Direct naar artikelinhoud
CommentaarSlavernij

Excuses maken kan alleen als ze ook worden aanvaard

Excuses maken kan alleen als ze ook worden aanvaard

Uit de boezem van het kabinet lekte vorige week uit dat Nederland op 19 december op acht plekken excuses wil uitspreken voor het eigen slavernijverleden. Hoe noodzakelijk deze excuses ook zijn, de ronduit boze en teleurgestelde reacties maken duidelijk dat dit voornemen te overhaast en te weinig doordacht is geweest.

Waarom plotseling die haast, terwijl premier Rutte tot voor kort de noodzaak ervan niet eens inzag? De premier vond het als historicus vreemd om excuses te maken voor iets wat zoveel generaties geleden is gebeurd.

Cruciaal

Voor de Surinaamse en Antilliaanse nazaten van de tot slaaf gemaakten zijn de excuses cruciaal. Daarbij hoort immers de erkenning dat tegen hun voorouders misdrijven tegen de menselijkheid zijn gepleegd, dat de Nederlandse staat hiervoor verantwoordelijk is geweest en dat de nazaten de gevolgen van het slavernijverleden vandaag de dag nog voelen. Ze vragen ook al meer dan twintig jaar om excuses.

Na het bezoek van de vaste Kamercommissie binnenlandse zaken en premier Rutte afgelopen maanden aan Suriname, Curaçao en Bonaire groeide het begrip voor hun wens. Nederland was alsnog bereid om excuses te gaan aanbieden en half december ging het kabinet hierover beslissen.

De Surinaamse en Antilliaanse gemeenschappen gingen er terecht van uit dat het grote moment op 1 juli 2023 zou plaatsvinden. Dan is het immers 150 jaar geleden dat in het Nederlandse koninkrijk de slavernij definitief in de praktijk is afgeschaft – de wettelijke afschaffing was in 1863. Ze hoopten dat de excuses door premier Rutte of liever nog koning Willem-Alexander zouden worden uitgesproken. De koning sprak in 2020 ook de excuses uit in Indonesië voor het Nederlandse geweld tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in de jaren ’45-’50.

Bijzonder pijnlijk

Maar dat was het kabinet blijkbaar niet van plan. De datum van 19 december lijkt toevallig gekozen, en over de toon en inhoud van de excuses blijkt nog weinig overleg geweest. Staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties) heeft de belangenorganisaties uitgenodigd advies te geven, maar het blijft bijzonder pijnlijk. En wie heeft bedacht dat minister Weerwind – zelf een nazaat van tot slaaf gemaakten – in Suriname namens Nederland de excuses moet uitspreken, heeft bijzonder weinig gevoel voor dit precaire onderwerp.

Overleg met de nazaten is belangrijk, al is dat nog geen garantie dat ze straks allemaal tevreden zullen zijn. Want ook onder Surinamers en Antillianen leven grote meningsverschillen over de vraag wat die excuses moeten betekenen en hoe de genoegdoening eruit moet zien.

Het hoeft geen betoog dat excuses alleen kunnen worden gemaakt als de ontvangers die ook willen aanvaarden. Aan die voorwaarde wordt nu allerminst voldaan. De regering kan niet anders dan op haar schreden terugkeren, en eerst goed overleg met Surinamers en Antillianen voeren, voordat daadwerkelijk tot deze historische excuses wordt overgegaan.

Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.