De vicevoorzitter van het Venezolaanse parlement, Edgar Zambrano, is dinsdag na vier maanden gevangenschap vrijgelaten. Dat meldt persbureau Reuters. Zambrano, rechterhand van oppositieleider Juan Guaidó, werd begin mei vastgezet na de mislukte couppoging eind april.
Zambrano was de eerste uit de kring rondom Guaidó die werd aangehouden, nadat de zelfbenoemd interim-president een couppoging deed. Guaidó probeerde het leger op zijn hand te krijgen en op die manier president Nicolás Maduro te vervangen, maar uiteindelijk bleven de generaals trouw aan Maduro.
Het Venezolaanse strafhof stelde aan de hand van de couppoging een strafrechtelijk onderzoek in naar Zambrano en negen andere coupplegers, maar niet naar Guaidó. Het parlement, waar de oppositie een meerderheid heeft, steunt dit onderzoek niet.
De zaak tegen Zambrano loopt nog wel. Hij mag het land niet verlaten en dient zich iedere dertig dagen te melden.
Toenadering
De vrijlating van Zambrano is mogelijk een toenadering van de overheid tot leden van de oppositie, aangezien deze openlijk verdeeld is geraakt in de afgelopen dagen. Maandag tekenden enkele kleine oppositiepartijen een akkoord met de regering om te onderhandelen zonder Guaidó.
Eerder deze maand is de Venezolaanse justitie ook een strafrechtelijk onderzoek naar Guaidó begonnen, omdat de oppositieleider met de Amerikanen zou hebben onderhandeld over een regio waar zowel Venezuela als buurland Guyana een claim op leggen. In 2015 werd er daar een olieveld gevonden.
Meer dan vijftig landen, waaronder Nederland, erkennen Juan Guaidó als president van het Zuid-Amerikaanse land. Als waarnemend president zou hij volgens Venezolaanse wetgeving de macht mogen overnemen totdat vrije verkiezingen kunnen worden gehouden. Maduro weigert echter de macht af te dragen.