Direct naar artikelinhoud
OpinieVenezuela

Waarom geven Nederlanders zo weinig voor noodhulp aan Venezuela?

Vergeleken met andere crises hebben Nederlanders weinig geld over voor noodhulp aan Venezuela. Hoe komt het dat er zo weinig wordt gedoneerd?

Een medewerker van een kinderziekenhuis houdt een papiertje vast met de tekst ‘Humanitaire hulp, Venezuela in crisis’ tijdens een protest in Caracas, Venezuela, 14 maart 2019.Beeld AP

‘We vergeten het belang van hulp’

Merlijn Stoffels (persvoorlichter van het Rode Kruis):

‘We merken dat er een duidelijke parallel is tussen media-aandacht en donaties. De ramp in Mozambique, waarvoor gul gegeven wordt, krijgt veel aandacht en het komt duidelijk in beeld hoe mensen getroffen zijn. Dat geldt minder voor conflicten die door mensen zijn gecreëerd. Daarbij ervaren we de medemenselijkheid op een andere manier, terwijl de gevolgen vaak hetzelfde zijn: kinderen die niet naar scholen kunnen, families zonder huisvesting, eten en drinken en een tekort aan medische hulp. Zo zagen we bij het Rode Kruis dat er voor Syrië en Jemen respectievelijk 936 duizend en 926 duizend euro werd ingezameld, terwijl dat voor Sint Maarten 18 miljoen was.

‘We streven nu naar een hulp-operatie van 30 miljoen euro. Het is onze plicht om aandacht te blijven vragen voor de situatie in Venezuela en duidelijk te maken dat er een probleem is. Ook politici en media moeten die boodschap uitdragen. Venezolanen hebben het in het land zelf extreem moeilijk, maar ook onderweg zijn mensen heel kwetsbaar. We horen verhalen van vrouwen die zich moeten prostitueren om aan geld te komen en mensen die ondervoed zijn of slachtoffer worden van mensenhandel.

‘Behalve geïnformeerd, moeten mensen vooral ook geraakt worden voor ze gaan geven. Dat kan door iets heel specifieks gebeuren, zoals het Syrische jongetje Alan, dat aanspoelde in Turkije. Zo’n iconisch beeld kan een gamechanger zijn waardoor mensen denken: daar moeten we iets aan doen, dat kan niet waar zijn.

‘Na de Tweede Wereldoorlog vonden we het ook normaal om hulp van iedereen te krijgen, het lijkt wel of we dat nu zijn vergeten.’

Thea Hilhorst (hoogleraar humanitaire hulp en wederopbouw aan de Erasmus Universiteit):

‘Er is inderdaad een groot verschil tussen natuurrampen en andere crises. Bij een natuurramp denken mensen: dat kan iedereen overkomen. Ook gebeurde de crisis in Mozambique van het ene op het andere moment. Er zijn duidelijke beelden, er is bewijs van cholera en je ziet meteen dat het een vreselijke ramp is. Venezuela is een veel langzamer opstartend verhaal, het is niet duidelijk wat het uur U is. Aan natuurrampen en oorlogen zijn we gewend, maar met een middenklassenland dat in verval raakt doordat het politiek instort, is men veel minder bekend.

‘Terwijl het juist nu heel zinvol is om geld te geven. Nu wordt het geld voornamelijk besteed in Venezuela en kun je mensen helpen het thuis vol te houden, door bijvoorbeeld medicijnen te sturen. Het is een soort preventieve hulp. Dat is fijner dan wanneer mensen als vluchteling de grens over gaan, met alle druk van dien. Maar pas als mensen het echt niet meer redden, vluchten en zich melden bij een kamp, zien mensen de beelden waarvan ze denken: dit is zo erg.

‘De boodschap dat we mensen nu nog kunnen helpen om thuis te blijven, kunnen hulporganisaties meer uitdragen. Ook moeten ze mogelijk meer een beroep doen op beschikbaar geld vanuit bijvoorbeeld de overheid, de VN en de EU. Daarnaast kan er, ook in de media, meer aandacht worden besteed aan kleinere initiatieven. Zo zijn veel Venezolanen in Nederland actief bezig met geld ophalen voor noodhulp.

‘Ik denk niet dat het een trend is dat Nederlanders minder doneren. We zijn nog altijd een van de gulste landen per hoofd van de bevolking.’