Direct naar artikelinhoud
ReportageCrisis op curaçao

Curaçao staat in vuur en vlam bij protest tegen door Nederland opgelegde bezuinigen

Betogers eisen het aftreden van minister-president Eugene Rhuggenaath.Beeld ANP

Curaçao is hard geraakt door de coronacrisis. Er is hulp uit Nederland, maar alleen onder harde voorwaarden. Oftewel: bezuinigen, en niet zo weinig ook. Bij een protest tegen de plannen lopen de emoties ineens hoog op.

Bij Casa Keis, aan de Caprileskade in Punda, klinkt een zacht en haast weemoedig piepen. De batterij van het inbrekersalarm van de kledingzaak heeft een lange nacht achter de rug en bijna geen geluid meer over. Maar hier bleven de rolluiken omlaag en kwamen de relschoppers en plunderaars niet binnen. Elders wel.

Aan het einde van de donderdagochtend ligt Punda, de beroemde wijk in het oude centrum van Willemstad, er verlaten bij. Toeristen komen hier al maanden niet meer, maar nu houdt de politie de toegang ook voor de lokale bevolking gesloten – al mogen journalisten een kijkje nemen in het geschonden hart van Curaçao.

Precies een dag eerder stond aan het Waaigat, niet ver van de winkel Casa Keis, een kleine maar vastberaden groep jongeren. Zij zeiden zich te gaan aansluiten bij het wandelprotest van ambtenaren die werken voor Selikor, het overheidsbedrijf dat onder meer zorgt voor de afvalverwerking. De groep ging op weg naar de regeringsgebouwen. Daar liep het uit de hand.

In Fort Amsterdam huist niet alleen de gouverneur maar, aan de andere kant van het binnenplein, zit ook het kantoor van premier Eugene Rhuggenaath. De demonstranten van woensdag, zo’n tweehonderd in getal, eisten zijn onmiddellijke aftreden. Het vredig begonnen protest eindigde met traangasgranaten, vernielingen en plunderingen.

Maar waarom? Curaçao is net als de rest van de wereld getroffen door covid-19. De bestrijding ervan bleek, door het snel en volledig sluiten van de grenzen, zeer effectief. Maar het gevolg was dat de toch al zwakke economie van het Caribische eiland, die voor een groot deel drijft op het toerisme, vrijwel geheel plat kwam te liggen.

Monica, een vrouw van middelbare leeftijd met een Colombia-petje en een door de drugs aangevreten gebit, weet wat het is om zonder klanten te zitten. De lootjesverkoopster loopt doelloos heen en weer door Punda, haar werk- en slaapplek. Achter haar is woensdag een politiewagen op zijn kop getild en in brand gestoken. ‘Dus nu hebben we hier helemaal niks meer,’ zegt zij berustend.

Nederlandse voorwaarden

Curaçao, net als Aruba en Sint Maarten een autonoom land binnen het Nederlands koninkrijk, weet dat het niet uit de crisis kan komen zonder forse financiële hulp uit Nederland. Maar staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties wil die enkel geven als de eilanden flink bezuinigen, met name bij de overheid. Juist daar ontstond de vonk die woensdag in Punda oversloeg in een protestbrand, de uren daarna nog eens gevolgd door meer dan veertig echte branden op verschillende plaatsen in de hoofdstad en tientallen arrestaties.

Alle ambtenaren moeten 12,5 procent bezuinigen op hun arbeidsvoorwaarden (niet alleen salaris, maar bijvoorbeeld ook premies en vakantiegeld). De vakbonden, aangemoedigd door de politieke oppositie, weigeren hierin mee te gaan. Ondertussen regent het ontslagen in het particuliere bedrijfsleven, loopt de werkloosheid op tot straks wellicht zestig procent, dreigt de zwakke economie met bijna een kwart te krimpen en is een steeds groter deel van de bevolking afhankelijk van voedselhulp, waarvoor Nederland geld geeft.

Premier Rhuggenaath maakte woensdagavond in een haastig belegde persconferentie duidelijk dat, in zijn optiek, Nederland het eiland met de rug tegen de muur heeft gezet en gedwongen heeft de handtekening te zetten onder de harde hulpvoorwaarden. ‘Als we niet bezuinigen, krijgen we geen hulp en hebben we binnenkort geen ene cent meer. Niet voor salarissen, niet voor voorzieningen, niet voor wat dan ook.’

Oppositiepolitici

Wie verwacht dat vakbonden en politieke oppositie constructief meezoeken naar oplossingen, is op Curaçao aan het verkeerde adres. De minister van Justitie, Quincy Girigorie, hekelt deze opstelling, zonder hardop namen te noemen. Toch zijn er namen te vinden.

Ruim een week geleden begonnen in de avonden plots kleine, onaangekondigde protesten tegen de bezuinigingen. Een groep jongeren, onder leiding van Lon Mutueel, riep daarbij steeds dat het ‘nu genoeg’ is. Diezelfde Mutueel stond woensdag bij het Waaigat de demonstranten van Selikor op te wachten. Achter hem liet iemand een Curaçaose vlag wapperen. Op zijn t-shirt stond in het Papiaments de slogan die sinds de dood van George Floyd in de VS wereldwijd klinkt: ‘I can’t breathe, ik krijg geen lucht.’

Lon Mutueel, inmiddels gearresteerd, geldt als een laaggeschoolde Curaçaoënaar. Maar het verhaal dat hij afsteekt, lijkt soms op het verhaal van bekende oppositiepolitici.

Het echte onderzoek naar de krachten achter het protest moet nog zo goed als beginnen. Voor nu geldt dat Curaçao zichzelf wellicht nog verder op achterstand heeft gezet. Op 1 juli gaat de grens weer open voor Nederlandse toeristen. Maar het is de vraag of die, nog los van corona-angst, zich uitgenodigd voelen door de soms grimmige beelden van de demonstratie.

‘Protesteren is een recht in ons land’, zegt Juan Carlos van het nu gesloten Iguana Café aan de Handelskade. ‘Maar zonder iets kapot te maken.’ Nu lijkt veel stuk, materieel en immaterieel. Een eenzame man bij het City Suites Hotel, bedoeld voor toeristen, is in de weer met een bladblazer. Niet om bladeren te ruimen, zo lijkt het, maar om boze geesten te verdrijven.

Verbetering: In een eerdere versie van dit artikel werd ten onrechte de suggestie gewekt dat bekende oppositiepolitici als Amparo dos Santos, Menki Rojer en Gilmar Pisas betrokken waren bij de protestacties op Curaçao. Hun aandeel is niet vastgesteld. Pisas en de MFK ontkennen alle betrokkenheid

Op Curaçao was het ook donderdagavond weer erg onrustig met verschillende brandstichtingen, vernielingen en verkeersopstoppingen. De politie had om 22.00 uur (lokale tijd) al meerdere arrestaties verricht. Voor de tweede achtereenvolgende nacht is er een avondklok ingesteld, maar die werd door veel mensen geschonden.

Bij het vallen van de avond namen de incidenten toe. Net als woensdagavond werden enkele leegstaande huizen in brand gestoken en ook veel stukken natuur. Ook werden de wegen bij een belangrijke rotonde geblokkeerd. Op verschillende plekken op het eiland werden autobanden op straat gelegd en in de brand gestoken.

Oppositiepolitici