Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het proces dat overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) momenteel met ‘preferred bidder’ Caribbean Petroleum Refinery (CPR) doorloopt ‘is complex en moet zorgvuldig gebeuren’.
,,Stap voor stap. Ik kan zeggen dat het voorspoedig verloopt, constructief en in alle transparantie.” Dat verklaart interim-directeur Patrick Newton van overheids-nv RdK desgevraagd tegen het Antilliaans Dagblad.
Hij zegt dit mede in verband met recente uitlatingen van Rutsel Martha, voormalig PNP-minister en vorig jaar in eerste instantie informateur van het kabinet-Pisas, en tegenwoordig verbonden aan GIK Refineria, de partij die ook een offerte uitbracht voor de exploitatie van de Isla-raffinaderij maar niet werd geselecteerd als voorkeurskandidaat.
Martha beweert dat gisteren, 1 september 2022, de deadline was; de dag waarop CPR had moeten aantonen over voldoende financiering - Proof of Funds (PoF) - te beschikken. De (voormalig) politicus stuurde hierover namens GIK een brief naar regering en parlement, met de waarschuwing dat als het allemaal nog langer duurt de raffinaderij straks niet meer kan worden opgestart. En met de toevoeging dat GIK bij wijze van spreken morgen al - begin volgend jaar - het productieproces kan beginnen.
RdK-topman Newton ontkent dat 1 september een ‘deadline’ was. Hij legt geduldig uit hoe het dan wél zit. ,,We zitten op het moment in de laatste fase wat betreft de Heads of Agreement (HoA), waarna we het goedkeuringsproces ingaan. Te weten: het bestuurs- en raadsbesluit (directie en raad van commissarissen, red.), de accordering door de Raad van Ministers (RvM) en de algemene aandeelhoudersvergadering (AvA van RdK) en ten slotte de gouverneur.”
Hij vervolgt: ,,Daarna onderhandelen we verder om te komen tot de ‘final lease & government agreements’. Het is pas dán, maar wel vóór de ondertekening van deze final agreements, dat de Proof of Funds (PoF) gegarandeerd moet zijn.”
De RdK-directeur geeft op vragen van deze krant aan dat voorkeurskandidaat CPR van de groep onder aanvoering van de in Amerika wonende Venezolaan Luis Giusti ‘in deze fase van het traject wel een Letter of Intent (LoI) en/of commitment letters van financiers moet kunnen overleggen’. ,,Hetgeen ook heeft plaatsgevonden.”
Maar dat alleen is niet voldoende, licht Newton toe: ,,Het totale bedrag moet ook voldoende zijn om alle geplande reparaties en revisies uit te kunnen voeren en de raffinaderij op veilige wijze op te kunnen starten. Iemand kan namelijk wel zeggen dat hij PoF heeft. Maar zijn deze ook voldoende?”
Niet alleen Martha van GIK, aangestuurd door de groep van de Braziliaan Roberto Viana, zorgt voor storing op de lijn. Ook Fundashon Hustisia Pa Un i Tur van oud-minister Carlos Monk (voorzitter) ligt dwars en maakt bezwaren tegen CPR van Giusti. Deze stichting met Tirso Petroudis als penningmeester/secretaris heeft tegen laatstgenoemde een aanklacht ingediend bij de Landsrecherche, een instantie die in het verleden vaker bezoek kreeg van Monk.
Voor een groot deel komt Monk met dezelfde argumenten als Martha; over het ontbreken van PoF en PoP (Proof of Product, ofwel ruwe olie). Hij vraagt de Landsrecherche onderzoek te doen naar de keuze van overheids-nv RdK en de regering voor CPR, maar daarnaast ook naar het vermeende ‘criminele verleden’ van Giusti (waarbij regelmatig Luis Giusti junior wordt verward met senior, red.).
Monk, in het verleden zelf meerdere malen in opspraak geraakt onder meer doordat de in Colombia geboren toenmalige PS-minister openlijk had verklaard graag lid te zijn geweest van de Colombiaanse rebellenbeweging Farc, vindt dat Curaçao niet in zee moet gaan met Giusti. RdK laat weten alle actoren, ook die van CPR, diepgaand te hebben nagetrokken door middel van uitvoerige due diligence-onderzoeken.
