Mc William: Snel invoeren na 25 jaar gesteggel
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Volgens initiatiefnemer Giselle Mc William, Statenlid voor de oppositiepartij MAN, zijn er 25 kostbare jaren verloren gegaan voor de opbouw van een kapitaaldekkend pensioensysteem en wordt het tijd de concept-Landsverordening verplicht basispensioen weer op te pakken.
Zij geeft dit aan in antwoord op eerder gestelde vragen in de Staten over deze landsverordening. Het gaat om een derde pensioenpijler, naast de eerste pijler, de algemene ouderdomsverzekering (aov) en de tweede pensioenpijler die soms afgesproken is tussen werknemers en werkgevers.
,,Het is belangrijk dat de regering haar mening geeft ten aanzien van dit ontwerp. Wat willen wij als land voor onze werknemers? Aangezien dit ontwerp al tien jaar in de maak is, zou er een deadline gesteld moeten worden om dit af te ronden. Ook moet er een gemeenschappelijke discussie gevoerd worden met betrekking tot het al dan niet behouden van de algemene ouderdomsverzekering (aov) en hoe de bevolking zich moet voorbereiden op ‘de derde levensfase’”, aldus Mc William.
Ruim 50 procent van de werkende bevolking bouwt geen arbeidspensioen op en ontvangt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd alleen aan aov-pensioen van de overheid. De aov kent een overslagsysteem, dat wil zeggen dat de huidige werkenden het geld opbrengen voor de huidige ouderen. Gezien de vergrijzing is dit door de werkenden niet meer op te brengen en loopt het aov-fonds leeg. Mc William vervolgt: ,,De tweede pijler of het arbeidspensioen is een zaak van werkgever en werknemer en dat moet ook vooral zo blijven. Nu echter een groot deel van de beroepsbevolking geen arbeidspensioen opbouwt, is besloten een wettelijk minimum voor iedereen in te voeren, het zogenoemde basispensioen.” Het doel van een verplicht basispensioen is om aan eenieder die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt naast diens aov-pensioen een arbeidspensioen te geven.
In 2019 heeft Mc William in opdracht van het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) het ‘Toekomstbestendig Seniorenbeleid 2020-2030’ ontwikkeld dat dient als fundament voor alle aspecten van seniorenzorg. Dit beleid kan voortgezet worden, want ,zo stelt zij, dat is een ‘on-going’ zaak.
De uitvoering van de wet, mocht deze van kracht worden, komt te liggen bij SOAW. Daarover legt Mc William uit dat hiervoor gekozen is, in tegenstelling tot de Sociale Verzekeringsbank (SVB), omdat dit ministerie ‘al verantwoordelijk is voor het uitvoeren van wettelijke regelingen op het gebied van arbeid en het toezicht op de naleving daarvan’. Dat neemt volgens de initiatiefnemer overigens niet weg dat ook en alsnog gekozen kan worden voor de SVB, omdat deze instelling ook al onder toezicht staat van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), wat een wettelijke vereiste is.
In het voorstel bedraagt de premie 2 procent van het loon, de ene helft af te dragen door de werkgever en de andere helft door de werknemer. Dit percentage kan jaarlijks aangepast worden. Of dit gedragen kan worden? Daarop antwoordt Mc William: ,,Onze economie is inderdaad zwaar getroffen door de Covid-19-pandemie. Echter uit zowel de huidige cijfers als de meeste recente ramingen van de CBCS blijkt dat de Curaçaose economie van de pandemie zal herstellen.”
En zo voegt het huidige Statenlid er nog eens stellig aan toe: ,,Het arbeidspensioen is vanaf het jaar 1996 onderwerp van gesprek. Gedurende de afgelopen jaren is steeds als reden gebruikt dat de situatie slecht is. Deze situatie kan niet langer zo doorgaan. De werknemer heeft recht op een arbeidspensioen en dat moet nu worden geregeld. Dat draagt bij aan de levenskwaliteit van de werknemer en motiveert die ook tegelijk.”
Overigens is in het ontwerp de pensioenleeftijd ruim geformuleerd, tussen de 60 en 70 jaar, ‘om ze de werknemer, de werkgever en het pensioenfonds ruimte te geven om in onderling overleg te bepalen vanaf welke leeftijd de werknemer met pensioen gaat’.
