrouwen in de financiële sector. “En dat is ook in het belang van verzekeraars en de toezichthouder. Ook voorkomt gelijke informatievoorziening dat bij vragen aan de Centrale Bank, het voor de Bank steeds nodig is om zich op de geheimhoudingsplicht te beroepen.


Deel dit artikel